Stimuland: 'Mogelijke kaalslag platteland door stapeling overheidsbeleid'
Wat is de bijdrage van melkveehouders aan dorpsgemeenschappen? En hoe verandert deze mogelijk als het aantal melkveehouders versneld afneemt door het voorgenomen beleid voor stikstof, klimaat, water en mest? Dat zijn de hoofdvragen van het onderzoek dat netwerkorganisatie Stimuland uitvoerde in opdracht van ZuivelNL, de ketenorganisatie van de zuivelsector.
Toldijk en Sint Jansklooster
In het onderzoek is bewust gekozen voor een kwalitatieve benadering met aandacht voor de sociale en culturele aspecten. Hiervoor werden de dorpen Toldijk (GD) en Sint Jansklooster (OV) geselecteerd. Er werd gesproken met inwoners (verenigingen), melkveehouders, lokaal gewortelde erfbetreders en beleidsmedewerkers van bijbehorende gemeenten en provincies. De onderzoekers signaleerden hierbij breed gedeelde zorgen die gebundeld zijn in de thema’s: natuur en landschap, voorzieningen en verenigingsleven, werkgelegenheid en economische bedrijvigheid en regie en gemeenschapszin.
Spanningen bij inwoners
In het rapport van Stimuland valt te lezen dat de huidige plannen en ontwikkelingen voor spanningen zorgen. Deze raken niet alleen de melkveehouders maar juist ook de inwoners van dorpsgemeenschappen in algemenere zin. Bij hen leven grote zorgen over de gevolgen van de stikstofplannen en andere overheidsmaatregelen voor de leefbaarheid en gemeenschapszin op het platteland, zo laat het rapport zien. Deze ontwikkelingen kunnen in het uiterste geval leiden tot een kaalslag op het platteland, zo is de vrees die onderzoekers met dit rapport signaleren.
Breed gedeelde zorgen
De zorgen waar de inwoners van dorpsgemeenschappen zijn vatten in vier categorieën. Een belangrijk punt van zorg is de mogelijke aantasting van natuur en landschap als er minder of geen melkveehouders zijn om areaal te beheren, aldus Stimuland. „Bewonersinitiatieven blijken namelijk vaak moeilijk op gang te komen en er is geen of weinig vertrouwen in alternatieve partijen die natuur- en landschapsbeheer op zouden moeten pakken.”
Verenigingsleven
Daarnaast heerst in dorpsgemeenschappen de vrees dat voorzieningen en verenigingsleven onder druk komen. Stimuland opnieuw „Melkveehouders zijn als actieve vrijwilligers relatief sterk vertegenwoordigd in besturen en werkgroepen en maken zich hard voor het verenigingsleven. Verder leunen dorpsevenementen vaak op lokale ondernemers als melkveehouders die hiervoor grond, schuurruimte en middelen beschikbaar stellen.”
Hele keten
Werkgelegenheid en bedrijvigheid nemen ook af, omdat de melkveehouderij opereert in sterke verbondenheid met een hele keten aan andere bedrijven zoals loonwerkers, transport- en mechanisatiebedrijven, zo concludeert Stimuland: „Deze terugloop kan ervoor zorgen dat voor de jeugd weinig kansen meer liggen in het dorp, met mogelijk vertrek van jongeren uit het dorp en daarmee (verdere) vergrijzing als gevolg.”
Minder regie
Tot slot worden regie en gemeenschapszin minder, concludeert Stimuland tot slot. „Dat komt doordat het zelforganiserende vermogen, waarmee evenementen tot stand komen en verenigingen kunnen voortbestaan, flink onder druk komt te staan als er minder melkveehouders zijn.
Klik hier voor het volledige onderzoeksrapport.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen