‘Neem beslissing over geborgde zetels van waterschappen’
Hij zei dat in een hoorzitting die de Tweede Kamer had georganiseerd in aanloop naar de behandeling van een wetsvoorstel van GroenLinks en D66 om de geborgde zetels in de waterschappen af te schaffen. Kamerleden hoorden daar zowel argumenten om die zetels af te schaffen als argumenten om dat niet te doen.
Jan Boelhouwer, voorzitter van een commissie die vorig jaar de rol van de geborgde zetels had onderzocht, pleitte voor afschaffing. De geborgde zetels vertegenwoordigen de achterban niet meer, stelde hij. Ze worden (in het geval van de landbouwzetels) aangewezen door LTO, terwijl die groep allang niet meer alle boeren vertegenwoordigt. Hetzelfde geldt voor de geborgde zetels voor Bedrijven en voor Natuur.
Daarnaast is de vertegenwoordiging van de geborgden in het bestuur groter dan het aandeel dat hun achterban betaalt in het waterschap. En de specifieke kennis die ze in zouden brengen, is allang aanwezig in de waterschappen.
Afschaffen is rigoreus
Marleen van Rijswick ging daar tegenin. Zij is hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht. Ze was het ermee eens dat de democratie in waterschappen verbeterd kan worden, stelde ze, maar dat kan ook op minder rigoreuze manieren dan het afschaffen van de geborgde belangen. Je zou daarbij kunnen denken aan het verminderen van het aantal geborgde zetels, stelde ze, en daarbij het aantal zetels voor Natuur in evenwicht brengen met die voor Landbouw en Bedrijfsleven. En als de invulling van de geborgde landbouwzetels niet de diversiteit onder landbouwers weerspiegelt, dan kun je daar wat aan doen in plaats van ze dan maar af te schaffen.
Ze ging ook in op een paar algemene argumenten tegen de geborgde zetels. Dat ze niet democratisch zijn, bijvoorbeeld. Dat argument geldt niet, stelde ze, en Boelhouwer had dat ook al gezegd. Als de Tweede Kamer, het hoogste democratisch orgaan, instemt met geborgde zetels, dan zijn die per definitie democratisch bepaald. Dat waterschappen nu meer taken krijgen vanwege de klimaatverandering is ook niet waar, vond ze. De taak blijft hetzelfde; het waterschap gaat over het watersysteem. Er komt weliswaar meer werk bij, maar dat is niet hetzelfde als een uitbreiding van het takenpakket. Voor de omgevingswet geldt hetzelfde; die zorgt ook niet voor een uitbreiding van het takenpakket van de waterschappen.
Boeren hebben rol in watersysteem
Siem Jan Schenk sprak, als bestuurslid van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, waar hij een van de geborgde landbouwzetels bezet, namens de geborgde zetels. Die zitten er niet enkel vanwege de belangen die ze hebben, legde hij de Kamer uit, maar ook vanwege de rol die ze spelen in het watersysteem. Boeren beheren bijvoorbeeld zestig procent van dat systeem, legde hij uit, en vervullen daar ook taken voor. „Ze zijn niet alleen betalers", vertelde hij, „ze hebben ook iets te bieden."
Maar de verdeling van geborgde zetels kan beter, argumenteerde Vera Dalm, die een geborgde natuurzetel bezet. Het aantal natuurzetels in de waterschappen staat niet in verhouding tot de omvang van de natuur in Nederland. In Zuid-Holland, gaf ze als voorbeeld, zijn er vier geborgde zetels voor bedrijven en één voor natuur. Dat is misschien te verwachten - maar dan zou je verwachten dat bij waterschap Vallei en Veluwe, waar het grootste natuurgebied van Nederland ligt, die verhouding omgekeerd zou zijn. En dat is niet zo.
„We praten nu al dertig jaar over het afschaffen van de geborgde zetels", stelde Kamerlid Eva van Esch (PvdD). „Wordt het niet tijd dat we eindelijk de knoop doorhakken?"
Van der Sande antwoordde: „We praten al achthonderd jaar over het bestuur van de waterschappen, en wat u ook besluit, dat blijven we doen. Maar dat geldt voor elke politieke laag; ook voor de Tweede Kamer, voor provincies en gemeenten.
De Kamerleden kunnen de inbreng van de ronde tafel meenemen bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel. Op 23 november kunnen zij een schriftelijke inbreng daarop leveren.