Fotoserie: Melkveehouder Kool uit Hei- en Boeicop presenteerde zijn vliegenval
Toen Arjen Kool op zoek ging naar alternatieven voor chemische vliegenbestrijding, kwam hij via internet terecht bij een mechanische val in Amerika. Het idee leek hem, hij vroeg tekeningen en foto's op en bouwde de val na. Daarmee dacht hij een eind op weg te zijn, maar het bleek nog maar het begin. „Vliegenvangen is niet alleen een val bouwen, maar je ook verdiepen in vliegen en soorten."
Kool geeft aan een goed onderscheid te maken in de vliegen die bestreden moeten worden. „Chemisch pakt alles. Daar is geen verschil." Met de mechanische vliegenvanger bestrijdt hij met name de hoornvlieg. Die leeft op koeien en gaat er ook niet vanaf. „Alleen om eitjes te leggen in verse mest op het land." Deze vlieg is dus goed te vangen met de vliegenvanger zoals hij die nu heeft.
De populatie van andere vliegen, zoals de stalvlieg en herfstvlieg, probeert hij op andere manieren te verkleinen. „Heel veel is al te bereiken met het maken van een goede leefomgeving voor natuurlijke vijanden: vogels en vleermuizen." Ook is bijvoorbeeld regelmatig mestmixen van belang.
De hoornvliegpopulatie heeft hij nu ook redelijk onder controle. „Nul is een illusie. We zitten nu op een niveau dat de koeien merkbaar rustiger zijn. Dat betaalt zich terug: minder stress is meer melk en gezondheid." Al met al kostte de vanger een paar duizend euro aan materiaal. „Dat komt niet alleen terug in dierenwelzijn, maar ook doordat wij nu geen insecticiden meer nodig hebben."
(Lees verder onder foto's)
Gedragsdeskundige
Praktisch gezien heeft Arjen Kool, die samen met zijn vader Gert-Jan (biologisch) boert, wel het één en ander moeten leren. „Het is niet 'hokje plaatsen, koeien er doorheen'." De vanger is juist donker. Samen met veegedragsdeskundige Ronald Rongen van Low Stress Stockmanship Europe (LSSE) bepaalde hij de juiste afmetingen van de val en de juiste plaats. Kool wist dat koeien als het kan donker mijden, maar leerde van Ronald dat hun aanpassingssnelheid aan de lichtsterkte vijf keer lager ligt dan van ons mensen. „Dat vraagt dus niet alleen tijd bij een staldeur, maar ook bij de vliegenvanger." Nu de koeien eenmaal weten wat er gebeurt, gaan ze vrij makkelijk het voor hen donkere gat in.
Zonder stress
Kool ontdekte ook dat koeien een voorkeur hebben voor links. Door de vliegenvanger nu rechts van het pad te plaatsen (gezien vanuit de stal) lopen de koeien er toch makkelijk doorheen omdat ze op weg gaan naar vers gras. Komen ze naar de stal dan gaan ze makkelijk en rustig weer door de vliegenvanger en komen ze zonder stress bij de melkstal. Jongvee gaat sowieso makkelijker door de val heen. Bij oudere koeien duurt het langer, maar met Rongen werkt Kool aan de acceptatie door de vliegenval in ieder geval juist in te zetten.
LSSE en adviesbureau CLM begeleiden een drietal biologische melkveehouders bij de ontwikkeling van hun val. Vrijdag 1 oktober is er nog een presentatie, dan bij Fam. Van Tilburg in Breukelen.