PBL over coalitieakkoord: historisch hoge ambities zorgen voor ongeëvenaarde opgave
In het coalitieakkoord 2021-2025 sorteren VVD, D66, CDA en ChristenUnie voor op maximale broeikasgasreductie tegen 2030 (55 procent ten opzichte van 1990, 80 procent in 2040) en wordt de doelstelling van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering van 2035 naar 2030 geschoven. Echter, de uitwerkingen van de maatregelen om deze doelstellingen te bereiken ontbreken nog terwijl de tijd dringt om deze ambitieuze doelstellingen te behalen.
Het PBL schrijft in haar reflectie dat de tijd die nodig is voor de uitwerking van het coalitieakkoord in concreet beleid en de uitvoering daarvan, op gespannen voet staat met het tijdig realiseren van de ambities en het akkoord. Dat een deel van de maatregelen afhankelijk zijn van vrijwilligheid, vergroot de kans dat de gewenste maatregelen te traag van de grond komen.
De komst van de nieuwe ministerposten Natuur en stikstof en Klimaat en energie getuigt volgens het PBL er wel van dat de politiek het proces om beleid te ontwikkelen en uit te voeren wil versnellen.
Grondgebruik
Het coalitieakkoord valt en staat met heldere uitgangspunten, zo is te lezen in de reflectie. Alleen deze heldere uitgangspunten zijn er nog niet. Hoe wordt er bijvoorbeeld omgegaan met de verstedelijking in relatie met de doelen op het gebied van bodem en water? Dat het nog onduidelijk is op welke thema's de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de regie gaat voeren, helpt in deze niet, aldus het PBL.
Dat thema's zoals bodemgezondheid, waterkwaliteit, emissie- en stikstofreductie, energietransitie, circulaire economie, kringlooplandbouw en het klimaat zoveel overlap hebben, betekent dat er vraag is naar een beleid dat ‘meekoppelkansen benut in dit doorsnijdende dossier’. Echter, ook hier blijft het in het coalitieakkoord bij constateringen in plaats van concrete plannen, merkt het PBL op. Wat ook het geval is voor het klimaatbeleid - om het doel van maximaal 1,5 °C opwarming te halen - en de benodigde internationale samenwerkingen daarvoor.
Lock-ins
Het PBL waarschuwt de landbouw ervoor dat de opgave waar de landbouw voor staat, kan resulteren in mogelijke lock-ins (het creëren van een onomkeerbare afhankelijkheid, red.) ‘Zo bestaat het risico dat investeringen in duurzame en emissiearme vormen van landbouw in zones rond Natura 2000-gebieden samen ook tot te veel depositie zullen leiden, en vervroegd moeten worden afgeschreven.‘ Tegen 2030 moet de stikstofdepositie op 74 procent van de hectares van stikstofgevoelige natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde liggen. Op dit moment is dat 25 procent. Het PBL noemt de uitvoeringsopgave waar de landbouw voor staat om de doelstellingen te bereiken ‘ongeëvenaard’.
De coalitie reserveert 6,1 miljard euro voor de opkoop van melkvee, pluimvee en varkens, 5,7 miljard euro voor de financiële afwaardering van grond en 4,3 miljard euro om de ‘blijvers’ een beter economisch perspectief te geven. ‘Of met deze budgetten het stikstofdoel binnen bereik komt, is allereest afhankelijk van de nadere invulling van de opkoopregelingen. In eerdere PBL-analyses van voorgestelde beleidspakketten waar een opkoopregeling deel van uitmaakte, kwam het areaal stikstofgevoelige natuur onder de kritische depositiewaarde uit op 60 procent. In die beleidspakketten was het budget voor opkoop (circa 10 miljard euro) en financiële afwaardering (9 miljard euro) hoger dan het budget dat de nieuwe coalitie hiervoor vrijmaakt.’
Regio
Regionale overheden zullen leidend zijn in de uitvoering van de maatregelen voor het verbeteren van de leefomgeving. Deze regionale overheden hebben tot dusver nog geen duidelijke kaders gekregen over gebiedsopgaven en welke uitgaven uit het transitiefonds daarvoor beschikbaar zijn.
Deze onduidelijkheden zetten de torenhoge ambities van de coalitie van meet af aan onder druk. Niet eens meegenomen dat er meer kennis moet worden ingewonnen over de stikstof- en natuurproblematiek om een zo effectief mogelijk beleid te introduceren en dat er te grote personeels- en materiaaltekorten zijn in de bouw om op korte termijn de woningnood het hoofd te bieden. Het PBL zegt overigens dat de investeringen van de overheden kunnen leiden tot hogere grondprijzen.
De volledige reflectie van het PBL op het coalitie-akkoord is hier te lezen.