Column: De echte waarde
Het wachten is daarbij aan de ene kant op de overheid die echte keuzes moet maken, en die keuzes weet door te vertalen naar een concreet beeld hoe ze wil dat de landbouw er over 20 jaar uitziet. Vervolgens volgt nog de stap om dat beeld om te zetten naar concreet beleid zodat de ondernemers in de hele sector hun bedrijfsontwikkeling kunnen richten naar de doelen die van hen gevraagd worden. Aan de andere kant wachten we eigenlijk op het besef in de maatschappij dat waar de land- en tuinbouw nu voor staat, namelijk de hele sector weer passend maken binnen de milieugebruiksruimte die er in Nederland is, eigenlijk ook de opdracht wordt voor de hele economie en maatschappij.
Gratis
Een van de grootste hindernissen bij deze verandering is misschien wel dat de milieugebruiksruimte eigenlijk gratis is. Of, anders geformuleerd, de schade die de hele economie toebrengt aan milieu, natuur en biodiversiteit wordt niet in rekening gebracht bij degene die de producten maakt, verhandelt of koopt. Het niet doorberekenen van deze prijs in de hele economische keten maakt dat we het milieu, de natuur en biodiversiteit continu moeten beschermen met allerlei ge- en verboden.
Doen we dat niet, dan wint de euro het altijd van het milieu, de natuur of de biodiversiteit. Dat is natuurlijk precies wat we de laatste decennia gezien hebben. Wel is er steeds meer aandacht geweest voor milieu, natuur en de laatste jaren ook voor biodiversiteit. Maar omdat deze thema’s nog steeds geen plek hebben in het economische verkeer, kunnen we deze alleen beschermen met ge- en verboden.
Negatieve én positieve
Dat dit niet tot het gewenste resultaat heeft geleid hoef ik hier niet meer te betogen, dat weten we inmiddels wel. Wat nu als we deze waarden, milieu, natuur en biodiversiteit, wel een structurele plek geven in het economische verkeer? Zou er dan wel structureel aandacht zijn voor deze maatschappelijke waarden? En zouden deze waarden dan ook echt gaan verbeteren door de jaren heen? Ik denk van wel, maar dan moeten we wel het negatieve en het positieve in de prijs van een product tot uitdrukking laten komen. Dus de schade die de productie van een product teweegbrengt moet doorvertaald worden naar de uiteindelijke prijs van een product.
Tegelijkertijd moet een product dat een positieve waarde vertegenwoordigt ook goed betaald worden. Producten die zo geproduceerd zijn dat ze natuur en biodiversiteit herstellen, moeten ook betaald worden naar de waarde die ze op dit vlak vertegenwoordigen. Hetzelfde kun je bepleiten voor producten die aantoonbaar bijdragen aan de gezondheid van de consument.
True value
De oplettende lezer heeft allang in de gaten dat ik het heb over begrippen als ‘true cost accounting', ‘true pricing' of ‘true value'. Laat ik duidelijk maken dat ik het dan graag heb over ‘true value', de echte waarde van een product. Waarom true value? We komen er niet mee weg dat we alleen het negatieve gaan beprijzen. We zullen ook het positieve moeten belonen om onze doelen voor milieu, natuur en biodiversiteit binnen bereik te brengen. Dat laatste zit wel in het begrip ‘true value’ en niet in het begrip ‘true price'.
De true value-benadering betekent eigenlijk gewoon dat we onze economie op een andere manier gaan inrichten. Niet alleen maar op ‘wie het goedkoopste kan produceren, is het beste’, maar inrichten naar ‘wie de meeste waarde creëert voor de maatschappij is het beste’ en zal daarvoor ook beloond worden.
Dromen
Ik kan al wel een beetje inschatten wat voor commentaar ik op deze column krijg, maar droom nu eens even met mij mee. Als totale maatschappij hebben we er alle belang bij dat milieu, natuur en biodiversiteit niet alleen beschermd worden maar ook kunnen herstellen. Met alleen ge- en verboden gaan we dat niet bewerkstelligen, dus durven we dan met z’n allen na te denken over het anders inrichten van onze economie om dat wel te realiseren?