Regionale bestuurders houden ook een pleidooi voor doelsturing voor boeren
Provincies zijn bezorgd over voedselzekerheid: ‘NPLG biedt onvoldoende duidelijkheid op dat punt’
Daarbij is aandacht voor de landbouw noodzakelijk, vinden de provincies. ‘Zonder iets af te doen aan de noodzaak om natuur en water in goede staat te brengen, vragen wij aandacht voor de grote ongerustheid in Nederland en elders in Europa over het toekomstperspectief van de landbouw en over de voedselvoorziening op lange termijn. Voedselzekerheid is een thema dat geadresseerd en grondig geanalyseerd moet worden. Dit vraagt om een visie op landbouw en ook op voedselvoorziening op nationaal en Europees niveau. Het is nu de tijd om in dialoog tot visie en oplossingen te komen: ook om polarisatie en verharding te voorkomen. Wij missen die notie in het voorliggende ontwerp-NPLG.’
Rijk verantwoordelijk
De provincies zeggen niet weg te lopen voor de noodzaak om te werken aan de opgaven in het landelijk gebied, maar het Rijk moet deze taken niet te makkelijk op het bordje van de provincies schuiven. ‘Wij spannen ons in om bestuurlijke afspraken na te komen, de wetgeving te eerbiedigen én we hechten eraan dat we hierbij elkaars rollen en verantwoordelijkheden respecteren. Wij kunnen en willen geen verantwoordelijkheden nemen voor taken en bevoegdheden die bij het Rijk liggen. Wij zien het Rijk als partner vanuit haar systeemverantwoordelijkheid en resultaatverantwoordelijkheid op het gebied van natuur, stikstof, Kaderrichtlijn water en klimaat.’
Er is nog veel onzeker en onduidelijk. Volgens de provincies gaat het om duidelijkheid over beschikbaarstelling van middelen, instrumenten, monitoringssystemen en om het bieden van beleidsruimte. ‘Met de onzekerheid over de eigen inzet van het Rijk op generieke maatregelen, het ontbreken van een ontwikkelperspectief voor de agrarische sector, en de onzekerheden die er bestaan rondom het transitiefonds landelijk gebied biedt dit ontwerp-NPLG die gevraagde duidelijkheid nog niet’, schrijven de provincies via samenwerkingsverband IPO in een reactie. ‘Het ontwerp-NPLG legt sterk de nadruk op de gebiedsgerichte invulling, maar brengt te weinig in beeld welke inzet het Rijk wanneer zelf gaat leveren op de NPLG-opgaven.’
Weinig tijd
De opgaven in het landelijk gebied zijn complex, vinden alle twaalf provinciale colleges (Gedeputeerde Staten). ‘Stapeling van beleid is één van de grootste oorzaken van een falende uitvoeringspraktijk. De integratie van de 70 pagina’s beleid en structurerende keuzen wordt overgelaten aan provincies. Daarbij gaat het ontwerp-NPLG er tegelijkertijd vanuit dat álle doelen van natuur, klimaat en water onontkoombaar gehaald zullen worden en dat ook nog eens in een zeer korte tijd. Een afwegingskader hoe met deze opgaven omgegaan kan worden wanneer tijd, fysieke ruimte, middelen of instrumentarium onvoldoende zijn ontbreekt.’
Het tweede risico is dat de uitvoerbaarheid van het NPLG onder druk staat. Een integrale toets op de haalbaarheid van de NPLG-doelen en de bijbehorende structurerende keuzes ontbreekt. De provincies: ‘Zo kiest het ontwerp-NPLG er aan de ene kant voor om het omzetten van landbouwgrond naar andere functies in te perken, terwijl aan de andere kant vanwege verschillende andere doelen diezelfde landbouwgrond omgezet zou moeten worden naar andere functies (denk bijvoorbeeld aan natuur, woningbouw of energie-infrastructuur).’
Druk op de ruimte
Ook de druk op de ruimte zien de provincies als een groot risico. ‘Uit de ruimtelijke voorstellen wordt duidelijk dat meer opgaven, met de bijbehorende ruimteclaims, hun plek in het landelijke gebied zullen vinden, zoals de opgaven voor woningbouw, de energieinfrastructuur of bereikbaarheid. Ook vanuit het oogpunt van Defensie wordt een groter beroep gedaan op het gebruik van de ruimte. Realisatie van al deze opgaven met behoud van leefbaarheid en kwaliteit van het landelijke gebied, is een enorme opgave. In het ontwerp-NPLG wordt dit echter grotendeels buiten beschouwing gelaten.’
Provincies breken lans voor doelsturing: ‘daar wordt door boeren om gevraagd’
De provincies hebben in een reactie op het ontwerp-NPLG een paragraaf opgenomen over de landbouw. Daarin doen de twaalf provinciebesturen (Gedeputeerden Staten) vooral een oproep aan het Rijk om te kiezen voor doelsturing en niet teveel maatregelen op te leggen aan de sector.
‘In de inleiding van het NPLG wordt benoemd dat er ontwikkelperspectief voor de agrarische sector nodig is. Daarbij wordt verwezen naar een nieuw kabinet om daarin keuzes te maken met het Concept Landbouwakkoord als mogelijke input daarvoor. In de Plan-MER en het recente onderzoek van de WUR (Uitwerking bedrijfstypen voor duurzame landbouw: melkveehouderij en akkerbouw) komt naar voren dat door de maatregelen vanuit het NPLG het verdienvermogen van individuele bedrijven en daarmee van de agrarische sector in de breedte significant afneemt’, schrijven de provincies.
‘Het ontwikkelperspectief van de agrarische sector blijft desondanks grotendeels buiten beschouwing in dit Ontwerp-NPLG’, gaan de provincies verder. ‘Boeren vragen om heldere doelen en richtlijnen en een financiële waardering die recht doet aan de inspanning en het maatschappelijk resultaat. Het past beter bij ondernemers om te sturen op doelen dan dat zij maatregelen krijgen opgelegd. Hun oproep: vertel ons wát we moeten bereiken, niet hóe we dat moeten doen, en ondersteun ons bij het halen van die doelen. Het realiseren van stikstof-, natuur-, water- en klimaatdoelen, vraagt om een geïntegreerde aanpak. De aanpak door middel van doelsturing heeft de potentie om bij te dragen aan de landbouwtransitie en de opgaven in het landelijk gebied.’
Duidelijkheid
Daarvoor is het volgens de provincies van belang dat deze systematiek landelijk wordt ingevoerd en dat de reductiewinst die hiermee behaald wordt kan worden ingeboekt. ‘Wij doen dan ook een oproep om hier volop op in te zetten om zo snel mogelijk tot een geborgde systematiek te komen. Voor ons is duidelijkheid over dit perspectief een noodzakelijke randvoorwaarde om tot definitieve gebiedsprogramma’s komen. We vinden dat daarbij aandacht noodzakelijk is voor de maatschappelijke waarden die samenhangen met de landbouw, zoals de bijdrage aan voedselzekerheid, de leefbaarheid van het landelijke gebied of het beheer van het landschap. Wij verwachten dan ook dat hierover in of gelijktijdig met het definitieve NPLG duidelijkheid komt.’