Topkoe Moos 172 nieuwe ‘Miss Waterland’
De inzet van Donald 209 is het resultaat van een plan om de leden meer bij de fokkerij te betrekken. Daarbij werd een stier uitgezocht die gefokt was door een van de leden en breed werd ingezet binnen de veeteeltstudieclub. Het resultaat mocht er zijn. De tweedekalfs Donald-dochters vormden een prachtige uniforme groep en drukten individueel hun stempel op de middenklasse. Meest imponerende koe op de keuring was seniorenkampioene Moos 172 van de familie Honingh uit Zuidwoude. De absolute topkoe werd uitgeroepen tot 'Miss Waterland'.
De keuring begon met twee kleine vaarzenrubrieken. In de eerste rubriek, die bestond uit een mooie jeugdige groep vaarzen was er een duidelijk kopnummer in Moortje 444 van Honingh. De Mogul-dochter toonde veel jeugd en een heel mooi type met veel fijnheid en was voorzien van een hele beste uier die de uiertitel zou winnen bij de vaarzen. Ook de tweede vaars, Batje 343, een jeugdige Bonum-dochter van de familie Smit uit Amsterdam bezat een mooi type en een sterke, ondiepe uier. De grote, lange Reflector-dochter Linda 60 van de familie Lubrecht uit Monnickendam ging als derde mee naar de finale.
Honingh pakt alle vaarzenprijzen
De tweede rubriek was nog beter dan de eerste waarbij vooral het mooie, evenredige type van de dieren opviel. Honingh kwam ook in deze rubriek op kop met een tweetal mooie vaarzen. De jury, die bestond uit Nico Bons en Herre Kuiper, koos op basis van een licht voordeel in uier en benen voor Wijntje 276 als kopkoe in deze rubriek. De ruimgebouwde productieve Tatoo-dochter was groot, lang, breed en diep en was al ruim 300 dagen aan de melk. Ze werd gevolgd door stalgenote Jeanette 7, een fraaie, jeugdige Montross-dochter die in ras niet onderdeed voor haar voorgangster en bekoorde met een mooie, diepe middenhand met een prachtige ribwelving en een sterke, ondiepe uier. De evenredig gebouwde Antje 218 van de familie Roos uit Katwoude volgde het kopduo en ging mee naar de finale. De mooitypische Donald 212-dochter was breed en diep en zeer correct gebouwd.
Roza 435 van melkveehouderij Wijdewormer uit Wijdewormer was al sinds vorig jaar november aan de melk. Daardoor had ze geen optimale keuringsconditie, waardoor ze genoegen moest nemen met de vierde plaats, maar de Big Adventure-dochter was een beste, evenredig gebouwde, brede vaars van mooi type met haar diepe ribben en mooie ribwelving. De zes vaarzen in de finale vormden een fraaie line-up, die moeiteloos kon concurreren met finales op keuringen met een veel groter werkgebied. Honingh pakte de prijzen met zijn drie fraaie kwaliteitsvaarzen, waarbij de titel ging naar de jongste, Moortje 444. Wijntje 276 werd reservekampioene en Jeanette 7 kreeg de eervolle vermelding.
Familie Roos domineert middenklasse
De familie Roos drukte haar stempel op de middenklasse, niet in de laatste plaats omdat de door de veeteeltstudieclub ingezette Donald 209 gefokt is door Roos. De zeven aanwezige dochters van de Malki-zoon met de roodfactor uit een Jerudo-moeder vormden een indrukwekkende dochtergroep. De groep was zeer uniform met van voor tot achter een prachtig type: een evenredige bouw met mooie overgangen, ruime voorhanden, diepe ribben met een mooie welving, soepele, lange uiers, beste kruizen met centraal geplaatste draaiers en beste benen, afgewerkt met fijnheid in vel en botten. “Wat een fantastische groep!,” aldus Nico Bons.
Individueel bliezen de Donald-dochters hun partijtje stevig mee in de middenklasse. In de eerste van de drie middenklasserubrieken, een goede, sterk aanhoudende rubriek, kwam Bons-Holsteins Ella 244 van Roos op kop, een High Octane-dochter uit de bekende oud-NRM-kampioene Bons Holsteins Ella 158, “de Mailing”. Aangezien ze gefokt is door jurylid Nico Bons, bemoeide hij zich niet met de plaatsing van deze koe. Dat liet hij over aan Herre Kuiper die de extreem diepgeribde koe met een soepele uier met daarin een messcherpe ophangband op 1A zette.
De 1B-positie was voor een Donald 209-dochter. Jans 63 van de familie Bark uit Monnickendam was lang, groot en gelijnd, liep op beste benen en had een beste achteruier. Ze kreeg de voorstap voor Mina 171 van de familie Vendrig uit Amsterdam, een mooitypische Lustrum-dochter met een evenredige bouw, diepe ribben en een goede achteruier. Die evenredigheid van bouw kende ook Irene 446 van de familie Lubrecht uit Monnickendam. De Reflector-dochter was breed en diep met parallelle voorbenen en stapte heel best. Op de achtste en laatste plaats in deze sterke rubriek kwam Antje 212 van Roos, een Donald 209-dochter met een prachtig skelet die echter erg vers was, waardoor ze nog wat zucht in haar lange uier had en niet hogerop kon, maar wel imponeerde.
