Provincie Utrecht verlengt ondersteuning natuurinclusieve landbouw

„Als provincie willen we boeren helpen in de omslag naar een meer duurzame bedrijfsvoering, dat leidt tot meer biodiversiteit én een goed verdienmodel”, aldus gedeputeerde Mirjam Sterk.
40 bedrijfsplannen
Vanuit het actieplan wil de provincie 40 bedrijfsplannen maken met boeren. „Ik zie heel veel boeren die wel een omslag willen maken naar een duurzamere bedrijfsvoering, maar het moeilijk vinden zich voor te stellen wat dat dan betekent”, vertelt Sterk in de kapschuur op het melkveebedrijf van Schalkwijk.
Ze begrijpt dat boeren zich ’overweldigd voelen’ door alles wat er van ze wordt gevraagd, zonder dat er concreet perspectief wordt geboden. „Ik wil laten zien dat we naast de boeren staan in onze provincie, dat we met ze mee willen denken.”
Dat meedenken bestaat naast het maken van eerder genoemde bedrijfsplannen ook bijvoorbeeld uit het stimuleren van korte ketens vanuit de Voedselagenda 2021 – 2023. Daarin heeft de provincie twee ambities: een sterkere verbinding tussen boer en consument en het veranderen van consumptiepatronen door gezonde, duurzame consumptie te stimuleren.
‘Perverse prikkel’
Volgens Sterk is een omslag naar een meer duurzame vorm van landbouw noodzakelijk. „We zien nu dat de natuur eronder leidt en dat het huidige verdienmodel van boeren onder druk staat.”
De gedeputeerde merkt op dat boeren onderdeel zijn van een systeem en die omslag ook niet alleen kunnen maken. Als voorbeeld noemt ze een boer uit Langbroek die wil verkassen naar Friesland. „Hij wil best minder koeien gaan houden, maar loopt er tegenaan dat hij alleen maar financiering krijgt als de stal vol met koeien staat. Ik vind het echt een perverse prikkel vanuit het principe dat geld leidend is. Deze boer loopt dus vast in het systeem. De beeldvorming is dat boeren niet willen, maar er zitten prikkels in het systeem waardoor ze niet anders kunnen. Daarom ga ik volgende week praten met mensen van de Rabobank”, vertelt Sterk.
‘Polarisatie ontstijgen’
Het actieplan Duurzame Landbouw met Natuur (DLmN) vloeit voort uit een samenwerkingsverband met onder andere LTO Noord, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschap Erfgoed Utrecht, Utrechts Particulier Grondbezit, de agrarische collectieven in de provincie Utrecht en Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU).
Josja Veraart, directeur van NMU en voorzitter van DLmN, is blij met de financiële injectie van de provincie Utrecht. „Zo kunnen we doorgaan met het helpen van nog meer boeren, die zien dat een omslag naar meer toekomstbestendige natuurinclusieve landbouwsystemen noodzakelijk is.” Naast de 400.000 euro vanuit de provincie ontvangt DLmN volgens Veraart ook ongeveer een zelfde bedrag als POP3-subsidie voor plattelandsontwikkeling vanuit de EU.
Het samenwerkingsverband bestaat al sinds 2017 en betreft vooral projecten gericht op het maken van bedrijfsplannen, verdienmodellen, monitoring van natuurinclusief boeren en een impuls aan de Groene Contour, een specifiek Utrechtse ontwikkeling.
Kort gezegd moet er op vrijwillige basis bovenop het Natuur Netwerk Nederland 3.000 hectare extra natuur worden gerealiseerd in de provincie. Waarbij die extra natuur samen met boeren gerealiseerd gaat worden op een manier waardoor het voor hen ook geld oplevert.
Veraart snapt dat boeren momenteel in een lastig parket zitten. „Maar ondanks alle onrust die boeren ook persoonlijk raakt, zie ik dat er ook boeren zijn die bereid zijn om samen met andere partijen stappen te zetten naar een meer duurzame manier van landbouw. En daar blij van worden. Als we samen de polarisatie ontstijgen, en goed samenwerken, kunnen en gaan we echt stappen zetten”, aldus Veraart.
Tekst: Rochus Kingmans
Beeld: Provincie Utrecht