Stikstofdepositie daalt, maar doelen komen niet in zicht
De overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW), de hoeveelheid stikstofneerslag in Natura 2000-gebieden boven die KDW, daalt met een derde, concludeert Henk van Zeijts, hoofdauteur van het rapport. Ondanks deze daling stijgt het areaal van Natura 2000-gebieden waar de depositie onder de KDW blijft maar licht, van 28 procent in 2021 naar 31 procent in 2030. Met andere woorden, hoewel de hoeveelheid stikstofdepositie in natuurgebieden afneemt, is die afname in veel gevallen niet voldoende om onder de KDW te komen.
En dat kan tot problemen leiden, omdat daarmee de doelen van de stikstofwet - in 2025 40 procent van het areaal onder de KDW, in 2030 50 procent en in 2035 70 procent - niet gehaald worden.
Grootste daling vanuit buitenland
Een kwart van de daling wordt veroorzaakt door maatregelen die zijn genomen in het kader van het PSN en uit de LBV-plus, de stoppersregeling voor piekbelasters. Nog eens 30 procent komt uit ander beleid, zoals al bestaande subsidies voor emissiearme stallen en het vervallen van de derogatie. Het grootste deel, 45 procent, komt echter door een verwachte lagere depositie vanuit het buitenland. Dan gaat het om programma’s in het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk en Duitsland om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Dat de doelen gemist worden ligt volgens Van Zeijts aan twee zaken. Ten eerste aan de herziening van de KDW-waarden. Die worden elke tien jaar herberekend, en zo ook vorig jaar. Uit die herberekening bleek dat de KDW-waarden in veel natuurgebieden omlaag moesten worden bijgesteld. Die bijstelling scheelt wel tien procentpunt, vertelt Van Zeijts: onder de oude waarden zou in 2030 niet 31, maar 41 procent van de natuurgebieden een depositie onder de KDW hebben.
Potentie
De andere reden is dat nog niet alle potentiële maatregelen voor stikstofreductie worden toegepast. Het rapport heeft bijvoorbeeld de piekbelastersmaatregelen die demissionair minister Van der Wal nog op de plank heeft liggen - de programma’s voor innovatie, extensivering en verplaatsing van bedrijven - niet meegenomen, omdat daar nog geen concreet beleid voor bestaat. Daarnaast zijn er nog meer mogelijke maatregelen die de regering nog niet heeft uitgevoerd, zoals sturen op het eiwitgehalte in het voer en het vergroten van het aantal uren weidegang voor melkvee.
Van verdere uitkoopmaatregelen verwachten ze niet veel heil: boeren die daarvan gebruik willen maken, hebben daar ondertussen al ruimschoots de kans voor gehad.
Natuurherstel niet in beeld
De verbeteringen die bereikt zijn worden niet zichtbaar in de stikstofwet, stelt Zeijpe. Dat komt door de alles-of-niets-wijze waarop de doelen in die wet gesteld zijn. De wet stuurt op het onder de KDW brengen van stikstofdepositie, maar daardoor blijven verlagingen van die depositie niet in beeld, zolang ze die limiet niet halen. Daarnaast focust de wet op stikstofdepositie, terwijl natuurherstel van meer factoren afhangt.
De onderzoekers verwachten dat het natuurherstelbeleid effect heeft, maar ze kunnen het niet goed in beeld brengen. De kwaliteit van de data die het herstel zouden moeten onderbouwen is vaak onvoldoende - het is niet volledig, niet consistent, enzovoort. Daardoor kunnen de onderzoekers niet goed concluderen of die effecten daadwerkelijk optreden.
Daarom pleiten ze er in het rapport voor dat de informatie die uit natuurmonitoring voorkomt op een samenhangende, centrale manier wordt opgeslagen.
KDW uit de wet?
Op de vraag of de KDW uit de wet kan worden gehaald zijn de onderzoekers onzeker. Er zou kunnen worden gestuurd op stikstofemissie in plaats van op depositie, maar om voor de rechter stand te houden zal juridisch aannemelijk moeten worden gemaakt dat dit leidt tot natuurherstel.
De Porthos-zaak heeft laten zien dat een goede ecologische onderbouwing, die laat zien dat natuurherstel - of in ieder geval geen verdere verslechtering - plaatsvindt, tot vergunningverlening kan leiden. Om dat natuurherstel aan te tonen is wel een betere vastlegging van ecologische data nodig.
Monitoring en evaluatie van het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering
In 2021 ging de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering in. Onderdeel van de wet was dat de minister een Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering vaststelt. Doel van dat programma is om de stikstofdepositie te verminderen en de instandhoudingsdoelstellingen voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden te bereiken, om zo een gunstige staat van instandhouding van stikstofgevoelige soorten en habitattypen te bereiken.
Om de vooruitgang hierin vast te leggen is in de wet ook opgenomen dat de vooruitgang gemonitord wordt, en dat daarover elke twee jaar een evaluatie verschijnt.
Deze evaluatie wordt verzorgd door een consortium van wetenschappelijke organisaties: het PBL, het RIVM en de WUR. Dit consortium onderzoekt de voortgang en effecten van maatregelen uit het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering, en de mate waarin de doelen worden gerealiseerd.