Kamer wil brede natuurdoelstellingen en landschapsgrond
Dit als gevolg van een aantal moties van CDA'er Derk Boswijk, waarvan een samen met Roelof Bisschop (SGP) waar een meerderheid van de Kamer op de laatste dag voor het zomerreces mee instemde.
Boswijk en Bisschop stelden dat de regering niet blind moet varen op de stikstofdoelstellingen, maar de brede natuurdoelstellingen en de toekomst van de landbouw voor ogen moet houden bij het beschermen van de Natura 2000-gebieden. Dit als gevolg van het PBL-rapport van maandag, waarin het planbureau constateerde dat de keuze voor strikte stikstofdoelen zou betekenen dat de landbouw in grote delen van Nederland zou moeten verdwijnen.
Minister Schouten antwoordde dat de regering al stuurt op deze brede natuurdoelstellingen. „Maar daar hoort stikstof ook bij. We zijn juist aan het redeneren vanuit de natuurdoelstellingen." Ook wil ze de toekomst van de landbouw voor ogen houden, maar ze legde uit dat sociaal-economische redenen er niet toe mogen leiden dat de doelstellingen niet worden gehaald of naar beneden worden bijgesteld.
Landschapsgrond
In een andere motie stelde Boswijk voor om, naast de al bestaande categorieën landbouwgrond en natuurgrond, een derde categorie 'landschapsgrond' te introduceren. „Met name in de buurt van natuurgebieden lijkt erop te worden gekoerst dat er buffers moeten komen te staan tussen natuur en landbouw", stelde de CDA'er, „waar in toenemende mate natuurinclusieve landbouw uitgeoefend kan worden." Maar dat soort gronden past niet goed in de wetgeving voor landbouwgrond, en ook niet voor die voor natuurgronden. Daarom pleitte Boswijk voor een tussenvariant, waarin meer dieren mogen worden gehouden dan op natuurgronden, maar minder dan op landbouwgrond.
Beheer natuurgronden
Ook stelde hij voor om het subsidiestelsel voor het beheer van natuurgronden te wijzigen. „Terreinbeherende organisaties krijgen van de overheid een vergoeding voor het beheer van natuurgronden", stelde hij, „en vervolgens verpachten zij die grond aan de boer. Die boer doet het daadwerkelijke beheer en betaalt de terreinbeherende organisatie ook nog pachtgeld." Boswijk vond dat bijzonder. „De terreinbeherende organisatie ontvangt twee keer geld en de boer betaalt geld om het beheer uit te voeren."
Hij wilde daarom een verkenning om te kijken naar de juridische mogelijkheden om, anders dan via dit model, het voor boeren rendabel te maken om aan natuurbeheer te doen.
Al deze moties werden door de Kamer aangenomen.