Fotoserie: Koning bezoekt door blauwtong getroffen bedrijf van Cees Verhagen in Stolwijk
Familie Verhagen heeft een gemengd bedrijf met honderdzestig melkkoeien en driehonderd schapen. Aan de keukentafel legt Cees aan de koning en landbouwminister Piet Adema uit hoe blauwtong toeslaat op het erf. De dierziekte kostte tot nu toe al 42 van zijn schapen het leven. Ook bij de koeien sluipt het virus door de stal. Verhagen geeft voorbeelden aan het gezelschap van wat hij ziet aan zijn beesten: „Schapen zie je kwijlen en bij de koeien zie je minder melkproductie en dieren die kreupel lopen.”
'Schepje bovenop'
De melkveehouder vertelt vervolgens wat blauwtong met hemzelf als boer doet. „Als je elke dag naar het land rijdt waar je schapen lopen en deze telt, dan zie je er steeds meer met blauwtongsymptomen. In de agrarische sector is er al veel aan de hand. De sector staat onder druk door het stikstofbeleid. Blauwtong doet er nog een schepje bovenop. Het is een heel triest verhaal."
Beide diersoorten worden nu getroffen door blauwtong. De vorst wil daarom weten of er bewust is ingezet op het voeren van een gemengd bedrijf. „Ja, dat is gedaan in het kader van risicospreiding”, antwoordt Verhagen. „Het idee hierachter is dat als het in de melkveehouderij niet goed gaat, we met onze schapen een boterham kunnen verdienen. Dat is nu moeilijk, terwijl de rekeningen wel op de deurmat blijven vallen”, verzucht de melkveehouder. „Het is daarom belangrijk dat er zo snel mogelijk een vaccin komt.”
Financiële belangen
Landbouwminister Piet Adema beaamt dat. Het ministerie heeft hierover op dit moment veel contact met de farmaceutische industrie. Dat is niet altijd gemakkelijk, legt Adema uit. „De primaire belangen van deze bedrijven liggen niet bij de sector. Er spelen grote financiële belangen en dat maakt het een lastige discussie."
Het ministerie heeft gevraagd wat de farmaceutische bedrijven nodig hebben om snel een vaccin te kunnen ontwikkelen. Dat is versnelde toelating en een afnamezekerheid. „Daar wordt over gesproken." Ook wordt er met België en Duitsland, die ook kampen met blauwtong, samengewerkt. „Aan de ene kant doen we dat voor het ontwikkelen van een vaccin, aan de andere kant om bij de Europese Commissie sterker te staan voor een bijdrage ter ondersteuning van de sector.”
Rondleiding
Na het gesprek aan de keukentafel, trekt de Willem-Alexander witte beschermende kleding aan, om vervolgens een rondleiding te krijgen op het bedrijf. Omdat het gesprek aan de keukentafel uitliep, loopt de delegatie alleen een ronde door de schapenstal. De koeien worden overgeslagen.
Als het gezelschap de schapenstal betreedt, pakt de eigen dierenarts van Verhagen een schaap vast om de symptomen te laten zien. De koning kijkt geïnteresseerd toe. Na de rondleiding op het bedrijf was er nog een rondetafelgesprek met getroffen veehouders, dierenartsen en ketenpartijen, zoals LTO, Vee & Logistiek en het Platform kleinschalige schapenhouders.
Minder melk
Een veehouder, buurman van Verhagen, vertelt aan een grote ronde tafel dat hij 25 procent minder melk levert. „Dat is niet het ergste; maar het voelt als falen. Alsof ik het niet kan.” Hij heeft het bedrijf namelijk pas net overgenomen; „Dit is zó vervelend en vooral, een leuke, lieve koe zien lijden, dat doet zeer. Dat is heel frustrerend.”
Piet Boer van Taboer zegt dat praten niet de sterkste kant is van de sector. „Maar het helpt echt. Er is zelfs een speciale blauwtong-hulplijn waar mensen al wel gebruik van maken. De koning is geïnteresseerd in de vrijwilligers die de telefoon opnemen. Adema zegt dat de sector echt voor elkaar klaar staat; boeren geven elkaar een schouder om op te leunen. „Het is een heel mooi initiatief.”
Helma Lodders is er namens Vee&Logistiek om te vertellen over het transport van dieren; zij ‘kent ook de verhalen’. „Qua export lopen we tegen alle grenzen aan, in en buiten Europa. We moeten de export weer vlot trekken ook qua sperma en embryo's en vlees.”
Houden hart vast
Aan tafel gaat het over een hoge bereidheid tot vaccinatie. Er wordt overlegd met LNV en de producent van het vaccin. De koning vraagt wie er verantwoordelijk is voor de ontwikkeling. Adema is degene die antwoord geeft. De tafel is het erover eens dat de blauwtong er flink inhakt en allen houden hun hart vast voor volgend jaar. Het is de vraag of het vaccin er voor volgend dekseizoen is. Het zou weer al in maart moeten zijn, wanneer de knutten bij warm weer weer tot leven komen. Maar niemand belooft iets.
De vaccinontwikkelaar zegt dat dit er tussendoor komt. „Het is complex maar er is wel een mooie samenwerking.” De koning vraagt of een vaccin kan worden omgebouwd voor dit serotype. Volgens Adema zijn vijf bedrijven reeds bezig met het ontwikkelen van het vaccin. „Maar het kost tijd”, en finetuning is nodig volgens de ontwikkelaar.
Adema die de gespreksleider is, vat samen dat we in een rustiger periode terechtkomen dat de blauwtong over het hoogtepunt heen is. „Maar de knut komt in het voorjaar weer tot leven, dus het vaccin is de enige uitweg."
Blij met bezoek
De koning toonde zich erg geïnteresseerd en begripvol. Schapen vindt hij belangrijk. „We hebben ze zelf op Het Loo ook." Vooral de boer en zijn vrouw zijn erg blij met het bezoek van de koning. Het is voor hen echt een hart onder de riem. Voor Willem-Alexander is het een logisch bezoek. „Het is een hele kleine inspanning voor een heel belangrijke sector”, zei hij.
Tekst: Ruth van Schriek
Na van alles gedaan en gezien te hebben, teruggekeerd naar de Achterhoek. En bijna terug naar de boerderij waar ze opgroeide. Na jaren als eindredacteur voor de kranten en magazines van Agrio gewerkt te hebben, trok ze zelf de laarzen aan. Met camera, pen en papier op weg naar boeren, om met veel belangstelling hun altijd interessante verhaal te horen. En dit bij thuiskomst op te schrijven.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek