Van der Wal: Provincies moeten stikstofplannen bijstellen
Dat de provincies fors meer geld willen hebben dan er in het fonds voor stikstofreductie en natuurherstel zit, is al langer bekend. De provincies vragen in totaal 58,5 miljard euro, terwijl het fonds maar met 24,3 miljard euro gevuld is. Het is niet te verwachten dat de huidige demissionaire regering dat fonds nog eens zal verdubbelen. Het is ook maar de vraag of de komende regering dat wil doen; het stikstoffonds werd opgetuigd in een tijd dat de rente nog laag, en zelfs negatief was, en geld zo goed als gratis. Maar dat is nu voorbij; een gierende inflatie heeft ook de rentestanden omhoog gejaagd. En de verwachting is dat het ‘gratis geld’ voorlopig niet meer terugkomt.
Bovendien is het nog niet zeker of dat stikstoffonds van 24,3 miljard er nog wel komt. Voor de zomervakantie had de Tweede Kamer er nog mee ingestemd, maar de wet die dat regelt is nog niet door de Eerste Kamer. En als het er al komt, zal het bedrag daarvan eerder naar beneden dan naar boven worden bijgesteld, nu de financiële situatie veranderd is. Vanwege de oplopende rente en gestegen inflatie denkt de regering eerder aan bezuinigen dan aan meer geld uitgeven.
Overschrijding al lang duidelijk
Provincies hebben dit jaar hun provinciale programma’s voor het landelijk gebied (PPLG’s) opgesteld. Die moesten ze voor één juli inleveren bij Van der Wal. Daarbij hebben de provincies geen maximum bedrag opgelegd gekregen; het ministerie zou aan de hand van de ingeleverde plannen geld uit het stikstoffonds toewijzen aan de provincies. Dat de plannen van al die provincies veel meer zouden kosten dan het bedrag in het stikstoffonds, was in december al duidelijk, toen Overijssel als eerste een plan indiende. Daarin vroeg de provincie om 5 miljard euro, oftewel meer dan een vijfde van het totale fonds. Toen was al duidelijk dat als alle twaalf provincies dat zouden doen, de bodem van het fonds razendsnel in zicht zou komen. En Overijssel was niet eens de provincie met de grootste opgave.
'Alles of niets'
Of dat geld er nu komt, is dus ongewis. Dat kan problemen opleveren bij de provincies. Toenmalig Overijssels gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher stelde dat hij als portefeuillehouder al dat geld nodig had; als Overijssel niet het totaal gevraagde bedrag kreeg, kon de provincie het plan niet uitvoeren.
In Zeeland klinkt een zelfde geluid. In een interview met Stal en Akker vertelde gedeputeerde Wilfried Nielen dat de provincie met 1,7 miljard weliswaar een bescheiden bedrag vraagt, maar dat ze wel dat volledige bedrag nodig heeft. „Het is alles of niets“, vertelde Nielen, met natuur in zijn portefeuille, in dat interview.
Leon Faassen, gedeputeerde voor de provincie Limburg, staat er anders in. „We hebben 6 miljard gevraagd“, vertelde hij tegen Agrio. „Als we maar 3 miljard krijgen, kunnen we ook maar voor 3 miljard aan plannen uitvoeren.“ En daarmee, liet hij doorschemeren, zullen de doelstellingen die het ministerie aan Limburg heeft opgelegd, ook maar voor de helft gehaald worden.