RIVM blundert met RAV-codes bij samenstellen lijst ammoniakuitstoters
Dat schrijft RIVM-directeur Charles Wijnker in een brief die door Van der Wal naar de Tweede Kamer is gestuurd. 'Voor de bepaling van de emissies uit stallen op nationale schaal wordt gebruik gemaakt van een generiekere versie van de RAV-lijst', legt hij uit. 'Voor de bepaling van de nationale totalen is dit voldoende mate van detail. Wanneer deze totale emissies ruimtelijk verdeeld worden, moeten individuele stallen de juiste emissies toebedeeld krijgen.'
Effect groot
Voor de staltypes die met een generiekere Ravcode zijn doorgerekend (in de berekening van het nationaal totaal) moet daarbij alsnog de keuze gemaakt worden aan welk staltype ze gekoppeld worden. En daar ging het mis volgens Wijnker. 'In het foutieve databestand hebben hierbij stallen met moderne emissiereducerende technieken een Ravcode toebedeeld gekregen die hoort bij een minder schoon staltype. Omdat het hierbij juist vaak gaat om stallen met grote aantallen dieren is het effect van deze onvolkomenheid voor deze stallen groot. Dat kan betekenen dat stallen die in werkelijkheid geen hoge emissie hebben toch op de lijst staan.'
Van der Wal kwam met de lijst omdat GroenLinks-Tweede Kamerlid Laura Bromet daar om had gevraagd via Kamervragen. De overheid stelde de lijst samen op basis van gegevens uit 2019. Er kwam naast een ammoniak-top 100 ook een stikstofoxiden-top 100. In de ammoniaklijst stonden veel veehouderijen, maar de top drie bestond uit industriebedrijven (Rockwool in Roermond staat op de eerste plaats (259106,00 kg), gevolgd door kunstmestfabriek Yara in Sluiskil (Zeeland) en Chemelot in Sittard-Geleen). Het gaat in de lijst puur om uitstoot, niet om stikstofdepositie.
Nieuwe lijst
Of de top drie hetzelfde blijft in de nieuwe lijst die de minister gaat aanleveren is afwachten. Het RIVM en de minister verwachten de nieuwe correcte lijst binnen een week te kunnen leveren.