Hoogwaterboeren blijft een uitdaging met weinig extra verdienmodel
Om inklinken van veen te voorkomen is het belangrijk dat de grond niet verdroogd. Dit kan doormiddel van actieve of passieve waterinfiltratie met behulp van drainage. Boeren met hoog grondwaterpeil heeft veel invloed op bedrijfsvoering. Met een hoger grondwaterpeil neemt namelijk de hoeveelheid, kwaliteit en oogstbaarheid van het gras af. Daarbij zorgen hoosbuien sneller voor problemen omdat er minder buffer is om water op te vangen. Waar onderzoekers van KTC Zegveld ook nog niet helemaal uit zijn is of, en hoeveel andere gassen vrijkomen bij een nattere bodem. Methaan is namelijk zo’n gas welke ontstaat in zuurstofarme omstandigheden zoals bij een hoge grondwaterstand.
Daarbij discussiëren de aanwezige boeren op de excursie over de werking van verschillende drainagesystemen. Bij de een gaat het goed en is het water goed te sturen, bij de ander gaat het water steeds langzamer stromen en weer een ander ziet de werking van het drainagesysteem pas na enkele jaren op gang komen.
Dit maakt het allemaal niet aantrekkelijk voor boeren om over te stappen naar boeren met een hoog grondwaterpeil. Her en der wordt er wel wat onderzoek gedaan naar nieuwe verdienmodellen. Dit blijft echter voor nu nog in de kinderschoenen hangen.
Voor de volgende generatie
Binnen het project Klimaatslim Boeren op Veen lopen ze ook tegen uitdagingen aan. Er is nagenoeg geen interesse onder boeren voor natte teelten zoals cranberry, lisdodde en veenmos. Ook kan het waterpeil niet per bedrijf omhoog gezet worden. Samenspraak met naastgelegen buren is een randvoorwaarde om over te kunnen gaan naar boeren met een hoogwaterpeil. Toch is Klimaatslim Boeren op Veen in tien verschillende polders bezig met een polderaanpak. Motivatie voor boeren om mee te doen is het kunnen doorgeven van hun bedrijf aan de volgende generatie. Op 900 hectare nemen 100 boeren of grondeigenaren al maatregelen om bodemdaling tegen te gaan.
Valuta voor Veen
Bij het tegengaan van bodemdaling, wordt ook de uitstoot van CO2 gereduceerd. Men heeft bedacht dat daar een verdienmodel in zit door zogenaamd ‘carbon credits’ te verkopen aan bedrijven die CO2-uitstoot willen compenseren. In Friesland zijn er al boeren die op die manier geld verdienen aan het verhogen van de grondwaterstand op hun land. In het veenweidegebied is dit echter lastig uit te rollen. Dat komt omdat het gaat om een additionele verhoging van het grondwaterpeil. Maar het grondwaterpeil staat in het veenweidegebied al zo hoog, dat een extra verhoging voor boeren bijna niet te doen is, blijkt wel uit de reacties van de aanwezige boeren. Daarbij hekelen de boeren het gebrek aan zekerheid dat dit over tien of twintig jaar nog steeds geld oplevert.
Hoogwaterboeren in de praktijk
Op proefboerderij KTC Zegveld experimenteren ze in de praktijk met ‘hoogwaterboeren’. Dat doen ze doormiddel van het vergelijken van percelen met een hoog waterpeil (25 centimeter onder maaiveld) en referentie percelen (40 tot 50 centimeter onder maaiveld) die mee gaan met het polderpeil. Daarnaast houden ze een koppel Jersey koeien en Holstein koeien op de hoogwaterpercelen om te bekijken welke koe het meest rendeert bij een bedrijfsvoering met hoog waterpeil.
„Tot nu toe doet de Jersey het goed op de hoogwaterpercelen met een voornamelijk gras-rantsoen”, vertelt Wim Honkoop van PPP Agro Advies, die tevens nauw betrokken is bij het hoogwaterboeren in Zegveld. Gekeken naar de melkopbrengst in euro’s per hectare komt de Jersey uit op 5396,78 euro. De Holstein-koppel komt uit op een melkopbrengst van 4858,13 euro per hectare. De Holstein koeien die op de referentiepercelen staan behalen een melkopbrengst van 4958,58 euro per hectare.
Het hoog houden van het waterpeil is nog wel een uitdaging vertelt Honkoop als hij met de deelnemers aan de excursie door een perceel met hoogwaterpeil leidt. „Water zoekt de weg van de minste weerstand. Op sommige plekken is de samenstelling van de bodem net iets anders waardoor op die plekken de grond extreem nat wordt. Een koe kan er soms nog wel net overheen, maar met een trekker moet je daar niet inrijden. We zien nu een aantal van dit soort plekken verschijnen en weten nog niet zo goed hoe we dat moeten oplossen.”
Lees meer informatie over de proefopzet op KTC Zegveld in het kader onderaan dit artikel.
Proefopzet Hoogwaterbeoeren op KTC Zegveld
Het grondwaterpeil wordt op de proefpercelen gestuurd doormiddel van drukdrainage. Om de 6 meter liggen infiltratiebuizen, gekoppeld aan een centrale aan- en afvoerbuis. De buizen liggen gemiddeld op 70 centimeter diepte ten opzichte van het maaiveld. De hoofdbuizen zijn vervolgens weer aangesloten op een put of waterbassin en door middel van molens en pompen kan de grondwaterstand in de aanvoerbuizen tot maaiveld gevuld worden om druk te creëren. Ook in de sloten staat een hoog peil. Het zomerpeil is gemiddeld 25 centimeter onder maaiveld. De referentiepercelen hebben geen infiltratiesysteem en gaan mee met het reguliere grondwaterpeil.
Om nog een stap verder te gaan worden Holstein koeien vergeleken met Jerseys om te kijken welke koe het beste rendeert bij een hoog waterpeil. Dit omdat KTC Zegveld verwacht dat de grasproductie, -kwaliteit en -oogstbaarheid veranderd wanneer het waterpeil hoger wordt. Hoe een koe daarmee omgaat heeft direct invloed op het bedrijfsresultaat.
Het afkalfpatroon van de veestapel is gespreid en er is gekozen voor roterend standweiden omdat dit zorgt voor een dichte zode wat belangrijk is voor voldoende draagkracht.