Column: Boerendiversiteit
Met die landbouwtrantsitie krijgen we allemaal te maken. Joszi Smeets (mede-oprichter van de Nieuwe Boerenfamilie), Dieuwertje van Muyden (communitymanager) en ik (Joris Lohman) zien De Nieuwe Boerenfamilie in nieuw licht.
Op 9 maart vond De Nieuwe Boerenfamiliedag plaats. Ruim 100 boeren en niet-boeren kwamen samen, op zoek naar inspiratie en partners om nieuwe landbouw te realiseren. De deelnemers aan de Boerenversneller - een programma voor agrarisch ondernemers - stelden daarin een levend voorbeeld door hun bedrijfspraktijk en toekomstbestendige plannen te delen. Waar de Boerenfamilie zichzelf in alle bescheidenheid tot vorige week als niche beschouwde, bracht de aanwezige landbouwminister Adema daar resoluut verandering in: ‘Wij moeten vernieuwers zien als volwaardig onderdeel van de agrarische sector.’
Bovendien stelt de minister dat dit, de toon van De Nieuwe Boerenfamilie, is waar we naar toe gaan: omgevingssensitieve boeren bedrijven. Al zal efficiënte productie voor een deel van de boerenbedrijven het uitgangspunt blijven, een ander deel van de boeren zal het ondernemerschap opnieuw gaan uitvinden. De Boerenversnellers laten zien dat daarin vele richtingen mogelijk zijn; van een combi met kinderopvang, tot hop-productie op de veengronden van een voormalig melkveehouderij en het volledig omschakelen naar regeneratieve agroforestry met een uitmuntend en rendabel langetermijnplan. Ook het produceren van biobased bouwmaterialen kan een agrarisch ondernemer als serieuze kans beschouwen. Blijvers, krimpers en vernieuwers vormen volgens de minister samen een nieuwe norm van “boerendiversiteit”.
Landbouwakkoord
Het landbouwakkoord dient ondersteunend te zijn aan deze boerendiversiteit, en zoals gezegd behoeven vernieuwers daarin een volwaardige plek. Daar ligt een belangrijke uitdaging voor het ministerie van LNV, die met kennis, kunde en financiering een omslag teweeg moet zien te brengen bij een meerderheid van de boeren. Waar politiek en landbouw in het verleden een productieve relatie hadden, is daar nu een afstand ontstaan. Het opheffen van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in 2015 speelt daarin een rol. De overheidsdienst was betrokken bij het ‘in samenhang ontwikkelen’ van het platteland en, benadrukt Adema, fungeerde als een belangrijk communicatiekanaal tussen boeren en bestuurders. De landbouwsector is meer dan ooit marktgedreven, waardoor maatschappelijke en economische doelen uit elkaar zijn komen te liggen.
Hoezeer Adema ook inzet op vrij en vernieuwend agrarisch ondernemerschap, en hoeveel succesvolle, duurzame praktijkvoorbeelden er ook te vinden zijn bij de Boerenfamilie en verwante organisaties, zolang Nederlands water en land niet schoner worden zal Brussel over onze schouder blijven meekijken. Dit gaat gepaard met “middelsturing”, strenge regels die bepalend zijn voor de uitvoering door boeren, terwijl Adema boeren meer “doelsturing” en daarmee meer vrijheid van praktijk gunt: baas op eigen erf.
Er is meer nodig
Maar de landbouwtransitie heeft meer nodig dan een goed landbouwakkoord, weet ook minister Adema. Het gaat erom dat alle ketenpartijen gezamenlijk toewerken naar een nieuw systeem dat de voorwaarde schept voor werkende verdienmodellen van omgevingssensitieve bedrijven. Een progressieve houding van onder meer banken, supermarkten en samenleving is daarin onmisbaar. Om die reden is Rabobank ook nadrukkelijk aanwezig op De Nieuwe Boerenfamiliedag. De kersverse directeur Food- en Agri, Alex Datema, proeft dat de bank bereid is om een nieuw systeem te faciliteren. Adema’s oproep om te investeren in koplopers zoals de Boerenversnellers, zal door Datema, ook aanwezig op de Boerenfamiliedag, zeker gehoord worden. Ook Anna van der Bijl, eiwitboer(in) en projectmanager bij Rabobank, maakt graag samen met ons (Food Hub) de weg vrij voor nieuwe verdienmodellen, onder andere met Food Forward.
Van 14 naar 14.000
Als één van de grondleggers van De Nieuwe Boerenfamilie realiseerde ik me vorige week aan tafel met minister Piet Adema, Anna van der Bijl en Jonathan van der Geer, dat het tijd is om de ambitie van de Boerenversneller drastisch op te schroeven. Niet 14 boeren per jaar, maar wel 14.000 veranderaars of meer zouden terecht moeten kunnen voor op maat gemaakte ondersteuning. Ook liggen er kansen, breder dan de Boerenversneller, om Samen Slimmer Boeren te verankeren in het onderwijs. Samen dus, want dat kunnen we niet alleen, daarin trekken we graag op met organisaties als BoerenNatuur en Wij.land, maar ook LTO en NAJK. Deze partijen zien de landbouwtransitie niet als een kwestie van minder boeren, maar van meer boerendiversiteit.
Om een grote groep ‘nieuwe’ agrarisch ondernemers te verwelkomen of omscholen is het van belang dat het landbouwakkoord zekerheid en perspectief biedt, en dusdanig substantieel en meerjarig georiënteerd is dat ketenpartijen de overstap naar een nieuw systeem durven maken. Want het omschakelen van traditionele landbouw naar agroforestry, om een voorbeeld te noemen, vraagt per definitie om een langetermijnvisie en planning. Na aanleg duurt het circa 7 jaar voordat je daarvan de vruchten kan plukken.
Tekst: Joris Lohman
Beeld: Bram Teeuwsen