Kan een verzoener de stikstofbrokstukken van de regering opruimen?
Het bleek uit het debat over 'de maatschappelijke onrust rond de stikstofcrisis', zoals het op de agenda stond. Over de boerenprotesten dus. Vrijwel de hele Kamer vond dat die protesten te ver waren gegaan en riepen de demonstranten op om op te houden. Enkel Gideon van Meijeren (FvD) tilde niet te zwaar aan wat hij 'opstootjes' noemde - het bedreigen van (de gezinsleden) van politici, het geweld tegen agenten en hulpverleners.
„Maar wat de afgelopen dagen gebeurd is, heeft niets te maken met boeren", stelde Jesse Klaver. „Natuurlijk maken boeren zich zorgen over dit beleid", zei hij, „en met hen moeten we in gesprek blijven." Maar de relschoppers die de afgelopen dagen het nieuws hebben gehaald zijn hooguit één procent van die groep, dacht hij, samen met corona-relschoppers en dergelijke. En met hem maakten veel Kamerleden het verschil tussen de boeren en de relschoppers. En erkenden Kamerleden van links tot rechts dat de boeren zich nu zorgen maakten. „De boeren zijn klemgezet", zei Caroline van der Plas. „Ze kunnen niet meer, ze zijn op."
Verzoener
Zij stelde voor een bemiddelaar in te stellen, die samen met boeren aan de ene kant en de overheid aan de andere kant een oplossing gaat zoeken. Daarbij dacht ze aan oud-voorzitter van de Landbouwcoalitie Aalt Dijkhuizen.
De regeringspartijen hadden een iets ander voorstel. CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma stelde voor een onafhankelijke verzoener aan te stellen, die namens de regering met de boeren in overleg zou gaan. Sofie Hermans (VVD) kon zich daar wel in vinden, zolang te doelen van de stikstofaanpak overeind zouden blijven staan.
Meteen was het drukte bij de interruptiemicrofoon. Want verschillende oppositieleden wilden weten wat het nut van zo'n verzoener is als die boeren niets te bieden heeft. Maar volgens Hermans was het doel vooral om de foute beelden weg te nemen die er nu rondgaan - dat alle boeren zouden moeten verdwijnen, bijvoorbeeld, of dat het platteland wordt kaalgeveegd. „Want het is moeilijk om dat gesprek te starten als die beelden rond blijven gaan."
Want de brieven van de beide landbouwministers van twee weken geleden hadden veel misverstanden opgeleverd, zei Hermans. Over hoe dwingend het kaartje was, over het perspectief, over het feit dat andere sectoren ook mee moeten doen. De 'verzoener' zou die misverstanden moeten opheffen.
'Een prachtige toekomst'
„Wij gaan niet zomaar boeren saneren", vertelde premier Rutte. Hij was speciaal voor het debat eerder teruggekeerd van de Navo-top in Madrid. „Wij moeten ervoor zorgen dat we boeren perspectief bieden - daarvoor hebben we 25 miljard euro uitgetrokken."
Het beeld is nu dat boeren geen toekomst hebben in Nederland, zag hij. „En dat beeld moeten we stoppen, want voor de meeste boeren in Nederland is er een prachtige toekomst."
Hij werd onder vuur genomen door Esther Ouwehand (PvdD), die de premier verweet zelf de onrust onder de boeren te hebben veroorzaakt. Door de perspectiefbrief van minister Staghouwer goed te keuren. „Die brief van veertig kantjes, met alleen maar vaagheden. Die brief is toch in de ministerraad besproken?", vroeg ze. „Daar heeft de minister-president toch ook verantwoordelijkheid voor genomen? En daarmee dus ook de onlusten veroorzaakt?" Rutte kon er geen bevredigend antwoord op geven.
Ook PvdA-fractievoorzitter Attje Kuiken trok flink van leer. „De minister-president noemde de stikstofcrisis de grootse crisis uit zijn loopbaan, maar hij heeft het volledig uit de hand laten lopen." Hij wist al drie jaar dat het anders moet, stelde zij, en hij heeft het al drie jaar niet gedaan. „Boeren wordt geen perspectief geboden, en nu houdt hij zich onzichtbaar."
Zij verweet hem dat hij minister Staghouwer 'het podium had opgestuurd' zonder plan, zonder perspectief. „Dan voert de minister-president toch niet de regie? Dan voelt hij toch niet wat er in de samenleving mis gaat?" Als hij er niet zo'n teringzooi [sic] van had gemaakt, stelde ze, dan had de Kamer nu geen debat over de boerenprotesten gehad.