Kerstcadeau voor ‘Den Haag’ bij aanvang belangrijke landbouwdebatten
Fotoserie: Nieuwkoopse boeren bieden stikstofruimte aan voor verbouwing Binnenhof
De milieuorganisatie diende vorige maand een handhavingsverzoek in bij de provincie Zuid-Holland. Boeren uit diezelfde provincie hebben nu de oplossing. Via innovatieve maatregelen reduceren melkveehouders in het gebied rondom de Nieuwkoopse Plassen stikstof (zie kader onder dit bericht). De ruimte die zo ontstaat kan dan worden ingezet voor de verbouwing. Geld daarvoor vragen de boeren niet, maar de boeren vragen wel om in het Landbouwakkoord dat Landbouwminster Piet Adema de komende maanden wil sluiten vijf belangrijke punten op te nemen.
Het gaat om vijf besluiten die al door de Tweede Kamerleden zijn bekrachtigd. De coöperatie schrijft: ‘De moties over invoering afrekenbare stoffenbalans, zoals in 2020 ingediend door de leden Geurts en Habers. De moties die dit jaar in uw Kamer zijn aangenomen van het lid Bisschop over aanpassing van de stikstofaanpak aan de Nieuwkoopse aanpak, lid Van Campen over de implementatie van kansrijke innovaties en lid Grinwis over het inrichten van stikstofbanken om de herverdeling van vrijkomende stikstofruimte ordentelijk te organiseren en daarbij onderscheid te maken tussen NOx en NH3.’
Zwaard van Damocles
Volgens de Nieuwkoopse veehouders tikt de tijd snel weg. ‘Sinds maart 2021 zien we dat alles wat te maken heeft met brongerichte verduurzaming (management, techniek, borging, financiering) steeds verder versnipperd en vertraagd wordt. De wil en focus ontbreekt ambtelijk om er echt wat van te maken. De tijd om goedschiks en structureel bronmaatregel te nemen tikt hard weg. Per 1 januari 2024 – of zoveel eerder of later de verschillende provincies op last van de rechter over moeten gaan tot handhaving en intrekken vergunningen – valt voor de veehouderij het zwaard van Damocles. Om dat te voorkomen, is per direct prioriteit, budget en focus nodig op innovatie. Als onderdeel van een nationaal innovatieprogramma, dan wel daarop vooruitlopend, moéten management, techniek, monitoring, borging en financiering in samenhang worden doorontwikkeld.’
Om de boodschap extra kracht bij te zetten werd het plan aangeboden in de vorm van een strop. ‘Komen uw vijf besluiten in het landbouwakkoord? En gaan we nog in 2023 structureel aan de slag met opschaling brongerichte verduurzaming vooruitlopend op een volledig operationeel nationaal innovatieprogramma? Dan gaan 2023 en 2024 de geschiedenis in als de topjaren waarin Nederland de koppositie als gidsland duurzame landbouw uitbouwde en als eerste land ter wereld de transitie doormaakte naar de wereldwijd vermaarde Nederlandse kringlooplandbouw. Gebeurt dat niet? Dan gaan 2023 en 2024 de geschiedenis in als de jaren waarin de internationale koploper duurzame landbouw Nederland doodloper werd door verstrikt te raken in een strop van zelfopgelegde uitvoeringsregels en modelwaarde, waarvan achteraf zou blijken, dat ze tóch niet kloppen. Zoals commissie Hordijk (ongeschikt), TNO (onbetrouwbaar), RIVM (onwetenschappelijk), PBL (ondoelmatig) en Remkes (onverstandig, onnodig polariserend) al bij herhaling hadden aangegeven.’
Geen vertrouwen, wel open voor een gesprek
In de uitgebreide brief geven de boeren uit Zuid-Holland en een klein deel van Utrecht aan dat ze best willen samenwerken met het ministerie ‘ook al is het vertrouwen tot een extreem dieptepunt gedaald’. ‘Wij ontvingen subsidiebeschikking vanuit landbouw, maar de deuren en ramen bij Natuur en Stikstof bleven echter potdicht. Ondanks de subsidie van minister Schouten en de motie Bisschop horen wij vanuit LNV dat ambtenaren Natuur en Stikstof niet met onze aanpak aan de slag willen. De gesprekken hierover vinden zonder ons plaats. Wij begrijpen dat het gaat om een kwestie van ‘niet willen’ en dus niet om een kwestie van ‘niet kunnen’. Wij verzoeken uw Kamer om de ministers van Landbouw en Natuur en Stikstof op het hart te drukken om dit ambtelijk gesprek in de komende maanden mét ons op een structurele manier te organiseren. Dit in het kader van het op te stellen landbouwakkoord en op te starten nationale innovatieprogramma.’
Beide ministers
Op dinsdag 16.00 uur werden de stukken anageboden aan de Tweede Kamer en het ministerie. Dat was vlak voor het begrotingsdebat over de landbouw waarbij alle belangrijke landbouwonderwerpen in de Tweede Kamer worden besproken. De strop werd overhandigd in de vorm van een stropdas. Zowel minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) als Van der Wal (Natuur en Stikstof) waren bij de overhandiging aanwezig. Ook Kamerleden Boswijk (CDA), Bromet (GroenLinks), Van Campen (VVD), Bisschop (SGP) en wat medewerkers van JA21 en de BoerBurgerBeweging waren er.
De Nieuwkoopse aanpak: ‘Innoveren, reduceren en verleasen’
De uitleg van de Nieuwkoopse veehouders zelf:
‘In de Wsn (Wet stikstofreductie en natuurherstel) is een wettelijk verplichte emissiereductie van 50% opgenomen voor stikstof, zonder onderscheid tussen NOx (verbrandingsgas, smog) en NH3 (rottingsgas, ammoniak). In de brief over de structurele aanpak van 24 april 2020 is aangekondigd, dat emissienorm bij nieuwbouw van melkveestallen per 2025 landelijk wordt verlaagd naar 50 procent (6,5 kg NH3/dier/jaar). De stikstofruimte die een veehouder hiermee bespaart, kan hij volledig benutten voor uitbreiding (intern salderen). In de praktijk moet hij dat vaak ook doen, om de nieuwbouw te kunnen financieren. Dit betekent dat een veehouder met 100 koeien bij 50% emissiereductie wordt gestimuleerd/financieel gedwongen om 200 koeien te gaan houden om de kosten van de investering in de nieuwe, duurzame stal terug te verdienen. Omdat een twee keer zo grote stal ook betekent twee keer zoveel grond en twee keer zoveel fosfaatrechten, kost zo’n stap enorm veel geld. Dit betekent dat een veehouder de stap om te verduurzamen uitstelt (stilstaan) tot het moment dat hij in één keer deze zware financiële stappen kan zetten (hollen). Ook gaat hij niet verder met verduurzamen, dan hij wettelijk verplicht is. Dit terwijl bekend is dat 70 procent emissiereductie mogelijk is bij combinatie management en techniek.
‘In de Nieuwkoopse aanpak wordt een veehouder gestimuleerd om zo snel en vergaand mogelijk zijn emissie te reduceren. De vergunningruimte die hij vrijspeelt, hoeft hij niet direct zelf te benutten, maar plaatst hij een aantal jaar in een ‘stikstofbank’. Daarmee ‘koopt’ hij flexibiliteit om uit te breiden op zijn eigen tempo. In ruil voor deze flexibiliteit, draagt hij een deel (44%) van zijn stikstofruimte af voor natuur. Deze ruimte wordt direct geschrapt. Voor de overige 56% ontvangt hij een vergoeding van een partij, die deze stikstofruimte nodig heeft. Na bijvoorbeeld 10 of 15 jaar valt de stikstofruimte dan weer vrij. De veehouder kan deze ruimte op dat moment weer opnemen om zijn stal uit te breiden. Omdat hij zijn stal al in een eerder stadium heeft kunnen vernieuwen/ verduurzamen en de kosten daarvoor heeft kunnen terugverdienen met het beschikbaar stellen van de vrijgespeelde stikstofruimte, is hij nu niet gedwongen om zijn bedrijf te verdubbelen en zich tot over zijn oren in de schulden te steken. Hij heeft de financiële ruimte om de uitbreiding of aanpassing van zijn bedrijf te doen, die bij zijn bedrijfsontwikkeling past. De groei van bedrijven verloopt hierdoor meer geleidelijk, passend bij het tempo waarin grond vrijkomt van stoppers (autonoom proces van boeren zonder opvolger).
