Gaat Piet Adema lef en daadkracht tonen als nieuwe minister van Landbouw?
Adema is momenteel bestuurder en toezichthouder in de ondernemersbranche. Daarvoor was hij van 2011 tot 2015 waarnemend burgemeester op drie plekken en van 2007 tot 2011 gedeputeerde in Friesland. In zijn portefeuille zaten onder andere verkeer en vervoer, milieu en armoedebeleid.
Gezinus Pieters, sinds 2003 raadslid voor de VVD in het Drentse gemeente Tynaarlo, kent Adema uit de tijd dat hij van augustus 2013 tot december 2014 daar waarnemend burgemeester was. Hij heeft enkel positieve woorden over hem: „Adema is iemand die op een constructieve manier zaken kan oplossen. Hij heeft onze gemeente in zijn tijd als waarnemer echt verder gebracht. Met name de verbintenis zoeken en het samen tot oplossingen komen daar is hij sterk in. Daarbij is Adema erg to the point dus je weet wat je aan hem hebt. Verder is het een uitermate amicaal (vriendelijk, red.) mens.”
Pieters vindt dat Adema de juiste eigenschappen heeft om de ‘moeilijke functie’ van minister van LNV te bekleden. „Ik denk dat hij zeker in staat is om op een constructieve manier de dialoog tussen de boeren en de overheid op gang kan brengen.”
'Streng maar rechtvaardig'
Iede van Kammen, momenteel fractievoorzitter van de Friese Nationale Partij (FNP) in Achtkarspelen, kent Adema niet uit de raad, maar via de sociale contacten. Adema was van 2011 tot 2012 waarnemend burgemeester in Achtkarspelen en zodoende had Van Kammen als bestuurslid bij een basisschool en als bestuurslid bij voetbalclub Harkemase Boys regelmatig contact met Adema. „Streng maar rechtvaardig. Zo zou ik hem omschrijven. Je kunt goed met hem praten. Het is iemand die een duidelijke mening heeft en standvastig is.”
Ook Van Kammen vindt Adema een geschikte persoon voor de ‘moeilijke portefeuille’ in Den Haag. „Hij kan op een constructieve en rechtvaardige manier het gesprek voeren. Daarom vind ik hem een hele goede keuze voor minister van Landbouw.”
Lef en bestuurlijke daadkracht
Bestuurders van verschillende belangenbehartigers en boerenclubs zijn heel voorzichtig in de uitlatingen over de nieuwe minister, zo blijkt uit een belronde. Dit heeft te maken met het feit dat ze Adema niet kennen. Dat is ook wel logisch, want hij heeft geen ervaring met ondernemen en besturen in de landbouw, behalve dat hij op het platteland is opgegroeid en dat zijn broer een boerderij had. Hij moet zeker een kans krijgen, zo luidt het.
Wat in de reacties overeenkomt, is dat ze graag zien dat de nieuwe minister lef, regie en bestuurlijke daadkracht gaat tonen. Zo moet hij, in tegenstelling tot zijn voorgangers Staghouwer en Schouten, meer zelf de regie nemen: 'niet de ambtenaren de lijnen laten tekenen, maar zelf de lijnen uitzetten'. Ze hopen ook op een koerswijziging in onder andere het stikstofdossier, het zevende Actieprogramma (7e AP) en het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en de derogatie.
Koerswijziging
Veel hangt ook af van Johan Remkes die woensdagmiddag zijn conclusies presenteert na gesprekken met boeren, ketenpartijen, natuurclubs en provincies en gemeenten. Een bestuurder hoopt dat Remkes met haakjes komt voor het kabinet om beweging in het coalitie-akkoord te krijgen. Op deze manier kan er dan ook een start gemaakt worden het terugwinnen van het vertrouwen van boeren. Het is de vraag of de minister naar aanleiding van de uitkomsten van Remkes kaders durft te stellen. Daarnaast moeten de mede-kabinetsleden van D66 en de VVD en de coalitiepartijen in de Kamer handelingsruimte gaan bieden om afspraken uit het akkoord aan te passen of om een grote koerswijziging toe te staan.
Laatste gesprekken Remkes
Johan Remkes voerde in de week van 26 september de laatste gesprekken met ketenpartijen, waaronder FrieslandCampina, Vion en het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel (CBL). Alle partijen waren in het begin terughoudend om met Remkes te praten omdat ze vonden dat het eerst aan de boeren was, maar nu de gesprekken met boerenorganisaties op gang zijn gekomen, schoven ze onlangs toch aan bij Remkes. Daarbij ging het niet alleen over stikstof, maar ook over perspectief voor de landbouw.
Een woordvoerder van FrieslandCampina laat in een reactie weten dat een delegatie van het bedrijf een open en eerlijk gesprek heeft gevoerd met Johan Remkes. „We hebben gewezen op de noodzaak van perspectief en verdienvermogen voor de sector en onze inzichten op consumenten- en markttrends gedeeld. Daarnaast hebben we het economisch belang van FrieslandCampina aangegeven als het gaat om investeringen, werkgelegenheid en bijdrage aan onderzoek in Nederland."
Zowel de coöperatie als de onderneming FrieslandCampina vinden het belangrijk dat de overheid blijft investeren in innovaties. „De melkveehouderij en onze zuivelindustrie hebben een hoge reputatie in de wereld als het gaat om betrouwbare producten en we willen een voorsprong blijven houden in de verduurzaming van de keten. Van de overheid verwachten we een integrale visie op verduurzaming op het gebied van klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn, vormgegeven in nauw overleg met de vertegenwoordiging van de sector alsmede de verwerkende bedrijven."
Rapport Remkes leidend
Een woordvoerder van het CBL laat weten dat het een positief gesprek was waarin onder andere werd gesproken over allerlei initiatieven in de voedselketen. „Het CBL heeft aangegeven dat het rapport van Remkes leidend is in het meedenken van de sector om de stikstof te verminderen. Zo is de branche bereid om de boeren waar op dit moment mee samengewerkt wordt, te steunen. Het is in het gehele verhaal ook goed om te beseffen dat niet alle boeren perspectief geboden kan worden: zo’n tachtig procent van de productie verdwijnt namelijk over de grens. Daarom is het belangrijk dat ook de horeca, catering en de landen waar de boeren naartoe exporteren aansluiten om te helpen bij het stikstofprobleem."
De brancheorganisatie wil dus dat andere landen waar export heengaat, ook bijdragen aan een oplossing voor het stikstofprobleem, aldus de woordvoerder. „Op de export heeft de supermarktbranche zeer weinig invloed, dus als je wilt dat afzetkanalen een rol spelen dan moeten ook álle betrokken partijen hier een actieve rol in hebben. Hoe dat ingevuld wordt is aan de partijen zelf en de overheid/overheden.