Mirjam Sterk, landbouwgedeputeerde Utrecht:
‘We willen als Utrecht vooruit, maar kaders vanuit Rijk nog vaag’
Sterk was door de boeren uit het gebied uitgenodigd om in gesprek te gaan over de toekomst van de landbouw in Utrecht. Sterk begint met de oproep om vooral in gesprek te gaan. „Discussie is er op het moment al genoeg in Nederland.”
De landbouwgedeputeerde geeft aan een gevoel van falen te hebben kijkend naar hoe de landbouw nu vast zit. „We willen als Utrecht wel vooruit, maar ook ik zit nog met veel vragen waar het Rijk duidelijkheid over moet geven. Ik kan in ieder geval met volle overtuiging zeggen dat we het welbekende stikstofreductie-kaartje niet zo gaan interpreteren als hij is neergelegd. Vandaag is er een nieuwe landbouwminister gekomen. Dat is het begin. Nu nog een nieuwe perspectiefbrief zodat we kunnen kijken naar wat wél kan, in plaats van wat niet kan.”
Innoveren
Landbouw staat hoog op de agenda van provincie Utrecht vertelt Sterk de boeren. Daarbij willen ze zich richten op de boeren die doorgaan en kijken naar alle opgaven die er liggen in Utrecht. „Stikstof is niet alleen het belangrijkste. Er liggen ook opgaven voor bodemdaling, de kaderrichtlijn water en natuurrealisatie. Dat willen we zoveel mogelijk tegelijk aanpakken.”
Ook gelooft de landbouwgedeputeerde nog in innovatie. „Jullie zijn ondernemers en we weten dat jullie kunnen en willen innoveren. We staan ook nog steeds achter technische innovaties, mits deze goed geborgd zijn. En dat is soms best lastig. Dat blijkt wel uit de ontwikkelingen rondom stalvloeren. Dat is ook voor ons als provincie heel erg frustrerend en we kunnen daar niet klip en klare antwoorden op geven omdat wij ook niet alles kunnen weten.” Sterk geeft ook aan dat er andere manieren van innoveren zijn zoals stal- en voermaatregelen en dat de provincie daar ook subsidies voor beschikbaar heeft.
Sturen op doelen
De provincie wil graag boeren kunnen belonen op kritische prestatie indicatoren (KPI’s). Sterk: „Op die manier ga je sturen op doelen en krijgt de ondernemer vrijheid om zelf in te vullen hoe ze die doelen gaan halen.” Om dat praktisch werkbaar te maken draait op dit moment een project in het gebied de Kromme Rijn. Daar wordt gekeken hoe boeren scoren op bijvoorbeeld stikstofbodemoverschot en percentage blijvend grasland. Beloning voor genomen maatregelen moet vanuit de markt komen. Het lijkt op het principe van PlanetProof en de kringloopwijzer.
Verdienmodel?
De boeren zijn nog niet overtuigd. Wie gaat dat dan bijvoorbeeld betalen? Hoe zorgt de provincie ervoor dat elke boer kan meedoen? En hoe worden boeren beloont die deze doelen al járen halen? Op die vragen heeft Sterk nog geen concreet antwoord, maar ze heeft niet de doelstelling om van de beloning een verkapte subsidie of vergoeding voor opbrengstderving te maken. „Ik wil er naartoe dat jullie een verdienmodel kunnen halen uit het uitvoeren van maatschappelijke diensten.”
De denkrichtingen gaan nu naar langdurige beheercontracten of korting op waterschapsbelasting wanneer de waterkwaliteit door maatregelen verbeterd. Daarnaast vindt ze dat boeren op een gelijkwaardige manier beloont moeten worden voor natuurbeheer als terrein beherende organisaties.
Aan de slag met PAS-melders
Richting het eind van de avond wil Sterk nog graag iets zeggen over de PAS-melders in Utrecht. „Voor het oplossen van de problematiek rondom PAS-melders zijn we afhankelijk van het Rijk. Zij zeggen ook al drie jaar dat ze het gaan oplossen, maar dat gebeurt telkens niet. Er komt nu geld vrij waarmee de provincie kan gaan beginnen met het oplossen.” Sterk is niet te spreken over de manier waarop het Rijk dit nu ‘over de schutting gegooid’ heeft, maar wil wel aan de slag gaan met de opgave.
In provincie Utrecht zitten 220 tot 230 PAS-melders en één op de drie boeren wil stoppen. Dat zou betekenen dat de stoppers stikstofruimte gaan creëren voor de PAS-melders. Maar wie gaat er dan stoppen om ruimte te maken voor een PAS-Melder? Over die vraag maken de boeren zorgen. „We kunnen als boeren onder elkaar niet gaan beslissen wie moet stoppen en wie mag blijven”, zegt een van de aanwezige boeren. Sterk reageert daarop dat ze graag van de boeren hoort hoe ze dit volgens hen het beste kan aanpakken en daar ook over met ze in gesprek wil blijven.
Plannen inrichten
Na twee uur gesprek roept Sterk de aanwezig boeren op om vooral te blijven aangeven hoe zij de toekomst zien en in gesprek te blijven. „Als ik weet wat jullie willen, dan kan ik onze plannen daarop inrichten. Ik hoop dat we over tien jaar kunnen zeggen: het was zwaar, maar we zijn er doorheen gekomen.” Waarop de boeren reageren dat het heel fijn is hoe de landbouwgedeputeerde mee denkt, maar dat Den Haag ook mee moet. Dat is Sterk ook zeker met de boeren eens en ze blijft er in Den Haag op aandringen dat ook zij hun steentje moeten bijdragen en duidelijkheid moeten verschaffen.