Melkveehouder stelt voor natuurorganisaties te onteigenen
Dat het onderwerp leeft, bleek wel uit de grote opkomst, zo’n 75 boeren uit de provincie Utrecht reisde af naar Woudenberg om mee te praten over de toekomst van de agrarische sector. Na de uiteenzetting van Van der Marel nam Bart Kemp, voorman van Agractie het woord. Hij wilde graag van de aanwezigen boeren horen wat volgens hen de beste strategie is om op de plannen van de overheid te reageren.
30 tot 40 procent krimp
De huidige kabinetsplannen zorgen voor 30 tot 40 procent krimp in alle sectoren. Daarbij moeten veehouderijbedrijven extensiveren, gaan de dierenwelzijnseisen omhoog en komen er meer teeltverboden en bufferzones rondom kwetsbare watergangen. In de huidige plannen zijn de doelen leidend en lijkt de overheid niet geïnteresseerd in de gevolgen van hun eigen daden. Op de vraag wat te doen komen veel uiteenlopende reacties, toch zijn er een aantal zaken die steeds opnieuw benoemd worden.
Gebruik de media
Een veel gehoorde opmerking is dat ‘we’ de media veel meer moeten bespelen, dat het echte verhaal naar buiten moeten komen en dat het Nederlandse volk veel beter moeten worden voor gerekend wat alle maatregelen de staat kosten en wat ze opleveren. Zo berekende de heer Kromwijk, oud beleidsmedewerker, dat de plannen van de overheid 10.000 euro per AOW-er of 35.000 euro per zorgmedewerker kosten. Geld dat de overheid door fouten aannames en beslissingen zomaar over de balk gooit. Kemp merkt op dat steeds meer media in de gaten heeft waar de overheid mee bezig is en daar ook over schrijven.
Procederen
Een ander veel gehoord geluid is dat de tijd snel gaat en dat de sector moet zorgen dat het ‘stikstofproces’ vertraagd wordt. Dit kan bijvoorbeeld door samen op te trekken met de provincies, die inmiddels ook al verschillende brandbrieven naar de minister stuurden. Maar ook door te procederen. Over het bijeen brengen van de benodigde financiën maken weinig aanwezigen zich druk. „Geld is het probleem niet”, is een veel gehoorde opmerking uit de zaal. „Als alle boeren bereid zijn geld in te leggen, hebben we dat zo bij elkaar.” De rapporten om te procederen liggen al klaar. Regelmatig wordt MOB als voorbeeld genoemd, de aanwezige boeren verwachten met de juiste inzet even succesvol te kunnen zijn in het onderuit halen van het Nederlandse stikstofbeleid.
Samenwerken in belangenbehartiging
Eén van de aanwezigen boeren brengt de vraag naar voren of het niet beter zou zijn wanneer de verschillende belangenbehartigers meer samen op zouden trekken, zoals bijvoorbeeld in het landbouwcollectief. Kemp antwoordt: „Wij als bestuur van Agractie zijn van mening dat iedere partij uit moet gaan van zijn eigen kracht. Zo zijn er belangenbehartigers die erg bedreven zijn in het agenderen van problemen die ze willen bespreken, er zijn partijen die goede relaties onderhouden met de media en er zijn partijen die met de door hen georganiseerde acties de aandacht van zowel publiek als politiek weten te trekken. Door elkaar hierin te ondersteunen en te versterken kunnen we het meeste rendement halen uit onze samenwerking.”
Gebiedsgerichte aanpak
Wanneer het gaat over deelname aan de gebiedsgerichte aanpak zijn de aanwezige boeren vrij eensgezind. Zonder duidelijke en werkbare kaders is samenwerking in de gebiedsgerichte aanpak niet wenselijk. Een enkeling ziet meer in meepraten, maar wel met de voet op de rem. De heer de Koning, één van de agrarische vertegenwoordigers in de gebiedsgerichte aanpak in de provincie Utrecht geeft aan: „In onze provincie hebben wij het provinciebestuur juist gevraagd werk te maken van de gebiedsgerichte aanpak. Maar wel op onze voorwaarden, de boeren zitten aan tafel en de overige partijen houden hun mond tot de boeren met een plan komen.”
Vanuit een andere hoek van de zaal merkt een boer op dat de problemen met de natuur ontstaan zijn nadat natuur en landbouw van elkaar zijn losgekoppeld. Dit heeft met name voor de natuur desastreuze gevolgen gehad. Hij stelt voor de natuurorganisaties te onteigenen en de natuurgrond terug te geven aan de boer. „Dan kan de boer extensiveren, de natuur wordt er beter van en het stikstofprobleem is in één klap opgelost.”
Vragen
Veel vragen blijven onbeantwoord. Het is duidelijk dat ook in Utrecht de boeren streven naar duidelijke en werkbare doelen. De bereidheid om zich in te zetten voor een toekomstbestendige sector omringd door levensvatbare natuur is voelbaar. Maar alleen als de huidige stikstofaanpak aan de kant geschoven wordt. Boeren willen afgerekend worden op behaalde resultaten niet op modellen en aannames van de overheid.
Erik Luiten, bestuurslid van Agractie, is na afloop tevreden over de sfeer, de opkomst en de gevoerde discussie. „We wilden vandaag niet zenden, maar juist informatie ophalen. Waar hebben boeren behoefte aan, wat verwachten ze van ons, welke kant moeten wij op bewegen. Het is belangrijk dat we met elkaar in gesprek blijven. We zijn als sector eigenlijk te klein om verdeeld te zijn.”
Voor de zomervakantie organiseert Agractie ook nog bijeenkomsten in Gelderland, Noord-Holland, en Noord-Brabant. Bij voldoende belangstelling zullen na de zomer ook de overige provincies worden aangedaan.