In de tweede rubriek van de middenklasse kwam Hanna 248 van de familie Hoeve uit Amsterdam op kop. De Donald 209 was wat fijn en licht gebouwd, maar had veel kwaliteit met fijne, droge botten en een superfijn velletje. Een geweldige raskoe met kurkdroge benen en een hele beste, soepele kwaliteitsuier. Ze werd gevolgd door stalgenote Josefien 175, een diepgeribde, lange Brekem-dochter met upstanding. Op de derde plek kwam Moortje 424 van Honingh, een mooitypische, jeugdige Donald 209-dochter met beste benen, een beste, lange uier en een fijne huid.
De derde rubriek kreeg eveneens een Donald 209-dochter op kop: de roodbonte Wilhelmina 524 van Roos. Een mooie, zeer evenredig gebouwde koe met vaste overgangen, een mooie ribbenpartij met veel welving en veel ruimte tussen de parallelle voorbenen, die afgewerkt was met een mooibeaderde, lange uier. Stalgenote Antje 197 legde beslag op de 1B-positie, een mooie, evenredig gebouwde, gezonken Doorman-dochter met veel ribwelving, een beste uier en beste benen. Het duo werd gevolgd door een koe van geheel andere signatuur, Heleen 2 van Honingh. De royaal ontwikkelde, zeer productieve Beemer-dochter was groot en lang met diepe ribben en een mooi zij-aanzicht.
De helft van het zestal finalistes in de middenklasse bestond uit Donald 209-dochters. Kampioene werd echter Bons-Holsteins Ella 244 van Roos, met de rode Wilhelmina 524 van Roos als reservekampioene. De eervolle vermelding ging naar Hanna 248 van Hoeve.
Absolute topkoe bij de seniores
Zoals op de meeste keuringen was het ook in Zuiderwoude genieten geblazen van de oudere koeien. De eerste rubriek in de seniorenklasse was er een met vierde- en vijfdekalfskoeien. Vanaf het moment dat ze de ring in kwam, was duidelijk dat Moos 172 van Honingh de rubriek, het seniorenkampioenschap en het algemeen kampioenschap zou gaan winnen. De Balu-dochter is een absolute topkoe. Ze is fraai, zeer correct gebouwd, heeft showuitstraling en valt niet op een foutje te betrappen. Ze heeft upstanding, prachtige overgangen, een lange fijne nek, een beste kop, een geweldige middenhand met diepe, gewelfde ribben, loopt en staat zeer comfortabel op beste benen, heeft een lang, breed kruis met een centraal geplaatste draaier, heeft ruimte tussen de parallelle voorbenen en is afgewerkt met een lange, brede, hoge mooibeaderde uier met een mooie speenplaatsing. Een klasbak met ras.
Gebri Margret 53 van Oosterlaken en Van Rossum uit Broek in Waterland kwam nog het dichtst in de buurt van Moos 172. De Goldfarm-dochter was eveneens fraai van type en beschikte over een mooie, soepele uier en veel ruimte tussen de voorbenen. Batje 312, een lange Reflector-dochter van Smit legde beslag op de derde plek vanwege haar beste uier voor de mooitypische, evenredig gebouwde Corrie 90, een Krusader-dochter van Bark, die de vierde plaats kreeg toebedeeld. Als rubriek was de laatste van de dag, de productieklasse voor koeien met minstens 60.000 kg melk, nog indrukwekkender dan de eerste seniorenrubriek. Een rubriek best bewaarde fraaitypische koeien waar de melk van afdroop. Dat was zeker van toepassing op Wijntje 221, een diepgeribde Bradnick-dochter met parallelle voorbenen en een best bewaarde, soepele uier van Honingh die de koppositie kreeg toebedeeld. Ook de 1B, Damion-dochter Gebri Margret 23 van Oosterlaken/Van Rossum was lang en fraai van type, een prachtige koe die helaas linksachter wat onkant in de uier was. Zij was een van de drie 100.000 kg-koeien in deze imponerende rubriek. Batje 252 van Smit, een grote, lange, diepe Stonewall-dochter op 1C was er daar ook één van. Zij werd gevolgd door de zeer fraaitypische Tinouk Petra 250 van de familie Terlouw van Marken, een roodbonte Kodak-dochter met beste, droge benen en een soepele, goed bewaarde uier. Jaantje 377 van Roos sloot de rubriek af, wat alles zei over het geweldige niveau. De Stylist-dochter was een fraaitypische, best bewaarde koe die verreweg de hoogste levensproductie kilogrammen vet en eiwit had op de keuring: ruim 9100, zo’n 1500 kg meer dan de nummer 2.
De seniorentitel ging onbedreigd naar Moos 172. Ze kreeg Gebri Margret 53 als secondante, de eervolle vermelding was voor Wijntje 221.
De competitie tussen acht zeer goede bedrijfsgroepen werd gewonnen de familie Honingh met een prachtige, uniforme groep jeugdige, mooitypische, goed afgewerkte kwaliteitsvaarzen die bestond uit het winnende trio bij de vaarzen. Roos pakte de reservetitel met een trio met daarin de kampioene en reservekampioene van de middenklasse. De titel “Miss Waterland” kon zoals vermeld niet ontgaan aan Moos 172.