Pilot Noordwest-Nederland wijst uit: eco-regeling gebaat bij meer prestatieprikkels en maatwerk
Het afgeronde pilotproject ‘Naar een puntensysteem voor de eco-regeling’ levert een groot aantal aanbevelingen voor een doelmatigere eco-regeling die op meer draagvlak onder boeren kan rekenen. In de pilot werd door de initiatiefnemers (zie kader) een eigen eco-regeling ontwikkeld en (virtueel) getest op ruim 80 bedrijven om te zien hoe boeren zouden kiezen en of de scores overeenkomen met de verwachtingen. Het keuzemenu bevatte 45 activiteiten (in plaats van de huidige 25) waarvan de helft is voorzien van oplopende prestatieniveaus: hoe beter de prestatie, hoe meer punten.
Minder mest
‘Denk bijvoorbeeld aan een afnemend bemestingsniveau, een oplopende gewasdiversiteit en een oplopend aandeel natuur- en landschapselementen’, aldus de initiatiefnemers. Veel van de nieuw toegevoegde maatregelen bleken populair, zoals gebruik van ruige mest en compost, chemievrij grasland, minder eiwit voeren en niet-kerende grondbewerking. 'Een groot aantal van de nieuwe maatregelen hebben we in de praktijk getoetst op praktische inpasbaarheid en controleerbaarheid.’
Maatschappelijke waardering
De pilotregeling bevatte nog meer prestatieprikkels. Anders dan bij de huidige regeling was de beloning gebaseerd op de puntenscore (maatschappelijke waardering) en niet op de kosten (‘waarde’) van de activiteiten. Ook was de puntentoekenning sterker geregionaliseerd: hoe urgenter de gebiedsopgave (bijvoorbeeld het verminderen van CO2-emissie in veengebieden), hoe hoger het aantal punten. De pilotpartners: 'Hoewel verdere regionalisering ook tot meer ‘grensgevallen’ kan leiden, is het een belangrijke factor om de regeling beter te laten aansluiten bij de praktijk, zowel qua maatregelen als qua vergoeding.'
Daarnaast konden op bedrijfsniveau bonuspunten worden verdiend, bijvoorbeeld voor combinatie van elkaar versterkende activiteiten en voor ruimtelijk verbonden activiteiten. ‘Door zulke prikkels kunnen de maatschappelijke doelen sneller worden bereikt. De testbedrijven vonden de meeste prikkels logisch en waardevol.’
Gebruiksvriendelijker rekeninstrument
'Uitbreiding van het aantal activiteiten en prestatieprikkels staat of valt met de gebruiksvriendelijkheid van het puntensysteem en dus met de kwaliteit van de rekentool’, stellen de pilotpartners. De rekentool die in de pilot is ontwikkeld blijkt een stap in de goede richting, maar is nog sterk voor verbetering vatbaar. 'Het zou mooi zijn als de tool op basis van bedrijfsprofiel en grondsoort suggesties doet voor passende vergroeningsactiviteiten.' Een gebruiksvriendelijke tool verkleint ook de afhankelijkheid van adviseurs bij het invullen van de gecombineerde opgave. 'Nog mooier zou zijn als de gegevens in de rekentool ook kunnen worden ingezet om het bedrijfsmanagement te verbeteren en de basis kunnen vormen voor bedrijfsplannen waarmee de boer ook toegang krijgt tot andere (publieke en private) geldstromen voor verduurzaming.’
Vertrouwen en samenwerking
De pilot heeft een groot aantal aanbevelingen opgeleverd om het maatregelmenu te verbreden en de vergroeningswinst te verhogen. De pilotpartijen hebben daarover de afgelopen jaren al regelmatig contact gehad met LNV en RVO. Naast de inhoudelijke resultaten van deze pilot kan volgens de initiatiefnemers nog een belangrijke conclusie uit deze pilot worden getrokken: ‘In het toewerken naar een verbeterde eco-regeling in 2028 moeten we hard werken aan wederzijds vertrouwen en een goede samenwerking.’ Hiermee is volgens hen met deze pilot een voorzichtige stap gezet. ‘En hoewel de eco-regeling het afgelopen jaar veel stof heeft doen opwaaien, blijkt uit de pilot ook dat er binnen de sector volop bereidheid is om mee te denken over de doorontwikkeling van de regeling.’
De pilotpartners
De pilot was een samenwerking van drie agrarische collectieven (Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water, Land en Dijken, BoerenNatuur Flevoland, BoerenNatuur Groningen West) en twee landelijke organisaties (BoerenNatuur en LTO Nederland). Hij werd gefinancierd door de EU en het ministerie van LNV in het kader van de Pilots toekomstbestendige landbouw nieuw GLB. De pilot, die onlangs werd afgerond, startte in 2021, ruim voor de introductie van de officiële eco-regeling. Daardoor konden sommige ideeën al voor de inwerkingtreding in de regeling worden opgenomen, zo melden de initiatiefnemers. Vervolgens richtte de pilot zich op het onderzoeken van verdere aanpassingen om de effectiviteit en inpasbaarheid van zowel het menu als het puntensysteem te verbeteren. Een deel van de aanbevelingen kan de komende jaren al worden doorgevoerd, en een deel pas in de volgende GLB-periode.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief