Toekomst van de landbouw: Bovennorm voor aantal GVE per hectare per 2032
Met vier Kamerbrieven heeft de regering op vrijdag 25 november haar visie op de toekomst van de landbouw neergelegd. Op 7 en 8 december zal de Tweede Kamer hierover in debat gaan, als ze de begroting van het ministerie van LNV behandelt. In aanloop daarnaartoe lichten wij enkele onderwerpen van die toekomstvisie uit. Vandaag: GVE per hectare.
Met de GVE-norm wil de minister een grondgebonden melkveehouderij vanaf 2032 borgen in aanvulling op gebruiksnormen en gebruiksvoorschriften. Daarmee wil hij bereiken dat zoveel mogelijk mest op eigen land geplaatst wordt en zo weinig mogelijk kunstmest aangevoerd.
Daarnaast bestaat dan een aanzienlijk deel van het bouwplan uit grasland voor de ruwvoervoorzieningen en ten behoeve van het behoud van de waterkwaliteit. ‘Een bovennorm uitgedrukt in GVE per hectare is ten aanzien van andere eenheden het meest eenvoudig, robuust en daarmee het beste uitvoerbaar en handhaafbaar, en sluit optimaal aan bij de visie op kringlooplandbouw’, schrijft de minister in de Kamerbrief.
Landbouwakkoord
De minister benadrukt dat het om een bovennorm gaat waarbij ruimte is voor optimalisering op bedrijfsniveau. De hoogte van de norm wordt gebaseerd op de totale stikstof- en fosfaatgebruiksnormen waarbij voor stikstof wordt uitgegaan van 170 kg per hectare en de ruimte die ingevuld kan worden door kunstmestvervangers uit dierlijke mest.
Zaken als gewas, grondsoort en productiviteit per koe hebben invloed op de hoogte van de vast te stellen bovennorm. In het Landbouwakkoord wil Adema met de partijen afspraken maken over de exacte bovennorm en eventuele tussennorm.
Deskundigen opperden onlangs om de begrenzing van de veedichtheid op 2,3 gve per hectare vast te stellen. Met deze grens zou het mogelijk zijn om de ammoniakuitstoot te halveren.