‘Europa niet gevoelig voor verbetering waterkwaliteit onder derogatiebedrijven’
Samen met Coen de Vos, beleidsmedewerker bij het ministerie van LNV en Anniek Struik, adviseur mest bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) beantwoorde Munters maandag vragen van boeren over de nieuwe derogatiebeschikking tijdens een door het ministerie van LNV georganiseerde webinar.
Droogte doet boeren de das om
Kort samengevat lijkt het erop dat droogte de boeren uiteindelijk de das heeft omgedaan. „Bij aanhoudende droogte is het moeilijker om goed te bemesten”, legt Munters uit. „Boeren bemesten dan al snel teveel. Tegelijkertijd zit er minder water in de bodem en in de sloot, waardoor de stikstof- of nutriëntenconcentratie toeneemt. Boeren moeten leren beter te anticiperen op de droge omstandigheden.”
In vergelijking met 20 tot 30 jaar geleden is de waterkwaliteit flink verbeterd, aldus Munters. „Maar de afgelopen jaren is er, onder invloed van de droogte, weinig vooruitgang meer geboekt. En dat maakt aanscherping van de regels noodzakelijk.”
Kringloop verbroken
Stefan te Selle, melkveehouder in Winterswijk (GD), runt een melkveehouderij met 120 melkkoeien en 125 hectare grond. Hij lichtte tijdens het webinar in een video zijn situatie als gevolg van het wegvallen van de derogatie toe. Door het aanpassen van de bemestingsnormen kan de melkveehouder minder organische stof uitrijden op zijn land. „De stikstofbehoefte van het gewas kunnen we aanvullen met kunstmest, maar welke mogelijkheden heb ik, om de bodem te voeden?” vraagt Te Selle zich af.
De Vos beaamt dat door het afbouwen van de derogatie de kringloop op veel bedrijven verbroken wordt. „Dat was niet onze inzet”, aldus De Vos. „Daarom blijven we ook inzetten op kunstmestvervangers. Om via deze weg de bodem alsnog te voorzien van organische stof, kali, fosfaat en sporenelementen.”
Op de vraag van Te Selle hoe hij in de toekomst zijn kruidenrijk grasland het beste kan bemesten, omdat dit gewas niet gebaat is bij kunstmest antwoordt Munster: „Veehouders zullen creatiever met hun mest om moeten gaan door percelen met kruidenrijk grasland meer dierlijke mest te geven en op andere percelen meer kunstmest te strooien. Daar komt het vakmanschap van de boer echt om de hoek kijken.”
Bufferstroken laten renderen
Akkerbouwer Gert Sterenborg runt een akkerbouwbedrijf van 300 hectare in het Groningse Onstwedde. Sterenborg becijferde dat er vanaf volgend jaar 7 hectare goed landbouwgrond verloren gaat door de aanleg van 3 meter brede bufferstroken. „Voor deze grond maak ik wel pacht, bank en arbeidskosten”, legt Sterenborg uit in een video over zijn bedrijf.
Hij vraagt zich dan ook af hoe hij binnen de nieuwe regels nog rendement kan halen uit de bufferstroken. „Het is op dit moment nog niet duidelijk wat wel en niet mag op een bufferstrook”, legt De Vos uit. „Maar het doel is niet om de bufferstroken uit productie te nemen, maar om de waterkwaliteit te verbeteren.” Als voorbeeld noemt De Vos het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op bufferstroken. Dit kan tot gevolg hebben dat de ziektedruk toeneemt. Hij roept akkerbouwers dan ook nadrukkelijk op mee te denken bij het opstellen van de regels.
Sterenborg vraagt zich af waarom de breedte van de bufferstrook niet afhankelijk wordt gemaakt van de waterkwaliteit. „Dat kan boeren motiveren om het beter te willen doen”, aldus Sterenborg.
Tegemoetkoming
Het ministerie werkt inmiddels wel aan een regelgeving om boeren tegemoet te komen bij de extra kosten die zij moeten maken voor het afzetten van de mest. De exacte inhoud van de regeling is nog niet bekend. De regeling moet eraan bijdragen dat het areaal blijvend grasland gelijk blijft. „De regeling gaat alleen gelden voor boeren die in 2020 en 2021 deelnamen aan derogatie en ook tot 2025 derogatiebedrijf blijven. Wat dat betekent voor bedrijven in Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, die vanaf 2023 niet meer deel kunnen nemen aan derogatie is nog niet bekend”, vertelt De Vos.
Nog veel onduidelijk
Ondanks de korte termijn waarop de nieuwe beschikking in werking treedt is er nog veel onbekend. Zo kunnen de deskundigen nog geen antwoord geven op vragen als: tellen de verplichte bufferstroken mee voor het percentage grasland in de derogatiebeschikking; gelden er ander bufferstroken langs natuurvriendelijke oevers; mag er een gewas geteeld en geoogst worden op de bufferstroken; mogen percelen in Natura 2000-gebieden meetellen in de 80 procent graslandeis. De Vos merkt op dat er snel duidelijkheid moet komen, zodat de boeren voor de start van het nieuwe bemestingsseizoen inzicht hebben in de nieuwe regels.
Van 15 november tot en met 13 december kunnen boeren op de site van RVO derogatie voor 2022 aanvragen.