Van der Wal wil heel Nederland natuurinclusief maken
De natuur is de basis van ons bestaan, vertelde ze. En in het verleden heeft Nederland te vaak de randen van wat mogelijk is opgezocht, en is daar regelmatig overheen gegaan. „We moeten nu van die rand af“, zei de minister, en, de Commissie Remkens citerend: „Niet alles kan overal.“
Verbijsterd
Ze stelde dit in de Tweede Kamer, tijdens het debat over landbouw en natuur. Het stikstofdebat moet nog komen (op 31 maart), maar de Kamer nam daar al ruimschoots een voorschot op. Laura Bromet (GroenLinks) stelde dat de vorig jaar aangenomen stikstofwet niet werkt, en stelde voor om het hele systeem opnieuw te beginnen. „Aerius eruit, en een vijfkilometerzone rondom natuurgebieden.“
Thom van Campen wilde zover niet gaan. „Het terugbrengen van de stikstofuitstoot is onontkoombaar“, vond Van Campen. „Maar in hoeverre die moet worden teruggebracht verschilt van gebied tot gebied.“
Bovendien, stelde hij, kan natuurherstel op andere manieren bereikt worden dan enkel met het reduceren van de stikstofuitstoot. Hij wilde daarom een motie indienen voor het instellen van een ecologische autoriteit, die gezaghebbend kan concluderen of natuurgebieden herstellen.
Het was een uitspraak die Caroline van der Plas (BBB) verbijsterde. „Zo een motie heb ik op 2 december ingediend!“, riep ze. „En de VVD stemde toen tegen. Waarom heeft u die motie niet gesteund?“ Waarop Van Campen moest toegeven dat dat toen politiek moeilijk lag, omdat de VVD nog met andere partijen aan het onderhandelen was over een coalitie-akkoord.
Joris Thijssen (PvdA) bleef sceptisch. „De enige manier om hieruit te komen is minder stikstof."
Fundament
Van der Wal was het in ieder geval niet met Bromet eens. „Een goede stikstofaanpak is cruciaal voor het herstel van de natuur“, stelde ze, „en met de Wet Stikstofreductie en Natuurherstel is een fundament gelegd voor zo een aanpak. Er is geen vrijblijvendheid meer.“ Ze gaf Bromet wel in zoverre gelijk dat die wet niet het eindpunt was. „Hierop bouwen we verder.“
Maar natuurherstel hangt volgens haar niet enkel af van de reductie van stikstofuitstoot. Net als Van Campen (en trouwens net zoals in het regeerakkoord staat) wil de minister daarom ook een ecologische autoriteit instellen, die voor alle Natura 2000-gebieden in Nederland in de gaten moet houden hoe het herstel van de natuur daar verloopt.
Latente ruimte
De latente stikstofruimte - vergunde stikstofruimte die nog niet in gebruik is - is daarbij potentieel een probleem. Niet enkel in de landbouw, ook bij het bedrijfsleven in andere sectoren. „We werken aan oplossingen hiervoor - denk aan het einde van een geldigheid van een vergunning als de ruimte niet gebruikt wordt“. Daarbij wil ze onderscheid maken tussen latente ruimte die niet gebruikt wordt - zoals van een bedrijf dat zijn activiteiten heeft gestopt - en de latente ruimte die bij een economische activiteit zit, en die de ondernemer flexibiliteit biedt.
Voor de zomer verwacht de minister een plan te kunnen presenteren over de stikstofaanpak van het nieuwe kabinet. In dat plan komt de latente ruimte aan bod, net zoals de aanpak van piekbelasters en het komen tot een robuuste natuur. Daarvoor al, in maart, zal ze in een Kamerbrief de hoofdlijnen van haar beleid schetsen.
Op vragen van de Kamer vertelde ze dat ze ook meer wil gaan meten om stikstofemissie en -depositie in kaart te brengen. „Maar ik ga niet wachten tot alles gemeten is“, kondigde ze aan, „want als je dat doet, heb je nooit genoeg.“ Ze stelde ook geen tijd te hebben om daarop te wachten. „We weten nu genoeg om al actie te ondernemen.“ De metingen zullen de kennis over stikstof vergroten, waardoor de acties indien nodig kunnen worden bijgestuurd.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Martijn Beekman, Rijksoverheid