Nog veel vraagtekens bij Nationaal Strategisch Plan
In het Nationaal Strategisch Plan legt de regering vast hoe zij het GLB in ons land wil invullen. De Kamerbrief daarover, die minister Schouten deze week naar de Tweede Kamer stuurde, bleek meer vragen op te roepen dan antwoorden te geven.
Overhevelingen
Zo had de minister nog niet ingevuld hoeveel geld ze wil overhevelen van de eerste pijler (directe inkomenssteun en ecoregelingen) naar de tweede pijler (plattelandsontwikkeling). Ze heeft dit nog opengehouden, omdat ze dat nog in de Tweede Kamer en met de provincies wil bespreken. In de afgelopen jaren had de Tweede Kamer met moties een heel wensenlijstje afgegeven waar het GLB allemaal voor moest zorgen. De minister somde op: naast het verzekeren van de inkomenspositie van de boer moest het GLB ook zorgen voor vooruitgang op het gebied van klimaat, bodem, stikstof, water, landschap, biodiversiteit, en dierenwelzijn. „Maar het GLB is geen duizenddingendoekje waarmee je alles kunt oplossen“, stelde ze. Met de 800 miljoen die Nederland elk jaar uit het GLB ontvangt kunnen niet al die zaken worden opgelost.
De Kamer had een VVD-motie aangenomen om het GLB in te zetten voor innovatie, herinnerde ze de Kamerleden, net als moties van D66 om meer aandacht voor biodiversiteit, van het CDA voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, van GroenLinks voor weidevogels.
„Dan ontkom je er niet aan om geld over te hevelen“, stelde ze. Maar ze wil met de Tweede Kamer invullen hoeveel dat dan zou moeten zijn. Want hoe meer je overhevelt, hoe minder geld overblijft voor de hectarepremie en de ecoregelingen. En dat kan voor boeren een flink verlies aan inkomen betekenen.
Een voorstel van VVD’er Thom van Campen om die overheveling dan trapsgewijs door te voeren, elk jaar een beetje meer, vond ze interessant.
Ecoregelingen
Ook is nog niet duidelijk hoe de ecoregelingen er precies uit komen te zien. Uit de pilots die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd, blijkt dat de regels nog ingewikkeld zijn. „Boeren moeten daar adviseurs voor consulteren“, merkte Derk Boswijk op, „en een deel van het geld dat ze met die ecoregelingen verdienen gaat daar dan weer aan op.“
Schouten erkende dat dat niet de bedoeling was, en dat ze de regels eenvoudiger wilde maken en lastenverzwaringen wilde vermijden.
Haar doel, vertelde ze, is nog steeds om alle boeren mee te kunnen laten doen. Maar Tjeerd de Groot vroeg zich af of dat wel doelmatig was. Volgens hem kunnen de regelingen beter worden geconcentreerd op de veenweidegebieden en op de bufferranden rond Natura 2000-gebieden, omdat daar de grootste klimaat- en natuurwinsten te halen zijn.
Doorrekening
De Kamerleden misten ook een doorrekening van de effecten. Minister Schouten zegde toe dat er nog een effectenrapportage zou volgen. Maar dat was nog moeilijk, vertelde ze, zolang allerlei zaken nog in beweging zijn. Ook in Brussel, waar ze bijvoorbeeld nog met de Europese Commissie in discussie is over de breedte van de bufferstroken langs sloten. De minister wil die aan laten sluiten bij de bepalingen in het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Ze wees er ook op dat het hele traject knelt. Aan de ene kant verwacht de Europese Commissie dat de lidstaten voor het eind van het jaar hun NSP’s inleveren, aan de andere kant is men nu nog bezig om de teksten van het in Brussel bereikte GLB-akkoord juridisch te interpreteren. ‘Veel lidstaten worstelen hier nog mee’, vertelde de minister. ‘Ik verwacht dat we het hierover nog wel in de Raad [van Europese landbouwministers - WvG] zullen hebben.“