Zes provincies vragen geld (27 miljoen) van het Rijk voor innovatie in de veehouderij
De proeven leveren kennis en ervaring op voor nieuwe wet- en regelgeving. Op de korte termijn is 8,5 miljoen euro nodig om zo snel mogelijk, in ieder geval dit jaar al, te beginnen met de 50 proeven. In totaal is zo’n 58 miljoen euro nodig. 'Wij dragen zelf ook bij, net als de sectoren en de andere provincies', schrijft de provincie Gelderland.
Perspectief
Volgens gedeputeerde Peter Drenth (Gelderland) zijn ministers Piet Adema en Christianne van der Wal positief over de proeven én doen vijf veehouderijsectoren mee met de plannen. „We willen buiten aan de gang, meters maken", zegt Drenth. „Daarvoor is het belangrijk om ook verplaatsing en innovatie mogelijk te maken, naast opkoop. Innovatie, goed vastgelegd in wet- en regelgeving, is een voorwaarde. Juist ook voor de boeren die willen blijven. Dit biedt hen perspectief. Ik ben heel blij met de positieve woorden van onze beide ministers. Laten we aan de slag gaan!"
Brabants gedeputeerde Landbouw en Voedsel Elies Lemkes-Straver: „In het voorstel van de zandprovincies zitten thema’s die voor Brabant erg belangrijk zijn: real time monitoring, stalinnovaties en mest(verwaarding). We zijn dan ook erg blij dat het ministerie positief is over deze aanpak, dat voor hen vooruitloopt op het innovatienetwerk dat zij aan het opzetten zijn. De kans die we nu krijgen om hiermee de verduurzaming te versnellen is fantastisch. Wij zijn altijd blijven geloven in innovatie, we zien nu ook de positieve voorbeelden die dat bewijzen, zoals het stalsysteem van Lely dat nu een RAV-goedkeuring heeft. Daarnaast kunnen we ditzelfde nu onderzoeken voor voer- en managementmaatregelen met real time monitoring. Een belangrijke stap naar het weer snel mogelijk maken van vergunningverlening.”
Emissiereducties
Met de 50 proeven die in 2023 beginnen, willen de provincies samen met de veehouderij inzetten op innovaties die per veehouderijsector leiden tot haalbare en betaalbare emissiereducties, die goed zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de basis leggen voor een nieuw stelsel – ook voor vergunningverlening en handhaving; alle maatregelen die emissie verminderen straks via sensoren kunnen monitoren en zorgen voor het verwerken van mest tot organische meststoffen voor de land- en tuinbouw ter vervanging van kunstmest.
de zes provincies werken samen omdat er gebieden zijn met zandgronden. Gelderland: 'Wij, Brabant, Limburg, Overijssel, Drenthe en Utrecht zijn de zogeheten ‘zandprovincies’, die deels of geheel op de hoge zandgronden liggen. In deze provincies zijn de veehouderijsectoren sterk vertegenwoordigd en zijn er natuurgebieden waar de neerslag van stikstof sterk moet verminderen. Bovendien spoelen mineralen op de zandgronden gemakkelijker uit de bodem. Om perspectief te houden voor de landbouw zijn hiervoor snel duurzame oplossingen nodig.'
Vijf sectoren
Volgens een woordvoerder van de provincie Gelderland zit de melkveehouderij, varkenshouderij, kalverhouderij, geitenhouderij en pluimveehouderij aan tafel met de provincies om de proeven verder vorm te geven. „Onder meer realtime meten is een van de proeven die we graag verder uit willen werken", vertelt zij. Volgens Gelderland zit er een brede groep aan tafel, zoals bijvoorbeeld belangenorganisaties en voerleveranciers. In ieder geval doen LTO, NMV, POV, SKB en NPV mee.