Grote impact EU-verordening Natuurherstel
Vorige week debatteerde de Tweede Kamer met minister Adema al over de mogelijke impact van de nieuwe EU-verordening Natuurherstel. Het kabinet stelt zich kritisch op tegen de aanscherping en kreeg via een aangenomen motie van de BoerBurgerBeweging de opdracht mee om zich actief te verzetten, omdat de verordening mogelijk veel impact gaat hebben op landbouw en andere economische sectoren. Uit een eerste ambtelijke verkenning, die minister Van der Wal een dag na het debat naar de Tweede Kamer stuurde, blijken die zorgen terecht te zijn.
Verslechteringsverbod
In de ambtelijke verkenning is een juridische analyse gemaakt van de term ‘verslechteringsverbod’ en is voor drie gebieden een poging gedaan om in kaart te brengen wat de impact gaat zijn. Poging is hier de juiste benaming, want voor de ambtenaren was lang niet altijd duidelijk wat er precies moet worden verstaan onder bepaalde tekstpassages in de huidige voorstellen.
Desondanks stellen ze wel vast dat het verslechteringsverbod voor de natuur in deze verordening ‘verder reikt dan het bestaande verslechteringsverbod onder de Habitatrichtlijn en de (planologische) bescherming binnen NNN’. Iedere mate van verslechtering is straks verboden op alle locaties waar de habitattypen voorkomen, dus ook buiten het Natuur Netwerk Nederland en Natura 2000-gebieden. Dat is zeer waarschijnlijk op iedere locatie, terwijl het nu zo is dat het ergens wel slechter mag worden zolang de landelijke staat van instandhouding maar gewaarborgd blijft.
Herstelmaatregelen
Gebieden waar herstelmaatregelen zijn getroffen, moeten bovendien verbeteren totdat er een ‘toereikende kwaliteit’ is bereikt. Dat gaat dus verder dan de natuurkwaliteit gelijk houden. Verder worden er extra soorten en habitattypen toegevoegd ten opzichte van de Natura 2000-doelen en gaat er zeer waarschijnlijk een vergunningsplicht gelden voor projecten en plannen voor alle natuur. Nu is dat beperkt tot Natura 2000-gebieden.
Hogere zandgronden
Voor de hogere zandgronden in Brabant, Limburg, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Drenthe is onderzocht welke impact de verordening zal hebben. De ambtenaren weten niet precies wat die impact zal zijn, omdat niet bekend is waar stikstofgevoelige habitattypen buiten de Natura 2000-gebieden voorkomen. Die zullen eerst in kaart gebracht moeten worden. Maar omdat het ministerie van LNV zich op het standpunt stelt dat alle habitattypen op de hoge zandgronden zich in een matige of zeer ongunstige staat van instandhouding bevinden, zijn de gevolgen groot.
Droge heiden
Op basis van schattingen komt een kwart van die habitattypen voor buiten de Natura 2000 gebieden. Belangrijke gebieden zijn in elk geval de Utrechtse Heuvelrug en losse heideterreinen en bossen in Drenthe, Twente, de Achterhoek en oostelijk Brabant en Noord-Limburg. Deze gebieden moeten allemaal in kaart worden gebracht en opgenomen worden in Aerius. Het gaat met name om droge heiden. Omdat dit habitattype in een groot deel van het land aanwezig is, zal het van grote invloed zijn op plannen en projecten met stikstofuitstoot in het hele land.
Wegbermen
Uit de ambtelijke verkenning blijken ook wegbermen van bijvoorbeeld snelwegen niet meer in kwaliteit achteruit te mogen gaan. Daar komen ‘heischrale graslanden’ voor. Volgens de verkenning zijn deze bermen stikstofgevoelig en een ‘intensivering van het verkeer op de weg kan dus een negatief effect op de kwaliteit van het habitattype hebben’. Ook werkzaamheden voor wegverbreding op plekken waar het habitattype aanwezig is of waar machines worden geparkeerd vallen onder het verslechteringsverbod van de verordening. Het kan zelfs nu al tot problemen leiden, als de oppervlaktes van heischrale graslanden in bermen zo groot is dat het meetelt voor de gunstige landelijke staat van instandhouding. Of dat zo is, is niet uitgezocht. Dan mag het nu al niet achteruitgaan. Maar meer verkeer over de weg is dan ook problematisch, omdat er dan meer stikstof op terechtkomt.
Zwarte mees
De zwarte mees is een voorbeeld van een vogel die nu nog niet als soort beschermd is binnen Natura 2000-gebieden. Met de nieuwe verordening verandert dat en zal er ook extra bescherming gaan gelden voor de leefgebieden van de zwarte mees buiten de Natura 2000-gebieden. De zwarte mees leeft voornamelijk in naaldbossen op de zandgronden, maar komt ook voor in de duinen. Wanneer die gebieden in kwaliteit verbeteren, mogen ze niet meer in kwaliteit achteruitgaan. Volgens de verkenning betekent dit dat activiteiten die stikstof uitstoten dan getoetst moeten worden.
Agrarische praktijk
Tenslotte is er ook gekeken naar de impact van de verordening op de agrarische praktijk. Dat levert vooral vragen op. Treedt er bijvoorbeeld verslechtering op als er een beheerpakket voor weidevogels van een perceel af gaat? En mag je grasland nog scheuren als er wel eens weidevogels broeden? De ambtenaren trekken wel de conclusie dat als hiervoor iedere keer toestemming gevraagd moet worden ‘dit tot een onwerkbare situatie leidt’.
Politiek akkoord
Uit de begeleidende brief van minister Van der Wal blijkt dat ze verwacht dat het Europees Parlement in juli een definitief standpunt heeft ingenomen over deze verordening. Dan volgt er nog een proces met de lidstaten en de Europese Commissie en die mondt waarschijnlijk in december uit in een politiek akkoord.