Twaalf veehouderijbedrijven West-Nederland hebben aanvraag Lbv en Lbv-plus ingediend
RVO heeft 344 specifieke aanvragen voor de regeling Lbv-plus en 174 specifiek voor de Lbv-regeling ontvangen. 126 bedrijven dienden een aanvraag in voor één van beide. Van de 644 aanvragen zijn er 290 afkomstig van varkenshouderijbedrijven, 114 uit de pluimveehouderij, 111 aanvragen komen van melkveebedrijven en 42 van een vleeskalverbedrijf. De overige 42 aanvragen komen van bedrijven met meerdere diersoorten ofwel gemengde bedrijven.
De cijfers geven volgens RVO een beeld van de belangstelling voor de subsidies. Dit is niet hetzelfde als het aantal veehouders dat een of meer locaties gaat beëindigen en straks ook daadwerkelijk gaat beëindigen. RVO gaat de aanvragen namelijk nog beoordelen. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, kunnen subsidie krijgen. Daarbij kunnen aanvragers op een later moment ook nog beslissen om niet mee te doen aan de subsidie. Pas als een veehouder wil meedoen met de subsidie, moet hij of zij die overeenkomst binnen zes maanden ondertekenen en terugsturen.
Per provincie
In Gelderland, de provincie met de hoogste stikstofopgave en het aantal zogenaamde piekbelasters, zijn met 212 de meeste aanvragen ingediend, gevolgd door Brabant met 161 aanvragen en Limburg met 144 aanvragen. In Overijssel zijn 61 bedrijven mogelijk van plan te stoppen, terwijl in Drenthe en Friesland dit 24 en 15 aanvragen zijn. In Utrecht vroegen negen veehouderijen de regeling aan, In Groningen, Zeeland en Flevoland waren dit er vijf en in Noord-Holland drie bedrijven.
Varkensbedrijven
Van de aanvragen door varkensbedrijven komen er 87 uit Limburg en 86 uit Brabant. In Gelderland vroegen 69 varkensbedrijven een regeling aan en in Overijssel waren dit 32 varkensbedrijven. Zes varkenshouderijen in Drenthe, drie in de provincie Zeeland en twee bedrijven in zowel Utrecht, Friesland en Groningen en één bedrijf in Flevoland. In de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland wil geen enkel varkensbedrijf stoppen, maar daar zitten over het algemeen ook weinig reguliere varkensbedrijven.
Melkhouders
De meeste aanvragen door melkveebedrijven komen uit Brabant. In totaal hebben in deze provincie 23 melkveebedrijven een aanvraag ingediend. Gelderland staat met 20 aanvragen door melkveehouderijen op de tweede plaats, gevolgd door Overijssel met 18 en Limburg met 16 aanvragen. In Drenthe dienden 15 melkveehouders een aanvraag in, terwijl in Friesland en Groningen dit respectievelijk zeven en drie aanvragen waren. In Noord-Holland willen 3 melkveebedrijven stoppen, evenals in Flevoland. Het aantal bedrijven in Utrecht staat op één en in Zeeland op twee. Opvallend is dat in Zuid-Holland geen enkel veebedrijf een aanvraag heeft in gediend.
Pluimveebedrijven
Het aantal pluimveebedrijven dat een aanvraag heeft ingediend, is met name in Gelderland (36 bedrijven), Brabant en Limburg (beide 33 bedrijven) hoog. Gevolgd door Overijssel met zes aanvragen en 5 aanvragen in Friesland. In Utrecht wil één bedrijf stoppen. Opvallend verder is dat er 86 vleeskalverbedrijven in Gelderland een aanvraag voor de regeling hebben ingediend en dat dit ook de provincie is met de meeste gemengde bedrijven die willen stoppen.