Update: Onderzoek ganzenvraat BIJ12 fundament nieuwe taxatierichtlijn gras
Welke invloed heeft ganzenvraat op grasgroei en in hoeverre kan grasschade herstellen? En wat is de invloed van wisselende temperaturen en neerslag op grasgroei in combinatie met ganzenschade? Het meerjarig onderzoek dat BIJ12 hiernaar liet doen, is onlangs afgerond. Het wordt een belangrijke bouwsteen voor de nieuwe taxatierichtlijn gras die in 2024 wordt opgesteld.
Veel schade
‘Ganzen kunnen veel schade veroorzaken in de landbouw’, aldus BIJ12 over de aanleiding van het onderzoek. ‘Vooral in het voorjaar wanneer ze het verse gras eten dat net begint te groeien.’ Veehouders moeten dan vervangend voer voor hun vee bijkopen, zoals mais of ander voer. Voor de geleden schade ontvangen ze een tegemoetkoming van de provincie. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden voor het kopen van vervangend voer.
Taxatierichtlijnen gras
Het bepalen van de exacte omvang van grasschade gebeurt aan de hand van taxatierichtlijnen die door BIJ12, in opdracht van de provincies, zijn vastgesteld. Voor het opstellen van deze richtlijnen is actuele kennis nodig, bijvoorbeeld over grasgroei. Daarom liet BIJ12 de afgelopen jaren hier nieuw, aanvullend onderzoek naar doen door SOVON Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga. Het onderzoek richtte zich op de relatie tussen de groei van gras en de mate waarin dit door ganzen begraasd wordt.
Grote gevolgen
Met name in situaties waarin de begrazingsdruk van ganzen zeer hoog is of langdurig in het seizoen aanwezig is, ervaren boeren de gevolgen voor de bedrijfsvoering als onevenredig groot en zwaarwegend. ‘In gebieden met zware begrazing is het aannemelijk dat de vraatschade voor een stapsgewijze verslechtering zorgt van de kwaliteit van de percelen in de loop der jaren’, aldus de onderzoekers. ‘Daar wordt bij de huidige bepaling van schade maar beperkt rekening mee gehouden. In dit project zijn deze gevolgen over de jaren niet nader onderzocht en ook in het rapport niet nader uitgewerkt.’
Vergoeding onvoldoende
Uit de gesprekken in het veld blijkt dat veel van de deelnemende boeren ervaren dat de huidige schadevergoeding niet opweegt tegen de kosten en tijd van alle aanvullende inspanningen die nodig zijn om de effecten van ganzen binnen de bedrijfsvoering op te vangen. ‘Met oog op de grote verschillen in schadeniveaus en de onevenredig grote effecten door zware schade verdient een maatwerk aanpak in de toekomstige regelingen onze aanbeveling’, aldus de onderzoekers.
Minder kwaliteit vervolgsnedes
In de studie is specifiek gekeken naar het effect van begrazing door ganzen op de eerste snede. Maar er zijn ook effecten op de vervolgsnedes. De onderzoekers opnieuw: ‘Er zijn door ons ook metingen gedaan om hier een beeld van te krijgen maar het is lastig gebleken om een vergelijkbare gegevens te verzamelen omdat percelen op verschillende momenten voor het eerst worden gemaaid en daarna de ontwikkeling van de percelen gestuurd door temperatuur en neerslag en beheer door de boer zeer verschillend kan verlopen.’ Wel is duidelijk dat er meerdere redenen zijn waarom ook effecten kunnen zijn op de vervolgsnedes wat betreft snelheid van de groei, bereikte grashoogte en kwaliteit. Zo stellen de onderzoekers. Zo kan als de eerste snede is vertraagd, deze vertraging niet worden ingelopen maar zal ook spelen bij de vervolgsnedes.
Deelnemers
Het onderzoek vond plaats in de periode 2019-2022 op graslandpercelen in drie deelgebieden: twee in de provincie Friesland en één in de provincie Noord-Holland. Naast de onderzoekers waren dat agrarische natuurvereniging Rûnom De Deelen, LTO Noord-Nederland, ganzencollectief Fryslân, taxatiebureau Van Ameyde en de deelnemende boeren in Friesland en Noord-Holland.
Grote database
Het grootschalige onderzoek heeft geleid tot een grote database met veel data over verschillende gebieden en jaren, meldt BIJ12. ‘De bevindingen zijn logisch en ondersteunen de ideeën die bij betrokkenen leven’, zegt Joris Latour, een van de onderzoekers. ‘Een belangrijk verschil is echter dat ze nu onderbouwd zijn door data en statische analyse. Ondanks dat deze bevindingen op het oog algemeen van aard zijn, leggen ze wel het complexe samenspel bloot van grasgroei, ganzenvraat, temperatuur, vochtigheid en aanwezigheid van ganzen.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Susan Rexwinkel