Minister Visser: ‘We hoeven in 2027 niet aan waterrichtlijn te voldoen’
Ze stelde dat maandagmiddag in een Tweedekamerdebat over water in Nederland. Kamerleden stelden dat Nederland de normen voor de Kaderrichtlijn Water niet op tijd zouden gaan halen, onder meer vanwege de instroom van water uit het buitenland dat niet aan die normen voldoet. Maar als je kunt aantonen dat je afhankelijk bent van andere landen, houdt de Europese Commissie daar rekening mee, vertelde Visser. Ze zei ook dat de inspanningen van de afgelopen jaren al tot een grote verbetering van de waterkwaliteit hebben geleid, maar dat het nog niet voldoende is.
Daarom zet de regering in op een driesporenbeleid, vertelde ze. Naast landbouw concentreert dat zich op RWZI’s, die het water beter gaan zuiveren op medicijnresten, en op het buitenland. De regering wil met België en Duitsland spreken over de kwaliteit van het water dat uit die landen Nederland instroomt, en dient ook zienswijzen in op de buitenlandse waterplannen.
Voor de landbouw spelen het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer een grote rol. Visser vertelde dat het Zevende Actieprogramma nu gebiedsspecifiek wordt ingezet, en gekoppeld wordt met de stikstofproblematiek. Zo kunnen beide zaken tegelijk worden aangepakt en voorkomt de regering dat boeren met tegenstrijdige regelgeving worden opgezadeld.
Ondanks de verzekering van de minister dat de Europese Commissie rekening houdt met de kwaliteit van water uit het buitenland, vroegen SGP en BBB in een motie om de normering in het grensgebied af te stemmen op de normering in omliggende landen. Ook vroegen ze om de KRW-normen af te stemmen op niet-beïnvloedbare nutriëntenbelasting, en om goede landbouwgrond niet onder water te zetten voor natuurverbetering.