Kwaliteit boven landsgrenzen
Nederland verkoopt meer dan de helft van zijn landbouw- en foodproducten aan Duitsland, België, Frankrijk en Engeland. Veel consumenten in die landen krijgen hun eten uit Nederland en daar zijn ze, zeker gezien de hoge standaard die Nederland hanteert in de voedselketen, blij mee. Ondanks deze enorme afzetmarkt is de focus van politiek en landbouworganisaties doorgaans gericht op slechts een deel van de productieketens, namelijk dat deel dat zich richt op de Nederlandse consumentenmarkt. Binnen Nederland wordt het verhaal specifiek en genuanceerd verteld, maar dat deel van de productie dat buiten Nederland wordt afgezet, wordt onder een grote noemer geplaatst ‘buitenland’. Voor de Nederlandse landbouw- en foodindustrie zijn de klanten bij Edeka (Duitsland), Sainsbury ’s (VK), Colruyt (België) of Auchan (Frankrijk) minstens zo interessant en politiek en belangenorganisaties zouden zich op eenzelfde manier als binnen Nederland moeten richten op deze partners over de grens. Een veel gerichtere communicatie met deze diverse partijen zorgt voor een versterking van het verhaal zoals we dat in Nederland van belang vinden; het verhaal van hoogwaardig voedsel met de bijbehorende productiestandaarden.
Trots en vertrouwen
Door deze retailers directer te benaderen en met hen en hun consumenten te communiceren kan de verkoop en de organisatie van de keten, bijvoorbeeld in leveranciersorganisaties, veel meer op maat georganiseerd worden. Natuurlijk is dit deels afhankelijk van het volume en de ‘enge kwaliteit’ van bepaalde producten, maar dit gaat ook over de organisatie van de aanvoer, de digitale aansluiting op de keten, de politiek die zich bewust inzet om de sector te faciliteren om die klanten steeds weer te bieden wat hen aanspreekt. Het gaat eigenlijk vooral over trots en over vertrouwen.
Dat smaak, gebruiksgemak, gezondheid of milieu-impact van de producten beter zijn, moet klip en klaar zijn voor onze consumenten. Toon waarom zij beter af zijn met Nederlandse producten en laat hen dat vertrouwen ervaren door het verhaal daarvan te vertellen. Landbouwstandaarden zijn Europees georganiseerd, gelukkig maar, want precies dat is de reden waarom we onze landbouwrijkdom kunnen delen. In Nederland produceren we over het algemeen boven deze standaarden. Het is van wezenlijk belang dat we dat als sector goed voor het voetlicht brengen. Dat kan zowel in algemene zin, maar dat kan zelfs op productniveau bij ‘die ene Edeka in Ludwigshafen’. Daarnaast moeten we het gevoel van onze inspanning meegeven, zodat onze consumenten in Ludwigshafen juist die Nederlandse appels en eieren willen hebben, omdat duidelijk is dat aan al die hoge consumenteneisen voldaan is.
Steeds een treetje hoger
Elk jaar moeten we het net weer een beetje beter willen doen voor onze consument. Een betere kip, een betere aardappel, betere melk, lagere milieu-impact, een betere gezondheid: onze industrie is tot veel in staat. De uitdaging is echter ook de producten nog beter aan te laten sluiten bij onze consumenten. De-anonimisering van de producten hoort daarbij. Sleutelbegrippen vanuit de sector daarbij zijn zichtbare inspanning en hoge verwaarding, die moeten leiden tot een consument in pakweg Leeds die na de Brexit nog gewoon heel blij is met ‘my lovely tomatoes and peppers from Holland’ en niet met zomaar ‘food from the continent’.
Politieke inspanning
Bij deze inspanningen uit de sector zelf hoort een regering bij die gericht is op de bediening van onze consumenten in binnen- én buitenland op het niveau van volwaardige maar helder gedefinieerde partners. Een politiek die het belang van onze consumenten begrijpt, op niet al te grote afstand, ook al is er die landsgrens. Dat zij een wij-gevoel hebben omdat we voor hen bezig zijn: daar hoort zichtbaarheid bij die veel verder gaat dan statistiekjes. Dat vraagt inzicht in de specifieke consument-eisen over de grens.
Daar hoort ook heel nadrukkelijk het afwerpen van het Ot-en-Sien-frame bij dat vasthoudt aan de manier waarop zeventig jaar geleden uitsluitend voor de directe omgeving geproduceerd werd. Op dit moment bedienen onze consumenten in de Europese regio zich van bedrijven die zijn ingericht om gezonde producten te leveren met een lage milieu-impact. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een digitalisering die past bij de complexiteit van moderne voedselketens. Daarmee zijn we in staat om voor verschillende segmenten precies dat te produceren wat gewenst is. Zo verfijnd, dat onze buitenlandse partners daarvoor graag de producten in Nederland halen. Wanneer politiek en belangenorganisaties hun beleid daarop veel concreter inzetten en tegelijk gerichter communiceren, kan de Nederlandse landbouw-en foodsector die goede en vaak zelfs betere kwaliteit blijven leveren. Wie weet lukt het ons zelfs de chauvinistische fransman te laten houden van een echte fromage de chèvre Hollandais.
Tekst: Wilbert Hilkens