HHNK informeert boeren over waterstrategie bij droogte
Medewerkers van HHNK namen de toehoorders mee in de aanvoer van water uit het achterland van Europa en legden de keuzes uit die gemaakt worden over de verdeling van het water dat via de Rijn ons land binnenkomt. Een relatief klein deel wordt via de IJssel naar het Markermeer en IJsselmeer gevoerd.
Zoetwaterbuffer
Markermeer en IJsselmeer worden in dit kader bestempeld als IJsselmeergebied. Een zoetwaterbuffer voor 6 provincies en 9 waterschappen waar dat water onder verdeeld wordt. „Het jaar 2018 was een heel droog jaar,” vertelt Maarten Poort, programmamanager wateropgave bij afdeling watersystemen van HHNK, „en de urgentie van dat jaar was reden om na te gaan denken over het feit wanneer er in het IJsselmeergebied niet meer voldoende water is om in de polders in te laten.”
Rijkswaterstaat werkt nu met een bandbreedte van 20 cm peilverschil in het IJsselmeergebied, maar wil dit in de toekomst wellicht vergroten. Tien centimeter water in het gebied is voldoende om de omliggende gebieden drie weken van zoet water te voorzien.
Watervraag
Water in het gebied is nodig voor verschillende doeleinden. In de presentatie werd gesproken over de elementen die samen de grootste watervraag hebben, waterveiligheid en veenbehoud, peilhandhaving, beregening en doorspoelen tegen verzilting.
Bij droogte in combinatie met een laag peil in het IJsselmeergebied zullen er volgens Maarten Poort soms pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. De eerste zaken die verboden zullen worden in deze situatie zijn het watergebruik door de landbouw, doorspoeling tegen zoutindringing, het stedelijk watergebruik en het handhaven van het peil in minder kwetsbare gebieden.
Veilige dijken
In het kader van de veiligheid wordt als laatste pas het peil bij de waterkeringen niet meer gehandhaafd. Een maatregel die gevolgen kan hebben voor de veiligheid van het gebied als gevolg van scheurende dijken.
Maarten Poort vindt het belangrijk om als waterschap hier goed over te communiceren. „Die kennisoverdracht moet je als waterschap goed doen en je moet vooral goed uitleggen welke keuzes er gemaakt worden tijdens droogte en waarom die keuzes gemaakt worden.”
Adviescommissie
In de alarmfase 2 worden er keuzes gemaakt die direct invloed hebben op de land- en tuinbouw. Deze zijn gebaseerd op de door de WUR berekende opbrengsten per hectare per gewas. Dat onttrekkingsverbod geldt het eerst voor gewassen met een berekende opbrengst per hectare van minder dan 2.000 euro, zoals gras en mais, daarna volgt de trede van 2.000 tot 10.000 euro en daarna de gewassen met een berekende opbrengst van meer dan 10.000 euro.
Maar voor dat hier toe wordt overgegaan wordt de situatie voorgelegd aan de adviescommissie waterverdeling landbouw. Een commissie bestaand uit afgevaardigden van alle landbouworganisaties.
Afgemeten advies
De commissie kijkt per keer naar de situatie van dat jaar. Wanneer de droogteperiode optreedt wordt gekeken naar de start van het groeiseizoen. Is dat laat of vroeg? Welke gewassen hebben op dat moment het meeste water nodig en er wordt onderling gekeken of een sector even met minder water toe kan, zodat andere landbouwsectoren daar van kunnen profiteren.
Volgens Maarten Poort zullen dit lastige keuzes zijn voor de adviescommissie en hij roept agrariërs dan ook op om de leden van de adviescommissie te steunen.
Tekst: Co Schipper
Beeld: Co Schipper