Rechter doet geen uitspraak en wijst Stichting Stikstofclaim op bodemprocedure, Aerius blijft in werking
Stikstofclaim heeft samen met een varkenshouder, en tevens PAS-melder, de Staat gedagvaard om Aerius tijdelijk buiten werking te stellen totdat de uitkomsten van het model betrouwbaar, verifieerbaar en reproduceerbaar zijn.
De rechtbank heeft deze vordering afgewezen omdat niet het Rijk, maar Gedeputeerde Staten over het verlenen en beoordelen van natuurvergunningsaanvragen gaan. Ook het tijdelijk on hold zetten van het rekenmodel totdat deze is aangepast door het kabinet, kan niet volgens de rechter. Het gebruik van Aerius is namelijk verbonden aan een ministeriële regeling. Artikel 2.1 schrijft het gebruik dwingend voor.
Uit vaste rechtspraak blijk dat de rechter in een kort geding alleen bij zeer hoge uitzondering de bevoegdheid heeft om een wet of regeling buiten werking te stellen. De minister heeft een grote mate van beleidsvrijheid en wordt gecontroleerd door het parlement. De voorzieningenrechter moet zich daarom terughoudend opstellen en kan alleen ingrijpen als er zonder enige twijfel vastgesteld kan worden dat de wet of regeling niet door de beugel kan. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er sprake is van strijd met een hogere regeling. De rechtbank oordeelt dat dit hier niet het geval is.
Wetenschappelijke discussie
De rechter constateert verder dat de Staat voldoende heeft weersproken dat er onzekerheden in de uitkomsten van Aerius zitten, maar dat met het rekenmodel de meest actuele en best beschikbare wetenschappelijke kennis wordt benut om onzekerheden zoveel mogelijk te beperken. Ook betoogt het Rijk dat er vooralsnog geen beter alternatief voorhanden is.
De rechter vindt dat een kortgedingprocedure zich niet leent voor een wetenschappelijke discussie over de werking van Aerius en de houdbaarheid van de uitkomsten.
Bodemprocedure
Ook kan in deze zaak niet worden vastgesteld dat op korte termijn een alternatief voor Aerius voorhanden is om op een goed controleerbare en navolgbare wijze een exactere berekening te maken van de stikstofdepositie. Dit hebben Stikstofclaim en de varkenshouder niet onderbouwd. Daarom dient hierover een bodemprocedure gevoerd te worden. Stikstofclaim heeft ook al aangekondigd om dit te gaan doen.
Reactie John Spithoven: 'Laten het er zeker niet bij zitten'
Voorzitter John Spithoven van Stichting Stikstofclaim ziet de uitspraak zeker niet als een verlies. „De voorzieningenrechter velt geen inhoudelijk oordeel over deze zaak en verwijst naar de bodemprocedure." Hij gaat zich met de stichting beraden over of ze deze gaan voeren. „We laten het er zeker niet bij zitten. Ik zie een proces met vertrouwen tegemoet", zegt de voorzitter. Wel baalt Spithoven ervan dat er geen uitspraak is gedaan. „Want een bodemprocedure kan weer jaren gaan duren. Daardoor kunnende BV Nederland, de industrie en de agrarische sector mogelijk nog lang in onzekerheid blijven verkeren. Dat vind ik jammer."
Een van de punten die de rechter aandraagt, is dat Stikstofclaim niet onderbouwd heeft dat er op korte termijn een alternatief met betrouwbaardere uiktomsten gaat komen komen voor Aerius. De stichting betreurt dat hieraan voorbij gegaan is omdat juist die grote marge in het rekenprogramma voor grote gevolgen zorgt in het hele stikstofbeleid en bij elk individueel project. Dat snapt Spithoven. „Deze discussie kwam pas tijdens de rechtszaak ter sprake en dat hadden we van tevoren ook niet doorgesproken en voorbereid. We hebben toen tijdens de zaak wel aangegeven dat er een alternatief is, maar daar was de Staat het niet mee eens. De alternatieven die wij zien zullen we tijdens een eventuele bodemprocedure zeker inbrengen."
Stikstofclaim is het ook niet eens met het punt van de rechter dat de Staat, maar de provincie volgens de voorzieningenrechter gedagvaard had moeten worden. „Een ministeriële regeling wordt afgegeven door de Staat en niet door een provincie."