Utrechtse melkveehouders maken circulaire stappen
Maiko en Margreet runnen samen het melkveebedrijf met zo’n 160 melkkoeien bijbehorend jongvee en wat vleesvee. Het melkveebedrijf heeft 140 hectare grasland in beheer waarvan 50 hectare natuurland. „Niet alle natuurpercelen zijn nog geschikt voor het vee”, vertelt Margreet die namens de twee het woord doet. „Het organische materiaal wat we nog wel van die percelen halen zetten we om tot bokashi. Daar hebben we voor gekozen omdat we op zware rivierklei zitten waardoor de grond het vooral in droge zomers zwaar heeft. Door bokashi toe te voegen hopen we dat de bodem weer wat weerbaarder wordt en zich meer als een spons gaat gedragen.”
In 2020 hebben de melkveehouders de eerste bokashi kuil aangelegd die ze in 2021 op het land hebben gebracht. Dit doen ze voordat de drijfmest het land op gaat. „Echt verschil zie we nog niet. Vorig jaar was natuurlijk ook een makkelijk jaar omdat het niet heel droog is geweest. Wat ons al wel opvalt is dat de biodiversiteit lijkt te zijn toegenomen. Er staan wat andere soorten grassen dan voordat we bokashi hebben uitgereden.
250 ‘weidende’ kippen
Het maken van bokashi is een manier waarop de melkveehouders reststromen hergebruiken op het melkveebedrijf om de bodem te verbeteren. De kippenkar werkt ook op eenzelfde circulaire manier. „De 250 kippen ‘weiden’ achter de koeien aan. Ze zorgen ervoor dat de mest van de koeien verspreid wordt en bemesten ook zelf de grond. Eieren van de kippen verkopen we sinds kort in een automaat op ons erf. Dan is de cirkel weer bijna rond. De eierschalen van de kapotte eieren kunnen we ook gebruiken in de bokashi kuil omdat daar een bron van kalk in moet.”
In de automaat verkopen ze ook eigen vlees, kaas en wat zuivelproducten. Margreet vertelt dat ze blij zijn met de automaat. „Zo kunnen we ook weer meer in contact komen met de mensen uit de buurt en ze vertellen over de boerderij en waar producten zoals melk vandaan komen.”
Zo circulair mogelijk
Doel van de twee melkveehouders is om hun bedrijf zo veel mogelijk circulair te maken. Naast bokashi en de kippenkar wekken ze ook al eigen stroom op en proberen ze te minderen met de aanvoer van krachtvoer allemaal kleine stapjes in de richting die ze graag op willen. „Veel van de dingen die we doen passen ook bij biologische landbouw, maar zo’n stap willen we nu nog niet maken. We willen ons nu vooral focussen op circulaire landbouw.”
LEADER-subsidie
Voor de kippenkar, automaten waar producten in verkocht worden en de educatieruimte hebben de melkveehouders een LEADER-subsidie ontvangen. Die subsidie is ervoor om boeren te helpen die de relatie tussen stad en platteland en tussen boer en burger willen versterken. In Nederland zijn 20 gebieden aangewezen als LEADER gebied.