Adema: 'Dempen van sloten onwenselijk en niet zomaar mogelijk'
Tjeerd de Groot stelde de vragen naar aanleiding van de resultaten van een stelling op Melkvee.nl over het dempen van sloten. Een meerderheid geeft aan dat het de sloot wel wil dempen om op deze manier zoveel mogelijk mestplaatsingsruimte te kunnen behouden. Het Kamerlid van D66 ziet dit als een ongewenste ontwikkeling omdat het negatieve gevolgen heeft voor de biodiversiteit.
De minister is dat met hem eens, maar wil geen moratorium met de waterschappen afspreken voor het dempen van sloten. Adema vindt het van belang om te benadrukken dat boeren contact opnemen met het waterschap om toestemming te vragen voor het dempen van een sloot. 'Elk waterschap heeft hiervoor regels. Over het algemeen geldt de voorwaarde dat de hoeveelheid oppervlaktewater behouden moet blijven.'
De waterschappen geven zelf ook aan dat een sloot niet zomaar gedempt mag worden. Boeren moeten hiervoor eerst toestemming vragen. 'Omdat een demping wel een verandering in de waterhuishouding tot gevolg heeft. De individuele waterschappen verstrekken veel informatie omtrent de betreffende regelgeving op hun websites', meldt Adema.
Droge sloten
In het geval van droge sloten is er bij de meeste waterschappen geen regelgeving aanwezig. Adema is hierover in gesprek met de waterschappen om er aandacht voor te vragen.
Per regio verschillend
Het dempen van sloten is afhankelijk per regio. In gebieden met hoge zandgronden kan het dempen van sloten helpen bij de bestrijding van droogte. Dit heeft een positief effect op het aanwezige grondwater in de regio wat weer positieve gevolgen kan hebben voor zowel de landbouw als de aanwezige natuur rondom percelen.
Gevolgen doelen
Op de vraag of het dempen van sloten de natuur- en stikstofdoelen in het geding kunnen brengen, kan de minister geen eenduidig antwoord geven: 'Enerzijds zal door het dempen van een sloot de mestplaatsingsruimte toenemen en als gevolg daarvan ook de stikstofdepositie. Anderzijds kan een dergelijke actie tot gevolg hebben dat de oppervlakte van het perceel en daarmee de breedte van de bufferstrook (4 procent staffel) toeneemt wat een afname van de mestplaatsingsruimte en stikstofdepositie veroorzaakt. Ook in het geval van het graven van een vervangend oppervlaktewater kan de mestplaatsingsruimte en de stikstofdepositie door deze actie afnemen.'
Maatregelen
Via ecologisch slootbeheer en randenbeheer kan de biodiversiteit gestimuleerd worden, zeker in die gebieden waar de waterkwaliteit onder druk staat en de biodiversiteit in de knel komt. In het huidige Nationaal Strategisch Plan heeft het ministerie extra middelen beschikbaar gesteld voor uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Het gaat om een bedrag van 120 miljoen euro per jaar.
Dit kan, afhankelijk van de pakketten die de provincie aanbiedt, besteed worden aan pakketten voor ecologisch slootbeheer. Daarnaast past ecologisch slootbeheer als maatregel bij verschillende doelen in het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG), zoals de doelen ten aanzien van waterkwaliteit en natuur. Provincies kunnen ecologisch slootbeheer opnemen in de gebiedsprogramma’s.
Met name bufferstroken rond droge sloten niet goed ingetekend
In een andere Kamerbrief over de verkeerd ingetekende bufferstroken erkent minister Piet Adema van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit dat er fouten zijn gemaakt. „Ik vind dat vervelend, omdat dit tot verwarring en onrust bij boeren leidt. LNV pakt samen met RVO de signalen van boeren en de betreffende sectororganisaties op om ervoor te zorgen dat de boeren hier niet de dupe van worden." Vanaf 1 maart is het in het kader van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) verplicht om bufferstroken langs alle waterlopen te hebben. Dit is vanaf die datum ook verplicht via de mestwetgeving.
RVO moet voor het intekenen van de bufferstroken gebruik maken van de database ‘Basisregistratie Grootschalige Topografie’ (BGT). Overheden zijn sinds enige tijd verplicht deze landelijke database te gebruiken als bronbestanden. Onder andere RVO, waterschappen en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de invoering van de gegevens waarmee de waterlopen bepaald worden. Tussen deze 'bronhouders' is een verwerkingstijd tot maximaal achttien maanden aangehouden voor het doorvoeren van aanpassingen. Daardoor kan de BGT niet altijd de feitelijke situatie weergeven.
Droge sloten
Dit is met name bij het bepalen van een droge sloot of een watervoerende sloot het geval. Hierdoor zijn op de RVO-kaart de bufferstroken rond met name droge slote niet goed weergegeven.Verder staan bijvoorbeeld in bepaalde gevallen bufferstroken ingetekend rondom poelen en vijvers, die onterecht als sloten zijn aangemerkt.
Boeren kunnen tot 1 maart via de Gecombineerde Opgave aangeven dat de bufferstroken niet kloppen. Bij boeren waar de bufferstrook niet klopt, moet uitgegaan worden van de feitelijke situatie. Dit is ook het uitgangspunt van RVO. „Op deze manier wordt de boer niet benadeeld. Het gevolg is wel dat de boeren hierdoor dit jaar helaas meer tijd nodig zullen hebben voor het invullen van de Gecombineerde Opgave dan in voorgaande jaren", aldus Adema.
De minister wil voor 1 maart 'maximale duidelijkheid' verschaffen als de periode van de gecombineerde opgave van start gaat.