De Corona-terugblik: Johan Kruijthoff: Fritessnijder uitgegroeid tot wekelijkse farmdrive
De familie Kruijthoff was niet onbekend met de huisverkoop van hun eigen producten, ze hadden al circa tien jaar een boerderijwinkel in de verbouwde garage. Tijdens de coronacrisis is de winkel uitgebreid met een fritessnijder, zodat klanten vers gesneden patat mee naar huis konden nemen. Op die manier hoopten ze een klein deel van hun voorraad fritesaardappelen weg te werken.
Farmdrive met kerststal
Dat is de Zuid-Hollandse akkerbouwers zo goed bevallen dat dit initiatief al snel is uitgebreid naar een drive-through, of, zoals deze in hun regio inmiddels bekend staat, de farmdrive. Sinds april kunnen klanten iedere zaterdag door de schuur rijden om - coronaproof - hun aardappelen, wortelen, spruiten, uien of andere producten te kopen. Komende week kan dat zelfs in kerststijl; er staat een heuse kerststal en een ezel en enkele andere dieren.
Er komen iedere week nog steeds veel mensen naar het akkerbouwbedrijf. „Het frites snijden is onverminderd populair in de buurt”, zegt Kruijthoff. „Dus daar blijven we mee doorgaan.” De klantenkring is breed, van jong tot oud. Maar ook zijn er inmiddels enkele lokale restaurants bij gekomen, zodat de afzet aardig is toegenomen.
Het is vooral erg leuk om te doen, vindt de akkerbouwer. „Het gaat niet om tonnen per week. Maar alles bij elkaar zijn het nog wel flinke hoeveelheden. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby”, zegt hij lachend. Bijkomend voordeel is dat deze manier van verkopen hen de kans geeft om met consumenten in gesprek te gaan. „Je kunt je verhaal over de prijsontwikkeling in de akkerbouw goed kwijt”, is zijn ervaring.
Fritesaardappelen naar veevoer
Kruijthoff had dit voorjaar samen met zijn maten in het grote akkerbouwbedrijf Novifarm nog een flinke voorraad fritesaardappelen in de bewaring liggen, toen de coronacrisis uitbrak. „De bewaarschuren zaten nog nagenoeg vol, de helft hiervan was vrij.” Inmiddels zijn de schuren leeg. „Er blijft nooit een aardappel liggen. Maar deze zijn niet allemaal weggegaan op de manier waarop we hadden gehoopt. Een deel is het veevoer in gegaan”, vertelt de teler. „Ogen dicht en op naar het nieuwe seizoen, dachten we. Maar dat nieuwe seizoen lijkt ook nog niet veel beter te worden.” Oogstjaar 2020 is voor Kruijthoff al met al niet een heel slecht jaar geworden. „De situatie rond de aardappelen was treurig, maar de uien deden het beter. Maar desondanks moet je zo’n teleurstellend jaar niet te vaak hebben.”