Zorgen over toekomst boerderijeducatie in Noord-Holland
De organisaties die betrokken zijn bij de boerderijeducatieprogramma’s in Noord-Holland willen in de toekomst doorgaan met het verzorgen hiervan en deze programma’s versterken. Voor het versterken van de regionale programma’s wordt gewerkt aan meer provinciale samenwerking. Provincie Noord-Holland heeft hiervoor vanuit de Voedselvisie een geldbedrag beschikbaar gesteld.
Naast versterking van de samenwerking tussen de regio’s, vraagt het beschikbaar stellen en houden van boerderijlessen volgens de regionale afdelingen voor boerderijeducatie om structurele fondsen. De werving hiervoor is lastig, vooral bij boerderijeducatie Amsterdam en boerderijeducatie Laag Holland zijn daar momenteel zorgen over. „Dit jaar komen we nog wel door”, vertelt Annemarie Koelemeijer, die vanuit agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken boerderijeducatie Laag-Holland en boerderijeducatie Amsterdam coördineert. „Door corona hebben we een gedeelte van de financiering kunnen doorschuiven naar dit jaar. Hiermee kunnen we voor 180 klassen boerderijeducatie faciliteren. Maar als we geen nieuwe financiering vinden hebben we in 2023 een probleem.”
Concessies doen op kwaliteit
Tot nu toe was Provincie Noord-Holland de grootste investeerder voor beide programma’s via het provinciale programmabureau Laag-Holland, maar die investering is geëindigd. Koelemeijer: „We blijven met de provincie in gesprek om erachter te komen of er bijvoorbeeld binnen de voedselvisie of andere programma’s toch geld beschikbaar kan komen voor boerderijeducatie. Als we geen structurele fondsen kunnen vinden, moeten we misschien het programma dermate gaan aanpassen dat we concessies moeten doen op de kwaliteit. De leerlingen zouden dan bijvoorbeeld alleen een rondleiding krijgen op een boerderij. Dat is echter iets dat we echt niet willen. De kracht van boerderijeducatie zit hem juist in het dingen dóén en ervaren, het belevend leren. Daarbij moeten kinderen vanuit Amsterdam met de bus naar een boerderij. Het busvervoer is te duur voor zo’n kort bezoek, en zo zonde om het op de boerderij zijn niet volledig te benutten.”
Liefde voor het vak
„De educatieboeren doen meestal mee vanuit idealistisch oogpunt: ze willen het verhaal van onze sector voor het voetlicht brengen. Er zit veel liefde in het vak”, vertelt Ellie van der Schriek, betrokken bij het opzetten van boerderijeducatie in de regio Hollands Noorden. „De leerlingen krijgen dankzij de lessen meer waardering voor hun voedsel en het boerderijleven.”
In Hollands-Noorden herkennen ze ook dat fondsenwerving voor boerderijeducatie lastig is, maar is het toch gelukt de financiering rond te krijgen voor de komende tijd. Onder andere via een bijdrage van Microsoft datacenter gemeenschapsfonds.
Nieuwe educatieboeren
Er komen steeds meer educatieboeren bij, maar er is nog geen dekkend netwerk door heel Nederland. In Noord-Holland is er bijvoorbeeld geen gekwalificeerd aanbod in de hele kuststreek. Ook in de regio's Laag Holland en Amsterdam zouden nieuwe boeren zich kunnen aanmelden al is Koelemeijer daar wel wat terughoudend in. „We zien heel graag uitbreiding van het aantal educatieboerderijen, maar we willen die boeren ook perspectief kunnen bieden voor langere tijd. Educatieboeren moeten investeringen doen, bijvoorbeeld het behalen van het keurmerk om gecertifieerd educatieboerderij te worden, met onder andere een training belevend leren. Ook moeten ze hun bedrijf geschikt maken voor boerderijeducatie zodat het een vellige leeromgeving is.We moeten dat wel kunnen vergoeden en zonder vooruitzicht op fondsen is dat lastig.”