Provincies missen visie op knelpunt in hoofdlijnenbrief minister
‘Onduidelijk wat Rijk doet in kwestie PAS-melders’
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) herkent zich grotendeels in de hoofdlijnenbrief over het stikstofbeleid van minister Christianne van der Wal van 1 april. Maar zij plaatst ook kritische kanttekeningen. ‘De hoofdlijnenbrief van de minister van Natuur en Stikstof legt de nadruk op de urgentie van snelheid en concreetheid in de aanpak van het stikstofvraagstuk.
Hard nodig
Die aanpak is hard nodig omdat het niet goed gaat met de natuur’, erkennen de provincies. In de brief meldt het IPO de erkenning te lezen dat juridische mogelijkheden voor vergunningverlening beperkt zijn en dat uitvoering daarom ontzettend ingewikkeld is. ‘En dat er een breed pakket van (nog) meer maatregelen moet komen om sneller uit deze situatie te komen.’
Niet alles overal
Het IPO constateert dat wat de minister schrijft, de provincies al lang toepassen. ‘Een nauwe samenwerking tussen de overheden om tot oplossingen te komen. Er is onvoldoende ruimte en niet alles kan overal.’ De voorzitter van de stikstofcommissie van de gezamenlijke provincies, Edward Stigter. ‘Al met al geeft de brief voldoende aanknopingspunten om snel en voortvarend te blijven werken. De oplossingen die zich aandienen zijn onontkoombaar, dit moet alleen niet alleen voor de provincies gelden, maar ook voor het Rijk.’
Gebiedsplannen centraal
De minister schetst volgens het IPO in haar brief een belangrijke rol voor de gebiedsplannen. Deze gaan in op wat er concreet mogelijk is in een gebied. ‘Provincies werken al aan die plannen, zo vervolgt het IPO. 'Dat doen ze samen met alle betrokkenen in het gebied. Daarbij zien provincies ook een rol weggelegd voor de Rijksoverheid als partner in de uitvoering van die plannen.’
Rol Rijk onduidelijk
Buiten de specifieke mogelijkheden in een gebied, is het echter noodzakelijk om ondersteunende maatregelen te hebben die overal gelden, stellen de provincies. Oftewel het generieke beleid. ‘Die maatregelen moeten stikstofruimte geven om een aantal knelpunten op te kunnen lossen, waaronder de PAS-melders die snel om een oplossing vragen. De brief benoemt dit beleid wel, maar is nog niet heel duidelijk in wat we kunnen verwachten van de inzet van het Rijk. Terwijl die generieke maatregelen randvoorwaardelijk is voor het succesvol uitrollen van de gebiedsgerichte aanpak.’
Samen uitwerken
Blijvend samen optrekken is een belangrijk uitgangspunt bij het aanpakken van dit grote vraagstuk, stelt het IPO. ‘De gezamenlijke provincies willen dat en doen dat. Helemaal als dat leidt tot versnellen én intensiveren van de aanpak. Daarbij is een helder tijdspad onontbeerlijk. De brief eindigt met dat de stappen die we zetten onontkoombaar wordt en dat er een houdbaar systeem van toestemmingsverlening komt. Gelijkwaardig partnerschap waarin elke overheidslaag doet wat hij kan is voor provincies een belangrijk uitgangspunt om deze grote opgave te kunnen laten slagen.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen