Schapen niet beweiden op percelen met weidevogelnesten
Uit het literatuuronderzoek kwam naar voren dat de nestoverlevingskans van nesten van de kemphaan, grutto, tureluur, kievit en scholekster sterk toenam wanneer er geen schapen op de percelen grazen. Voor nesten van de kemphaan, grutto en tureluur was dit effect het grootst. Bij een beweidingsdruk van 10 schapen per hectare kwam nog maar 30 procent van de nesten uit vergeleken met 90 procent zonder beweiding. Voor kievit en scholekster waren de effecten ook negatief, maar minder sterk (kievit -40 procent, scholekster -15 procent, ten opzichte van geen beweiding).De verschillen tussen de soorten worden volgens de onderzoekers veroorzaakt doordat scholekster en kievit in staat lijken te zijn schapen weg te jagen bij hun nest.
Ook geïnterviewde beheerders zijn het er onomwonden over eens dat schapenbeweiding, ongeacht de veldomstandigheden, niet kan plaatsvinden op percelen met weidevogelnesten. Ook het beschermen van nesten door nestbeschermers heeft volgens de beheerders geen effect. Schapen en lammeren zien die nestbeschermers als speelgoed of schuurpaal waardoor nesten alsnog sneuvelen. Volgens schapenhouders komt het niet vaak voor dat veel schapen in de nestperiode op weidevogelpercelen grazen. Dat komt doordat de nestperiode van weidevogels grotendeels samenvalt met de lammertijd.
Weidevogelkuikens profiteren
Schapenbeweiding kan wel een positief effect hebben buiten de nestelperiode. Zo is in de literatuurstudie gevonden dat schapenbeweiding tijdens het najaar positief is voor de hoeveelheid verschillende plantensoorten. Ook kwam in meerdere studies naar voren dat schapen een positief effect kunnen hebben op de hoeveelheid insecten zoals kevers, die weer als voedsel kunnen dienen voor weidevogels.
Beheerders geven aan dat de schapen de percelen geschikter maken voor kuikens van de kievit en scholekster. De algemene gedeelde gedachte is dat juist die weidevogelkuikens profiteren van de door schapenbegrazing korte vegetatie. Daarbij maakten de meeste beheerder wel de kanttekening dat ze die schapenbeweiding meestal combineren met beweiding van een aantal rustige (vaak droge) koeien. Dit zorgt voor enige variatie in vegetatiestructuur waardoor ook de grutto en tureluur kunnen meeprofiteren.
Wel moet men oppassen bij schapenbeweiding op veengrond met hoge waterstanden dat er geen kale plekken ontstaan. Daar kunnen probleemkuiden zoals pitrus hun kans grijpen. Ook kan schapenbeweiding leiden tot minder bloeiende kruiden in de kuikenperiode. Als dat dreigt te gebeuren is het goed om over te schakelen naar runderbeweiding.
Moeilijke businesscase
Volgens de ondervraagde schapenhouders is het houden van schapen op weidevogelpercelen geen makkelijke businesscase. Meerdere schapenhouders geven aan dat de rendabiliteit van hun bedrijf maar beperkt is en dat het vele extra werk op de vaak natte weidevogelpercelen de rendabiliteit niet ten goede komt. Natuurbeheer en/of de combinatie met een andere bedrijfstak (houden van koeien, handel) speelt naast het houden van schapen een belangrijke rol in de rendabiliteit van de meeste bedrijven.
Een ander probleem bij het houden van schapen op natte percelen is de verhoogde kans op leverbot-besmettingen. Om dit risico te voorkleien wordt aangegeven dat schapen onder natte, warme omstandigheden vaker verplaatst worden naar drogere percelen of dat schapenhouders gespreid weiden met kleine koppels om het risico op leverbot-besmettingen te spreiden.
Verzoek provincie Noord-Holland
Op verzoek van Provincie Noord-Holland deed ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga onderzoek naar beweiding van weidevogelgebied door schapen. Het doel van het onderzoek was om de voor- en nadelen van schapenbeweiding in weidevogelgebieden samen te vatten. Dit werd onderzocht door middel van een literatuurstudie en interviews met beheerders en schapenhouders.
Download onderaan dit nieuwsbericht van de provincie Noord-Holland het volledige rapport over schapenbeweiding.
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bronnen: Altenburg, Wymenga