Europees Hof zet alle PAS-vergunningen ter discussie
Het gaat om een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. De zaak draait om een Deense viskwekerij nabij een Natura 2000-gebied. De viskwekerij had al een vergunning sinds 15 februari 1999 voor het uitstoten van 15,6 ton stikstof. In de loop van 2006 vroeg het bedrijf een vergunning aan voor het uitstoten van 16,47 ton stikstof. De Deense overheid verleende de vergunning, maar hiertegen werd met succes bezwaar gemaakt. De overheid was vergeten te onderzoeken wat het cumulatieve effect was van de groei van alle viskwekerijen in diezelfde regio op het Natura 2000-gebied. In hoger beroep werd de uitspraak in deze kwestie opgeschort en een oordeel gevraagd aan het Europees Hof.
PAS-vergunningen
Het Europees Hof stelde op 10 november dat de Deense autoriteiten in 2006 niet alleen naar deze viskweker had moeten kijken, maar ook naar de andere ontwikkelingen in het gebied. Denemarken heeft daarmee vergunningen afgegeven op basis van een fout toetsingskader. Dat raakt direct aan wat er in Nederland is gebeurd onder PAS, want daarvan heeft de rechter ook vastgesteld dat het toetsingskader niet klopte. Dit betekent voor alle bedrijven die sinds de inwerkingtreding van de PAS in 2015 een vergunning kregen, dat ze niet langer definitief zijn. Ze kunnen door een organisatie als MOB aangevochten worden, maar het Europees Hof zegt ook dat de overheid de fout zelf moet herstellen.
Vergunning intrekken
Dit betekent dat de overheid voor alle bedrijven die onder de PAS zijn vergund, moet onderzoeken wat het effect van de huidige vergunde situatie is op Natura 2000-gebieden: een zogenaamde passende beoordeling. Volgens John Spithoven van Stichting Stikstofclaim betekent dit niet dat al die vergunningen problematisch zijn, maar waar dat wel het geval is kan de overheid gehouden zijn aan het schorsen dan wel intrekken van de vergunning.
Het Europees Hof stelt dat het ook geldt voor bedrijven die een nieuwe vergunning aanvragen zonder extra stikstof uit te stoten. Dat betekent dat bestaande stikstofrechten niet zomaar meegenomen mogen worden naar een nieuwe vergunning. Spithoven: „Dit maakt het intern salderen moeilijker. Overheden vragen nu niet om een passende beoordeling als blijkt dat de uitstoot niet toeneemt. Dat zal op basis van deze uitspraak wel moeten.”
10.000 knelgevallen
Volgens Spithoven is dit slecht nieuws voor heel veel boeren, maar ook andere bedrijven. „De overheid rekent nu met 3600 knelgevallen, maar dat worden er meer dan tienduizend. Alles met een vergunning vanaf 2015 komt op losse schroeven te staan. En bedrijven met een emissiearme vloer van voor 2015 krijgen er ook mee te maken, want daarvan deugt het toetsingskader ook niet.”
Het raakt volgens Spithoven ook de plannen van het kabinet die vrijdag definitief naar buiten komen. „De overheid kan de stikstofruimte van opgekochte bedrijven niet zomaar inboeken. Per opgekocht bedrijf moet duidelijk zijn of ze over een legale vergunning beschikken. Anders worden PAS-melders straks gelegaliseerd met stikstofruimte die er mogelijk niet is. Het wordt hierdoor juridisch en technisch ook dermate ingewikkeld dat ik voorzie dat het beleid helemaal gaat vastlopen.”
KDW
Spithoven verwijst daarvoor ook naar de focus in Nederland op de Kritische depositiewaarde (KDW). Die bemoeilijkt nog eens extra het legaliseren van de PAS-melders. „Als er maatregelen getroffen worden om de depositie te verlagen, dan moet die depositiedaling op grond van bestaande rechtspraak in eerste instantie tegemoetkomen aan de natuur. Zolang de depositie hoger is dan de KDW is er geen ruimte om PAS-melders te legaliseren. Doet de overheid dat toch, dan kan daar succesvol tegen geprocedeerd worden. En dit raakt niet alleen boeren, maar ook de rest van de economie.”
Drempelwaarde
Spithoven ziet nog wel een oplossingsrichting en verwijst daarvoor naar TNO, die eerder vaststelde dat de onzekerheid van het Aerius-model tot een drempelwaarde zou kunnen leiden van 12 mol stikstof per hectare. Die drempelwaarde kan nog verder omhoog als de overheid de ondergrens van de KDW die nu in de wet staat vervangt door de wetenschappelijke bandbreedte die de KDW feitelijk is. Dat levert volgens Spithoven nog eens 7 mol op, waardoor de drempelwaarde op 21 mol uit kan komen.
Drempelwaardes worden door de Raad van State iedere keer afgeschoten, toch denkt Spithoven dat hier een mogelijkheid ligt. „De Raad van State beoordeelt het vormen van een drempelwaarde steeds vanuit het perspectief van artikel 6.2 van de Habitatrichtlijn, terwijl de systematiek ten behoeve van die beoordeling in zich zelf al een afwijking heeft. In Duitsland liggen er inmiddels uitspraken van rechters die op basis van de foutmarges tot een drempelwaarde komen van 300 gram stikstof per hectare. Dat is omgerekend 21 mol. TNO voert in haar rapport een zelfde redeneerlijn op als in Duitsland. Rechters in Nederland moeten daar dus anders naar gaan kijken.”