Column: Ecologische waternormen kunnen minder streng
De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater verbetert. Goed nieuws, zou je denken. Maar er dreigt een nieuwe juridische loopgravenoorlog à la stikstof, omdat Nederland in 2027 aan de ecologische normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gehouden zal worden. Vanuit de stikstofdiscussie weten we dat de Nederlandse overheid veel invloed heeft op het nationale stikstofbeleid en dat lang niet alles plaatsvindt onder dwang van Europa. Bij de KRW is dat niet anders. Net als bij stikstof is er in het nationale beleid over waterkwaliteit ook een strenge ecologische benadering gekozen. Dat hoeft niet erg te zijn, zolang het maar haalbaar is. Echter, daar schuurt het.
Nederland strenger
Stichting Agrifacts haalde de afgelopen jaren boven tafel dat er voor water in beken die uit Duitsland en België komen, minder strenge normen gelden dan in Nederland. En dat Nederland in verhouding tot andere landen veel kleine wateren heeft aangewezen met een ecologische norm. Door dit soort nationale keuzes is het voor Nederland, dat ook nog eens aan het eind van veel Europese waterwegen ligt (Rijn, Maas, Schelde), waarschijnlijk moeilijker om de doelen te halen. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat liet onlangs weten dat bij normverschillen in grensoverschrijdende watergangen gesprekken zullen volgen met de Duitse en Vlaamse regering om de Nederlandse normen over te nemen. Vooralsnog biedt dat geen zekerheid of er in 2027 schoner water ons land binnenstroomt.
Riooloverstorten
Nu komt er in 2024 een evaluatie, om in beeld te krijgen hoe Nederland er voor staat. Ik durf de voorspelling aan dat de opgave nog enorm is. En dat de verschillende overheden vooral naar andere partijen zullen kijken voor de oplossingen: lees landbouw. En als daar dan nog mogelijkheden liggen op basis van een goede landbouwpraktijk, moeten die kansen zeker benut worden. Maar voor riooloverstorten van gemeenten kunnen boeren niet verantwoordelijk worden gehouden. Gemeenten moeten zelf hun riolering opsplitsen in een huishoudelijke stroom en een regenwaterstroom. En voor het niet budgetteren van extra waterzuiveringstrappen van rioolwaterzuiveringsinstallaties kan er ook geen extra beleid op boeren worden afgewenteld. Daarvoor staan de waterschappen zelf aan de lat.
Normen aanpasbaar
Wat wel kan, is het aanpassen van de normen. De waterschappen bepaalden welke waterlichamen aangewezen moesten worden voor de KRW, met de bijbehorende ecologische normen. Dat is formeel bevestigd door de provincies. De ecologische normen, waar stikstof en fosfor onder vallen, liggen echter niet vast in een wet. Die zijn relatief eenvoudig aan te passen als daar goede redenen voor zijn, en dat loopt niet via Brussel. Navraag bij de Unie van Waterschappen en waterschappen levert op dat er wel in de geest van de KRW gehandeld moet worden, maar dat een waterschap en provincie dat samen kunnen oppakken. Sterker nog, er is al een aantal waterschappen die de strenge normen hebben aangepast.
Hollands Noorderkwartier
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bijvoorbeeld ontdekte dat de natuurlijke concentratie van fosfor in het water hoger lag dan de KRW-normen voor fosfor. Zij lieten uitzoeken welke norm wel haalbaar is en dat leidde voor de helft van de waterlichamen van het hoogheemraadschap tot een minder strenge norm. Ook binnen een aantal andere waterschappen zijn op die manier al normen bijgesteld.
Brabantse Delta
Nu de BoerBurgerBeweging in veel provinciale colleges en waterschapsbesturen plaatsneemt, is dit een uitgelezen kans om tot realistische normen te komen. Dat inzicht is nog niet overal doorgedrongen. Waterschap Brabantse Delta schrijft in haar coalitieakkoord: ‘Ook maken we de situatie rondom normverschillen tussen Vlaanderen en Nederland inzichtelijk bij het Rijk en de EU.’ Deze afwachtende houding mag overboord. Als waterschap kun je bij de provincie nieuwe normen voorstellen op basis van onderzoek. Hollands Noorderkwartier is het voorbeeld.