Eke Folkerts, portefeuillehouder Bedrijfsovername NAJK
De belangrijkste vraag voor bedrijfsovername
Eke Folkerts en haar broertjes zijn niet opgegroeid op een boerderij, maar alle vijf zijn ze werkzaam in de, deels Duitse, melkveehouderij. Als kind was zij vaak op vakantie bij haar moeders moeder die wél een boerderij had. Folkerts werkte tot vandaag -zij nam ontslag en begint voor zichzelf- bij Dairy Campus waar ze met name rondleidingen en presentaties verzorgde. Als eigen baas zal ze vooral deelnemen in projecten die bijvoorbeeld overheden optuigen. Folkerts brengt dan met al haar bestuurservaring, de vereiste agrarische kennis in. Nadat ze bestuurder was in de Friese tak van de Agrarische Jongeren, zit ze nu twee jaar in het bestuur van de NAJK, met de portefeuille bedrijfsovername.
Expertise
Sinds die tijd leerde ze veel over bedrijfsovername. „Ik wist natuurlijk wel wat een maatschapstructuur is, maar van de fiscale kant bijvoorbeeld wist ik niet veel. Dat weet ik nu allemaal wel, maar ik verwijs leden die me bellen, door naar een van de fiscalisten, een accountant of een coach voor de sociale kanten van overname. Die expertises hebben we in ons netwerk.” Oftewel, Folkerts houdt zich met name bezig met de lobbykant van en voor agrarische jongeren. „Wij zijn er niet om te adviseren, maar om de belangen van jonge boeren te behartigen.” Deze lobby en het bestuurswerk van NAJK kost haar zo’n drie dagen per week, maar dit blijft ze zeker doen als ze voor zichzelf begint, dat was juist haar eigen voorwaarde.
Weg is weg
Dus als bijvoorbeeld de overheid morrelt aan een fiscale regeling die voor jonge boeren van belang kan zijn, zoekt Folkerts contact met de bank en accountants en slaat aan het lobbyen. „Dan ga ik met of zonder die andere partijen naar Den Haag om de politiek te vertellen waarom aanpassing of afschaffing van de betreffende regeling niet zonder ongewenste gevolgen is. En wat er wél zou kunnen worden gedaan om jonge boeren niet te verliezen. Want eenmaal weg, komt een boer niet terug. Nooit.”
Op alle dossiers die te maken hebben met melkveehouderij, akkerbouw, intensief en leefomgeving, zit het NAJK bij ministeries aan tafel. „We worden serieus genomen en we profileren ons uitstekend. Daar moet ik bij vermelden dat wij er zijn voor de blijvers. Daar zijn we duidelijk in.”
Sociale kant
Op scholen is er volgens Folkerts steeds meer aandacht voor bedrijfsovername. Van de miljoenen in het bedrijfsovernamefonds ging ook een deel naar scholen. „Op school maken leerlingen ook een bedrijfsplan en ze hebben bijvoorbeeld les over verbreding. De laatste jaren zie ik op scholen ook meer aandacht voor de zachte kant, het wordt gelukkig ook steeds normaler om een coach in te schakelen.” Wat dreigt er nog wel ‘ns vergeten te worden? „Nou onder andere toch die sociale kant van de overname. Dus neem álle punten mee, dus bank, notaris, boekhouder én het gesprek met familie en het bedrijfsplan. Er wordt steeds meer gekeken naar de rentabiliteit van het bedrijf; alleen grond onder het bedrijf is niet meer genoeg!”
Verwachtingen
Gebeurt het nog dat er te weinig wordt gesproken in de familie tussen overdrager en de jonge garde? „Ja hoor, het komt zelfs voor dat pa en ma en de beoogd opvolger niet eens van elkaar weten of ze op één lijn staan. De verwachtingen over en weer zijn voor waar aangenomen. Terwijl als de partijen elkaar écht de vraag stellen, er soms héél verrassende antwoorden komen. Dat moet je voorkomen, en in elk geval niet pas in een laat stadium of misschien te laat. En ook als je wel elkaars plannen en ideeën rond overname kent, zet het dan gerust op de agenda. Praat er elke twee maanden even over. Dat kan een hoop verduidelijken en in elk geval moeilijke situaties voorkomen.”
Begin op tijd
Wat Folkerts als lobbyist in Den Haag niet vaak genoeg kan benadrukken is dat men moet beseffen, dat elk bedrijf dat kwijt raakt, weg is en nooit meer terugkomt. „Daarom moet de politiek bedrijfsovername niet zo moeilijk maken. Financieel gezien niet, maar ook niet qua stikstof, varkensrechten of wat dan ook.”
Folkerts drukt jonge boeren, dus beoogde opvolgers én hun ouders op het hart op tijd te beginnen met het proces. „Ik doe ook een oproep aan de overdragers, al vanaf 50 jaar, ga in gesprek met een mogelijke opvolger. Stel dat je ergens op rekent, maar je moet ineens buiten de familie op zoek. Bovendien heeft het gevolgen voor bedrijfsontwikkeling; begin je aan nieuwe kuilplaten of robots, of toch maar niet? Je wilt weten hoe je verder gaat, de opvolging heeft gevolgen voor het ondernemerschap. En echt, soms weten mensen maar weinig van elkaar, zelfs niet als ze elke dag met elkaar aan tafel zitten en de dagelijkse gang van zaken bespreken.” Folkerts zou graag horen dat iedereen zichzelf één vraag stelt: „Heb je die ander ooit hardop horen zeggen wat hij/zij wil?”
Familie en maatschappij
Hoe communiceer je als boerenfamilie met elkaar en met de maatschappij? En vraagstukken als bedrijfsopvolging, geestelijke gezondheid en educatie, hoe ga je daar als boer mee om? Onder het Sterke Erven-thema Familie en maatschappij brengt Agrio artikelen over welke uitdagingen en oplossingen er op dit vlak zijn.