Overstroomde percelen met pootgoed in Limburg, Noord-Brabant en Noord-Holland uit de keuring
Met een helikopter heeft de NVWA deze week het stroomgebied van de Maas tussen Roermond (LB) en Alphen (NB) beoordeeld. Aan de hand van de (kaart-)gegevens van RVO is bekend waar poot- en consumptieaardappelen worden geteeld. Het gaat hier om 20 percelen met pootgoed en ongeveer 100 perceeltjes met consumptieaardappelen die buitendijks (in de uiterwaarden van de Maas) worden geteeld. Deze percelen stonden halverwege deze week nog onder water, hiervan komt dus geen oogst meer, aldus Mario van Sabben van de NVWA.
Zware buien in Noord-Holland
Ook in Noord-Holland zijn percelen aardappelen verloren gegaan nadat ze meer dan 24 uur onder water hebben gestaan. In de derde week van juni werden delen van de kop van Noord-Holland getroffen door zware buien, waardoor wateroverlast ontstond.
Om hoeveel hectare het gaat kan Van Sabben niet aangeven. „Het gaat in het zuiden niet om honderden hectares. Op de uiterwaarden zijn het over het geheel niet de grootste percelen aardappelen.” Per individuele teler kunnen de gevolgen wel groot zijn: bij één teler uit de omgeving van Groeningen (NB) zijn vrijwel alle pootgoedpercelen uit de keuring gehaald. „Dat bedrijf is zwaar getroffen”, zegt Ad Toussaint van de NAK. Volgens hem gaat het in Noord-Holland om tien tot vijftien percelen, met name in de omgeving van Burgerbrug, die op verzoek van de telers uit de keuring zijn gehaald. Zijn inschatting is dat in totaal 60 tot 80 hectare uit de keuring is gehaald.
In totaal is dit seizoen al 690 hectare pootgoed afgekeurd om diverse redenen. Vorig jaar was dat over het hele keuringsseizoen 728 hectare, waarbij virus de belangrijkste reden voor afkeuring was. Nu speelt bacterie een grote rol voor afkeuring, met name in Limburg.
Bruinrot in de Maas
Aanleiding voor de helikoptervlucht was de aanwezigheid van de bruinrotbacterie in delen van de Maas. Onder meer voor Midden-Limburg en Oost-Brabant geldt een beregeningsverbod vanuit de Maas, voor zowel beregening als spuitwerkzaamheden. Voor de teelt van NAK-, ATR- en TBM-pootgoed geldt voor heel Nederland een verbod op het gebruik van oppervlaktewater.
Omdat al snel duidelijk werd dat van deze zuidelijke percelen geen oogst meer valt te verwachten en de kans op verspreiding van bruinrot via het pootgoed uitgesloten kan worden, heeft de NVWA geen actie ondernomen richting de betreffende telers. „De situatie was voor hen al erg genoeg.”
Melden bij NVWA
Hoeveel telers zelf hebben besloten hun pootgoed uit de keuring te halen, kan de NAK nog niet aangeven. De NVWA weet dat in ieder geval één Noord-Hollandse teler zijn pootgoed heeft teruggetrokken vanwege bruinrotrisico. Van Sabben benadrukt dat telers die vrezen dat besmet oppervlaktewater over (een deel van) hun perceel pootgoed is gelopen zich kunnen melden bij de NAK of NVWA, om zo mogelijk een deel van het perceel nog steeds als pootgoed te kunnen afzetten.