Column: Eenzijdige kijk op biodiversiteit doet geen recht aan innovatieve boeren
Sprekend voorbeeld is de provincie Noord-Holland die haar Voedselvisie 2020-2030 volledig richt op natuurinclusieve landbouw. Natuurlijk valt het te prijzen dat de provincie een visie op landbouw heeft, maar diversiteit in de beeldvorming over de toekomstige land- en tuinbouwsector ontbreekt. Alle grondgebonden landbouw natuurinclusief in 2030, dat is het doel. Hiermee doelt de provincie op natuurinclusief niveau 2 gedefinieerd door het Louis Bolk Instituut.
Nauwelijks aangesproken
Dit eenzijdige perspectief doet geen recht aan de verschillende kwaliteiten van de Noord-Hollandse land- en tuinbouw. Innovatieve bedrijven zijn soms meer tijd en geld kwijt om de omschakeling naar natuurinclusief te maken, dan wanneer zij kansen in bestaande bedrijfsvoering op het gebied van biodiversiteit en milieu benutten. Denk aan de ontwikkeling van precisielandbouw, inzet van drones of zaadveredeling. Ook één richting voor de sector als de enige juiste koers benoemen, maakt dat meer agrariërs zich nauwelijks aangesproken voelen om deze koers te volgen. Denk aan boeren die meer voelen voor intensivering van hun bedrijfsvoering, juist om meer ruimte voor natuur en biodiversiteit te creëren.
'Innovatieve bedrijven zijn soms meer tijd en geld kwijt om de omschakeling naar natuurinclusief te maken, dan wanneer zij kansen in bestaande bedrijfsvoering op het gebied van biodiversiteit en milieu benutten.'
Amber Laan
Gebiedsgerichte aanpak
In het regeerakkoord kiest het nieuwe kabinet voor een gebiedsgerichte aanpak. Met aandacht voor lokale omstandigheden en voor de ambities van alle betrokkenen, is deze aanpak kansrijk om via meerdere routes de landbouw te verduurzamen. Dit zal meer boeren aanspreken om in beweging te komen. Ook vereist deze aanpak samenwerking, tussen boer en overheid, maar ook tussen gebiedspartijen. Dit leidt tot een bredere mix van ideeën, middelen, kennis en kunde en draagt zo bij aan behoud van diversiteit in het agrarisch gebied.
Maatwerk
Maatwerk kost veel tijd en dit schuurt met de haast van beleidsmakers om doelen te behalen. Het nieuwe kabinet reserveert een fors bedrag voor het landelijk gebied, maar formuleert tegelijkertijd diverse doelen een stuk ambitieuzer, zoals de reductie van stikstof- en CO2-emissies. Bovendien richt het kabinet zich met de benoeming van een Minister voor Natuur en Stikstof eenzijdig op stikstof, en niet op het meer diverse begrip ‘milieu’. Klimaat behoort weer tot een ander ministerie, dus dat helpt ook niet bij het bepalen van beleid dat verschillende routes naar agro-diversiteit omarmt.
Om terug te keren bij het voorbeeld van de provincie Noord-Holland: Wed niet alleen op natuurinclusieve paarden, maar bied boeren maatwerk met meer diversiteit in beleidsdoelen.
Amber Laan
Amber Laan schrijft maandelijks een column voor de website van Agraaf. Ze maakt sinds eind 2020 deel uit van een maatschap met haar ouders Bianka en Robert en haar jongere zus Emma. Gezamenlijk runnen zij een melkveebedrijf met 80 koeien op 65 hectare grond in Polder Zeevang, een aangewezen Natura 2000-gebied Zeevang in Laag-Holland (NH). Gezien deze hoeveelheid grond zijn Amber en haar familie druk bezig om de extensivering van hun bedrijf nog meer vorm kunnen geven, gekoppeld aan een gezond verdienmodel.
Onlangs behaalde ze haar master Bestuur en Beleid, gericht op de landbouwsector, aan de Universiteit Utrecht. Haar bachelor agrarische economie en beleid had ze daarvoor in Wageningen gedaan. Ze is ook voorzitter bij het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt en adviseur duurzame landbouw bij Schuttelaar & Partners. Amber Laan is te volgen op Twitter: @Amberlaan7.
Tekst: Amber Laan
Beeld: Amber Laan