Kabinet wijst extra gebieden aan voor versnelde afbouw derogatie
Naast de in 2023 al toegekende NV-gebieden op zand- en lössgronden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg en de werkgebieden van de waterschappen Hollands Noorderkwartier (NH), Delfland (ZH) en Brabantse Delta (NB), zijn ook in Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Zuid-Holland en Zeeland extra NV-gebieden aangewezen. Dit betekent dat in 2024 ruim 40 procent van het totale landbouwareaal in ons land verontreinigd gebied is. Hoeveel exact, kan het ministerie van LNV niet aangeven.
Naast het toevoegen, zijn er ook enkele gebieden van de kaart afgehaald, die in eerste instantie wel bestempeld waren als NV-gebied.
Verlaging stikstofnorm
Alle agrarische bedrijven in deze NV-gebieden moeten in 2025 uiteindelijk het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof met 20 procent verlagen. Daar wordt door het kabinet naar toegewerkt door volgend jaar al de totale stikstofgebruiksnorm met 5 procent te verlagen. Dit geldt voor zowel dierlijke mest als kunstmest. Deze percentages komen voort uit het onderzoek naar de effecten van de implementatie van de derogatiebeschikking die is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research.
Dit geldt voor alle boeren in NV-gebieden, dus ongeacht of de de veehouder wel of geen gebruik maakt van derogatie.
Afbouw
Voor de topografische percelen die voor de helft of meer in een NV-gebied liggen dienen melkveehouder die deelnemen aan derogatie het afbouwpad te hanteren dat sneller afbouwt naar 170 kg N/ha dierlijke mest in 2026. Dit betekent dat zij in 2024 210 kg N/ha mest mogen plaatsen, en in 2025 190 kg N/ha.
Derogatiebedrijven die een sneller afbouwpad krijgen, kunnen een grotere aanvullende tegemoetkoming aanvragen via de Subsidieregeling Behoud grasland bij afbouw derogatie.
Gedetailleerde aanwijziging
Waar de minister aan het begin van het jaar nog koos voor een schaalgrootte op waterschapsniveau omdat het kabinet werd overvallen door het besluit van de Europese Commissie, heeft hij de gebieden nu zo gedetailleerd mogelijk geselecteerd op basis van de KRW-beoordeling van de oppervlaktewaterkwaliteit voor stikstof en fosfor. Een toestroomgebied is ook met nutriënten verontreinigd als één van beide nutriënten (stikstof of fosfor) niet voldoet en tevens de ecologische beoordeling (voor de meest relevante biologische parameter) niet voldoet.
Voor de definitieve aanwijzing heeft het kabinet gebruikgemaakt van de toestroomgebieden van de KRW-waterlichamen. Hiervoor kreeg het hulp van waterschappen en provincies, omdat zij op regionale schaal de waterkwaliteit in beeld brengen. Ook waren er intensieve gesprekken en goedkeuring van de Europese Commissie nodig om dit op deze schaal te kunnen doen.
Grote impact
De minister is zich zeer bewust van de grote impact die het heeft op de ruim 15.000 derogatiebedrijven en de rest van de sector. Adema wil daarom in kaart brengen welke mogelijkheden boeren in hun bedrijfsvoering hebben om de uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater verder te verminderen.
De Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) zal gevraagd worden om deze mogeiljkheden, gespecificeerd naar de omstandigheden in de verschillende NV-gebieden, in kaart te brengen. Hierbij worden ook de waterschappen betrokken en boeren die hier (in gezamenlijkheid) al stappen op hebben gezet.
Daarnaast kunnen derogatiebedrijven al gebruikmaken van de Subsidieregeling Behoud grasland, waarbij geldt dat de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de vermindering van de hoeveelheid plaatsingsruimte. Bedrijven die bijvoorbeeld geconfronteerd worden met het snellere afbouwpad dan of met het niet meer gebruik kunnen maken van derogatie, komen in aanmerking voor een hogere vergoeding.
Maatregelen
Landbouwminister Adema reageert op de aanwijzing: „De derogatiebeschikking van de Europese Commissie vereist dat Nederland aanvullende maatregelen neemt om de kwaliteit van ons water te verbeteren. Schoon water is ook nodig voor land en teelt, nu en in de toekomst. Ik ben mij er zeer bewust van dat deze aanvullende maatregelen stevig zijn voor agrarische bedrijven in de aangewezen nutriënten verontreinigde gebieden. Echter, zonder deze gedetailleerde aanwijzing zou een groter deel van Nederland volgens de derogatiebeschikking aangewezen worden als verontreinigd en met niet uitvoeren staat de hele derogatie op het spel. Samen met de boeren in de aangewezen gebieden, en samen met de waterschappen, wil ik werken aan praktische oplossingen.”
Toekomst
Als de waterkwaliteit in een NV-gebied verbetert en de waterkwaliteitsnormen worden gehaald, kan dit ervoor zorgen dat een gebied in de toekomst niet meer als NV-gebied hoeft te worden aangewezen. Deze aanwijzing van de NV-gebieden geldt in ieder geval voor de resterende looptijd van de derogatiebeschikking. Hoe met de aanwijzing van de NV-gebieden zal worden omgegaan na 2025, is aan een nieuw kabinet.
Derogatiebeschikking
In september 2022 is Nederland met de Europese Commissie (EC) tot een derogatiebeschikking gekomen waarmee het enerzijds wil toewerken naar een volledige afbouw van derogatie en anderzijds aanvullende maatregelen neemt om de waterkwaliteit te verbeteren. De derogatiebeschikking is bovenop de afspraken gekomen die Nederland als lidstaat heeft gemaakt in het 7e Actieprogramma Nitraat en het addendum hierop.
Enkele maatregelen zijn in 2023 al ingegaan, zoals de afbouw van derogatie in heel Nederland en de aanleg van bufferstroken. Met de invoering van de NV-gebieden, de verlaging van de stikstofgebruiksnorm en het verlagen van het nationaal mestproductieplafond voldoet Nederland aan alle afspraken met de EC.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer