Kamerbrief Adema: Veevoer belangrijke pijler minder voedselverspilling
In de hele voedselketen zijn inmiddels een aantal veelbelovende initiatieven genomen tegen voedselverspilling, aldus minister Adema van LNV in zijn Kamerbrief over voedselverspilling. Daarin komt hij met de jongste cijfers over voedselverspilling en presenteert hij een versnellingsagenda.
700.000 broden te veel
Inmiddels wordt al gewerkt aan een effectievere broodketen om retourstromen te voorkomen, aldus Adema. ‘Dagelijks worden namelijk 700.000 broden te veel gebakken. Ongeveer de helft gaat verloren in de keten, onder meer bij supermarkten, waar 8 procent van het brood retour gaat naar bakkerijen en wordt verwerkt tot veevoer.’ Ook wordt gewerkt aan business cases om onvermijdbare reststromen, zoals snijresten van aardappelen, groenten en fruit op grote schaal te verwerken tot diervoer voor een circulaire productie van vlees, zuivel en eieren.
Steeds minder
Nederlanders verspillen steeds minder voedsel, concludeert Adema. ‘Huishoudens boeken de meeste vooruitgang. Sinds 2015 gooien zij 23 procent minder eten weg.’ Gemiddeld verspilden Nederlanders in 2022 thuis 33,4 kg eten per persoon. ‘Binnen de hele voedselketen zijn van boer tot bord weliswaar veelbelovende initiatieven om verspilling tegen te gaan, maar meer inzet is nodig.’ Nog altijd wordt ongeveer een kwart van al het voedsel in Nederland verspild. De dalende trend nu namelijk te stagneren. ‘In het huidige tempo wordt het doel om voedselverspilling in 2030 te halveren niet gehaald.’
Verplichte monitoring landbouw
De brief van Adema bevat nieuwe cijfers over voedselverspilling bij consumenten thuis (2022) en in de hele voedselketen (2009-2020), waaronder ook landbouw, voedselproducenten, supermarkten en horeca vallen. Daarnaast is een onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) toegevoegd met adviezen over aanvullende maatregelen. Uit het onderzoek van de WUR blijkt volgens Adema ook dat het belangrijk is om de voedselverliezen in de landbouw beter te monitoren. De minister verkent ook of het mogelijk is monitoring en rapportage in de keten verplicht te stellen. ‘Op die manier kan nauwkeuriger worden bekeken welke maatregelen effectief zijn om voedselverspilling tegen te gaan.’