Column: Waar wachten we nog op?
Toch weten we ook ook veel zaken wel. We weten dat we fors moeten inzetten op biodiversiteitsherstel, we 5 procent groenblauwe dooradering moeten realiseren in 2030, we aan de bak moeten met de waterkwaliteit en serieus werk moeten maken van de klimaatacties in het veenweidegebied.
Besluit
Vergeet ik nog bijna te benoemen dat er een forse ambitie ligt om de landbouwgronden rondom natuurgebieden in te zetten om een bijdrage te leveren aan structureel natuurherstel. Wij, BoerenNatuur en de collectieven, weten ook dat vele boeren daar liever vandaag dan morgen mee aan de slag zouden gaan. Recent onderzoek toont dat ook aan. Dus waar wachten we nog op? Waarom beginnen we niet alvast met die zaken in te vullen waarvan we weten dat ze moeten gebeuren? Er ligt een Aanvalsplan Grutto waar we morgen al mee zouden kunnen beginnen als we de juiste instrumenten en budgetten durven in te zetten. Er is een aanvalsplan Landschapelementen waar precies hetzelfde voor geldt. Beide plannen worden breed gedragen door de sector, de overheid en NGO’s, niets staat de uitvoering hiervan in de weg. Nou ja, behalve dan het besluit om dit daadwerkelijk te gaan doen en de benodigde budgetten er aan te koppelen vanuit het transitiefonds. Voor een groot deel zullen maatregelen uit het Aanvalsplan Grutto en Landschap ook bijdragen aan andere thema’s zoals waterkwaliteit, klimaat en natuurherstel.
De samenhang tussen al deze opgaven is groot, mits daar verstandig mee omgegaan wordt. Daar verstandig mee omgaan betekent: sturen op de beste maatregel, op de beste plek, maar vooral ook op landschapsschaal kijken wat de beste plek is. Langjarige contracten en passende vergoedingen zijn ook essentiele randvoorwaarden. Een andere garantie voor succes is het inzetten op vrijwillige deelname van boeren, alleen dan zijn de deelnemers ook oprecht gemotiveerd om er het beste van te maken. Dat laatste is misschien wel de meest cruciale voorwaarde van alle.
Een hele puzzel
Nu hoor ik sommigen van u denken ‘dat is nog een hele puzzel’. Want wie gaat die puzzel leggen, en wie is er instaat om met de boeren in gesprek te gaan en ze te ondersteunen bij de keuze op welke manier ze het beste met hun bedrijf bij kunnen dragen aan de doelen op landschapsschaal? En wie gaat ervoor zorgen dat het geld op een simpele manier op de juiste plek terecht komt. Het antwoord hierop is eigenlijk heel simpel. Een systeem en de organisatie hiervoor hebben we al. Het systeem is het ANLb (Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer) en de organisatie is Boerennatuur, en de 40 aangesloten collectieven.
Sinds 2016 doen we al precies wat ik hierboven beschreven heb, we sturen op doelen op gebiedsniveau, zijn in gesprek met boeren om beheer afspraken te maken op bedrijfsniveau en werken samen continue aan het verbeteren van het beheer. Dat we dit efficiënt en effectief doen wordt wel bewezen doordat ieder jaar bijna 100 procent van de beschikbare budgetten worden benut en ingezet. Maar bereiken we ook voldoende de doelen die we hebben met het ANLb? Nee, nog niet daarvoor moeten we toch echt inzetten op meer beheer en nog betere maatregelen. Nu voeren we op slechts 6 procent van het landbouwareaal agrarisch natuurbeheer uit terwijl veel meer boeren mee willen doen.
Politiek
Ook boeren die al deelnemen willen vaak wel meer beheer toepassen in de toekomst. Ik blijf dan ook bij mijn eerder getrokken conclusie: we zouden morgen aan de slag kunnen met de toekomst, de boeren zijn er klaar voor. Het vraagt alleen nog een politiek besluit om de beschikbare budgetten te koppelen aan de beschikbare plannen!