‘Op dit moment zijn veel ontwikkelingen (bouw, industrie, verkeer) nog in meer of mindere mate afhankelijk van fossiele energie. Bij verbranding van fossiele brandstof komt stikstof vrij in de vorm van NOx (smog). Omdat het gebruik van fossiele brandstoffen in 2050 met 95% moet zijn afgenomen ten opzichte van 1990, hebben deze nieuwe ontwikkelingen die NOx ruimte tijdelijk nodig en loopt het aandeel fossiele brandstof richting 2050 steeds verder af. Bijvoorbeeld bij de realisatie van een nieuwe weg of woonwijk, leidt dat tot meer verkeer en meer uitstoot van NOx. In de komende jaren zal de uitstoot van NOx vanuit verkeer steeds verder afnemen. Vanaf 2035 gaat dat nog harder, omdat in Europees verband is afgesproken, dar er dan geen nieuwe brandstofauto’s meer verkocht mogen worden.
‘NOx (smog) is een totaal andere stof dan NH3 (ammoniak), maar beiden hebben vermestende (plantenvoeding) en verzurende (oplossen en uitspoelen van voedingselementen) effecten op de bodem. NOx is sterk verzurend en slecht voor de volksgezondheid. Hoewel de effecten verschillen en de stoffen dus niet één op één inwisselbaar zijn, is er (vooralsnog) beleidsmatig voor gekozen, dat een toename van depositie van de éne stof verzacht of ‘gemitigeerd’ kan worden door een afname van depositie van de andere stof. Nu kan dat nog direct door middel van extern salderen. In de Nieuwkoopse aanpak wordt de vrijgespeelde NH3 in een stikstofbank geplaatst als onderpand voor een nieuwe NOx vergunning. Voor het gebruik van deze stikstofruimte wordt een vergoeding betaald in de vorm van een jaarlijkse leaseprijs. In analogie van de bank zou je het kunnen zien dat NOx en NH3 niet direct inwisselbaar zijn, maar er wel NOx kan worden uitgegeven als er voldoende NH3 op de bank staat. Vergelijkbaar met een onderpand van vreemde valuta of goud (het groene goud).
‘Na twee jaar onderzoek naar management én bronscheidingstechniek in het kader van de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) en het Netwerk Praktijkbedrijven is duidelijk, dat nog een emissiereductie te behalen is in de open melkveehouderij van 70% voor stal, mestopslag én veldemissies: zie integrale aanpak. Omdat 50% reductie pas verplicht is in 2035 en allen voor nieuwbouw in 2025, gaat het om een bovenwettelijke besparing.
'De voordelen op een rij:
1. melkveehouders worden verleid tot een snelle, maximale, bovenwettelijke emissiereductie;
2. melkveehouders worden niet economisch gedwongen/gestimuleerd om de volledige bespaarde emissieruimte direct in te zetten voor uitbreiding (intern salderen);
3. melkveehouders worden in staat gesteld om geleidelijk (spantsgewijs) te groeien in het tempo waarin grond van collega’s vrij komt (autonome stoppers);
4. melkveehouders dragen direct 44% van de vrijgespeelde stikstofruimte af voor natuur;
5. de overige 56% wordt tijdelijk beschikbaar gesteld voor ontwikkelingen, die nu nog niet zonder fossiele brandstoffen gerealiseerd kunnen worden;
6. door directe afdracht van 44% zitten de vergunningen niet ‘juridisch op het randje’;
7. door stikstofregistratiesysteem (SSRS) en stikstofbank is de emissieruimte goed in beeld en wordt zeker gesteld dat ook de emissie van verkeer, energie en industrie daadwerkelijk dalen;
8. het geld gaat naar boeren die investeren in het verduurzamen van hun bedrijf, in plaats van naar boeren die stoppen. Stoppers krijgen een goede agrarische prijs bij overname door blijvers.
9. Belastinggeld wordt effectief besteed: met circa 3 miljard kan 70% reductie behaald worden2.
10. De innovatiekracht en duurzaamheid van de landbouw in Nederland wordt versterkt doordat we vanuit het huidige landbouwsysteem, dat nog drijft op kunstmest en rotte drijfmest (ammoniak en methaan zijn rottingsgassen), overschakelen naar hoogwaardige kringloopmest uit bronscheidingstallen. Nederland kan zo zijn positie als koploper duurzame landbouw verder uitbouwen en als gidsland vooropgaan in de transitie naar kringlooplandbouw en een belangrijke bijdrage leveren aan de bio-based economie (meer biogas, minder kunstmest).’