Minister Adriaanssen: wel degelijk evenredige aanpak stikstofuitstoot
De twee SGP-Kamerleden hadden schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van een nieuwsbericht dat het demissionaire kabinet met nog geen enkele industriële piekbelaster afspraken had gemaakt over het terugdringen van de stikstofuitstoot.
79 procent gedaald
Minister Adriaansens van Economische Zaken antwoordt dat door wet- en regelgeving de NOx-uitstoot (stikstofoxiden) van de industrie en energiesector sinds 1990 met 79 procent gedaald; over 2022 bedroeg de daling 10 procent. ‘Daarnaast is in 2022 de generieke grens voor ammoniakemissie met een wijzigingsbesluit aangescherpt.' De bijdrage die de industrie en energiesector samen leveren aan de depositie van stikstof in Nederland bedraagt volgens Andriaansens 1,7 procent.
Via vergunningen en provincies
Volgens de minister worden de reducties via de reguliere vergunningverlening of een provinciale aanpak reducties bewerkstelligd. ‘Daarnaast worden bovenwettelijke afspraken gemaakt op het gebied van NOx-reductie met de twintig grootste industriële CO2-uitstoters. Hieronder valt ook een klein aantal piekbelasters en valt een groot aantal bedrijven in de Top100 van grootste stikstofoxiden-bronnen.’
19 industriële bedrijven
In 2019 en 2020 behoorden negentien industriële bedrijven, vier afvalcentrales (AVI’s) en vijf energiebedrijven tot de piekbelasters. ‘De aanpak piekbelasters industrie richt zich op de negentien industriebedrijven’, meldt Adriaansens. De AVI’s vallen onder een sectorale aanpak van het ministerie van IenW die naar de emissies in bredere zin kijkt. De energiecentrales vallen onder het klimaat- en energiebeleid van de minister voor K&E.
Niet meteen praktisch mogelijkheid
Adriaansens geeft wel toe dat het niet praktisch mogelijk is voor industriële piekbelasters om direct in te grijpen in bedrijfsvoering. ‘Voordat een bedrijf een beslissing neemt over een nieuwe investering wordt onderzoek gedaan naar de technische, financiële en juridische risico’s en de gevolgen voor de bedrijfsvoering. Daarnaast moeten bedrijven rekening houden met doorlooptijden bij vergunningverlening en een planning van de ombouw.’
De grootste uitstoters hoeven overigens niet per se piekbelaster te zijn. Dat heeft onder meer te maken met hun ligging ten opzichte van Natura 2000-gebieden.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen