Analyse: Krijgt Van der Wal de boeren mee in haar stikstofplannen?
Snelheid en daadkracht. Na jaren stilstand of, op zijn best, langzaam kruipende vooruitgang op het stikstofdossier verscheen vrijdag dan de brief waarin minister Christianne van der Wal uiteenzet hoe ze de crisis wil oplossen. Wat daar vooral uit naar voren komt is de vaart waarmee ze het probleem wil aanpakken. Er moet veel gebeuren, en de minister wil daar geen jaren mee wachten. Deze en volgende maand worden al doelen voor de ruimtelijk verdeling van de stikstofreductie, en voor natuur, klimaat en water opgesteld.
Haast
Er komt een startnotitie voor een Nationaal Programma Landelijk Gebied, een quick scan voor natuurdoelanalyses, en nog meer. Voor de zomer moet de eerste stikstofruimte voor PAS-melders beschikbaar zijn, en heeft de minister het perspectief voor de landbouw uitgewerkt en de voorwaarden voor vergunningverlening voor stikstofproducerende activiteiten uitgewerkt. Alles ademt uit: de minister heeft haast. Ze wil het land van het slot halen.
Maar de vraag is of dat zo snel kan als zij voor ogen heeft. Veel hangt af van de gebiedsprocessen die ze wil starten, en daarvoor heeft ze de boeren nodig. Ze zegt zoveel ook in haar brief. „De integrale, gebiedsgerichte opgaven vragen grote inzet van de agrarische sector. Tegelijk is een krachtige landbouwsector, die sterk genoeg is om de omslag naar kringlooplandbouw door te maken, een voorwaarde voor het realiseren van de doelen.“ Een veerkrachtige landbouwsector, schrijft ze, is nodig om het platteland vitaal en leefbaar te houden.
Wantrouwen
Maar daar heeft ze een probleem. En dat is het wantrouwen dat in de landbouwsector leeft tegenover de overheid. Dat wantrouwen is sinds de PAS-uitspraak van drie jaar geleden enkel gegroeid. Berichten dat vooral de landbouw aan de stikstofproblemen bijdraagt, overheidsrapporten die stellen dat de landbouwsector moet worden gesaneerd en boeren onteigend, die hebben daarbij allemaal niet geholpen. Veel boeren hebben de hakken in het zand gezet.
Maar de minister rekent juist op de landbouwsector om haar plannen door te kunnen zetten. Met riante uitloopregelingen wil ze boeren overhalen om te stoppen, daarnaast wil ze dat boeren die door willen gaan, daarvoor waar mogelijk de ruimte krijgen in de gebiedsplannen die de provincies gaan opstellen. „Ik vind het van belang dat het perspectief voor agrarische ondernemers in de gebiedsplannen volwaardig wordt meegenomen“, schrijft ze. Dat perspectief wil ze borgen. Bij het opstellen van die plannen moeten de provincies niet enkel ecologische factoren, maar ook de brede welvaart van een gebied - de vitaliteit en leefbaarheid daar - in het oog houden.
Hoofdrol
Daarmee krijgen boeren een hoofdrol in de aanpak van de minister. Aan de ene kant door te stoppen, en zo bij te dragen aan de afname van algemene stikstofuitstoot in Nederland, en aan de andere kant doordat zij aan tafel zitten bij het vaststellen van de gebiedsplannen. En dat kan moeilijk worden zolang het wantrouwen in de overheid niet is verdwenen. Het herstellen van het vertrouwen zou daarom prioriteit moeten hebben, maar dat is niet zomaar gebeurd. Dat is een langdurig proces, en de minister heeft haast.
De regering heeft miljarden gereserveerd voor het oplossen van het stikstofprobleem. De minister wil die inzetten door het geven van ruime vergoedingen aan stoppende bedrijven, en het financieel ondersteunen van bedrijven die willen verduurzamen of verhuizen. Maar het is maar de vraag of dat zwaaien met zakken geld voldoende is om het wantrouwen bij de boeren te overwinnen en hen mee te krijgen met haar aanpak.