Veehouderijen mogen stikstofuitstoot intern salderen
Meer koeien in de wei compenseren met minder stalmest op land mag van hoogste rechter
Kortom, als veehouders besluiten de koeien vaker in de wei te zetten kunnen ze de toename van de stikstofuitstoot door die langere beweiding compenseren door minder mest op het land uit te rijden, zo oordeelt de hoogste bestuursrechter vandaag in een conflict tussen milieuorganisaties en de provincie Utrecht.
De Raad is het niet eens met de milieuorganisaties dat Europese regels het intern salderen onmogelijk maakt. Met deze uitspraken kunnen alle provincies in Nederland bij het verlenen van natuurwetvergunningen veehouders de mogelijkheid bieden om 'intern te salderen'. Dat is goed nieuws voor veehouders, die nu zelf keuzes kunnen maken over de wijze waarop zij hun bedrijf runnen.
Lees hieronder het persbericht van de Raad van State:
Raad van State: koeien in de wei leiden niet altijd tot extra stikstofuitstoot
Voor koeien die én in de stal én in de wei staan is één gezamenlijke natuurvergunning nodig. Om die te kunnen verlenen, moet duidelijk zijn dat de stikstofuitstoot van de koeien in de stal én van de koeien in de wei samen geen negatieve gevolgen heeft voor beschermde natuur.
Wegstrepen
Het wegstrepen van een toename van stikstofuitstoot van koeien in de wei tegen een afname van stikstofuitstoot doordat er minder stalmest wordt uitgereden, wordt intern salderen genoemd. Twee natuurorganisaties voerden in deze procedure aan dat intern salderen in strijd is met Europese natuurbeschermingsregels, maar daar gaat de Afdeling bestuursrechtspraak niet in mee. De stikstofuitstoot van weidemest is veel lager dan de stikstofuitstoot van het uitrijden van stalmest.
In de uitspraak legt de Afdeling bestuursrechtspraak uit hoe provincies kunnen bepalen of de gevolgen van beweiden weggestreept kunnen worden tegen de gevolgen van bemesten. Daarvoor is van belang of de gronden vroeger maximaal bemest mochten worden (de referentiesituatie). Om dat vast te stellen, is het bestemmingsplan bepalend. Als de gronden waarop de koeien worden beweid een bestemming hadden als landbouwgrond, kan er vanuit worden gegaan dat die gronden ook bemest werden. Daarnaast is van belang dat latere bestemmingsplannen geen beperkingen stellen aan het bemesten. Ten slotte moet rekening worden gehouden met de algemene beperkingen die sinds 2006 gelden door mestregelgeving.
Wat betekent dit nu?
Als wegstrepen mogelijk is, zijn significante gevolgen van het weiden van koeien voor beschermde natuur uitgesloten. Als dat niet kan worden aangetoond, zal de provincie op basis van een nadere beoordeling de stikstofuitstoot van het beweiden in kaart moeten brengen. Voor de melkveehouder in Baambrugge kan op dit moment nog niet worden vastgesteld of wegstrepen mogelijk is. Daarvoor moet hij eerst nog nieuwe gegevens over zijn gronden bij de provincie Utrecht indienen.
Emissiearme stal
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt in de uitspraak ook dat voor emissiearme stallen van het type A1.23 geen gebruik meer mag worden gemaakt van de emissiefactoren. Dat betekent dat melkveehouderijen met dit type stal alleen een natuurvergunning kunnen krijgen als uit een zogenoemde passende beoordeling blijkt dat de natuur geen schade oploopt. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde vorige maand al dat dit ook geldt voor twee andere typen emissiearme stallen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek